2004: een lesje vaderlandse geschiedenis

Even na Kerstmis is de tijd weer rijp voor de terugblikken op alweer een jaar in de eindeloze eeuwigheid. Wie of wat zal blijvend zijn en wie of wat zal nog binnen een enkel seizoen verdrongen worden in de massale vergetelheid? Je hoeft geen helderziende te zijn om te voorspellen dat de dood van Theo van Gogh nog enige nasleep zal kennen en de tolerante Nederlandse maatschappij zal doen veranderen in een wat minder gastvrije en toegankelijke. Evenmin hoef je professor te zijn in het staatsrecht om te stellen dat de postume openbaringen van prins Bernhard de nodige weerslag zullen kennen op de wijze waarop de constitutionele monarchie functioneert. Maar of deze twee nieuwsfeiten essentiële ingrediënten zullen worden van onze vaderlandse geschiedenis durf ik te betwijfelen. De onthoofding van Johan van Oldenbarneveldt (1619) en de gruwelijke moord op de gebroeders de Witt (in het rampjaar 1672) hebben veel meer impact gehad op onze samenleving dan de dodelijke aanslagen op Fortuyn en Van Gogh, hoe vreselijk die op zich ook zijn.

Wellicht gaat het jaar 2004 de vaderlandse geschiedenisboeken in als het jaar waarin de meest belachelijke verkiezing van de laatste tijd heeft plaatsgevonden, namelijk die van de grootste Nederlander. Het idee dat zo'n persoon gekozen zou moeten worden tekent al voor de armoede en bekrompenheid van geest die ons plaagt. Als de nationale glorie meer en meer vergane glorie wordt, nemen de nostalgische gevoelens blijkbaar buitenproportioneel toe. In de Verenigde Staten, de enige wereldmacht die in de eenentwintigste eeuw is overgebleven, komt niemand op het idee om zo'n verkiezing te houden om de eenvoudige reden dat het op dit moment de centrale macht is van de wereld, een macht die eerder nog toe- dan afneemt. Er is daarom geen reden om terug te blikken, de Amerikaan kijkt en denkt alleen vooruit en trekt zich dan ook niets aan van de reputatie die andere landen (zoals Nederland) in het verleden hebben opgebouwd. Weg ermee, nu geldt een ander regime! Het onze!

Heel anders ligt het in Groot-Brittannië, dat dé wereldmacht was in de negentiende eeuw en ook nog in de twintigste tot aan de Tweede Wereldoorlog. Heel anders ligt het in Duitsland, dat enige tijd supermacht kon spelen door een dictator die alle economische en militaire krachten van 80 miljoen mensen samenbalde en in twaalf jaar op de meest gruwelijke wijze verspilde. Ik vind het opmerkelijk dat juist in die landen ook een soortgelijke verkiezing van grootste vaderlander is gehouden. Het simpele feit dat het de Britten en Duitsers bezig kon houden betekent dat de geschiedenis haar hoogtepunt al heeft bereikt in die landen. De Nederlandse verkiezing van Pim Fortuyn sloeg wat mij betreft alles en getuigde vooral van historisch onbenul. Ik durf te beweren dat over honderd jaar zelfs doctoraalstudenten geschiedenis nauwelijks nog zullen weten wie hij is geweest, net zomin als het gemiddelde publiek zich nu nog de naam van de Nederlandse minister-president van 1901-1905 kan herinneren, terwijl die man destijds toch ook beroering genoeg teweegbracht in politiek Nederland. Het heeft er alle schijn van dat historische gebeurtenissen van enige betekenis al een eeuw of wat buiten Nederland plaatsgrijpen.

Dat Nederland een land in de marge van de hedendaagse geschiedenis is geworden is ook af te lezen aan de berichtgeving in de media van gebeurtenissen die de landsgrenzen enigszins overstijgen. Vol trots meldt men dan, dat zelfs de BBC, ARD, BRT, RAI, ABC, CNN, NBC en andere buitenlandse zenders, tot aan die in Japan of Korea toe, tijd hebben gespendeerd aan iets dat zich in Nederland af heeft gespeeld. Bravo: Nederland was even wereldnieuws! Dat is dan voor de Nederlandse televisiezenders reeds aanleiding om er uitgebreid op in te gaan, zelfs de commentaren van de buitenlandse verslaggevers worden erbij gehaald om aan te tonen dat er zowaar (eindelijk) iets is gebeurd in ons land. Die uitzondering bevestigt juist de regel, dat er doorgaans niets van belang gaande is.

Het is toch nauwelijks denkbaar dat iemand in de VS geïnteresseerd is of de verkiezing van Bush door zenders uit het buitenland wordt uitgezonden! Dat dit gebeurt is vanzelfsprekend omdat het wereldnieuws is. De VS is een wereldmacht, Nederland een dwergstaat, een land dat door hielenlikkerij nog enige status probeert te verwerven maar in feite niets meer kan dicteren. Maar het is vooral de houding die niet deugt. Als je ervan uitgaat dat je stem belangrijk is en dat hetgeen hier gebeurt gevolgen heeft voor iedereen en overal, draag dat dan uit, laat dat dan zien, dat geeft het vanzelf een betekenisvolle inhoud. Was de Hollander maar wat meer Amerikaan, denk ik dan. Had hij maar meer zelfvertrouwen, dat zou hem ook meer overtuigingskracht geven en meer invloed op wat er gebeurt in de wereld.

Blik niet terug, maar kijk vooruit, dat zou de boodschap moeten zijn. Maar voor wie het terugblikken niet laten kan, neem dan een voorbeeld aan Michiel de Ruyter, de zeeheld, 'redder van het vervallen vaderland'. Dat was een man uit het juiste hout gesneden; de successen die hij behaalde met zijn vloot en zijn brutale opportunisme maken hem de Napoleon van Nederland. Toen hij stierf ging er een schok door de toenmalige wereld en bogen alle machthebbers uit eerbied diep het hoofd voor zoveel grootheid die ermee verdween. Of neem een kunstenaar als Rembrandt, die schilderde met een goddelijke zeggingskracht, met een licht in de ogen dat niet meer is gedoofd maar vastgelegd op schitterende doeken. Of Erasmus, Europeaan van het eerste uur, die alle geborneerdheid wist te verbleken door de kracht van de rede tot grote hoogte te brengen.

Ik noem deze drie Nederlanders uit vervlogen tijden omdat die oneindig veel meer betekenen dan een willekeurige Nederlandse grootheid uit de twintigste of eenentwintigste eeuw. Nederland is gekrompen tot het vlekje dat het op de wereldkaart is. De macht die het land eens had is verdampt. Het ontzag dat de nationale driekleur duizenden kilometers verder eens inboezemde is verdwenen als sneeuw voor de zon. De vrijbuiterij en bravoure van de Nederlandse ondernemingsgeest lijken in het niets opgegaan. Het spijt me, maar ik kan er niets anders van maken dan dat Nederland een land is dat al enige tientallen decennia krimpt in betekenis, en wel op alle fronten, politieke, culturele, wetenschappelijke en het imaginaire. Het is nu aan andere landen om de verbeelding te prikkelen, het gevoel van macht en vrijheid te stimuleren en geschiedenis te maken – wij missen, lijkt het, voorgoed de moed, de energie, de overtuigingskracht, het geloof in de toekomst. Wij kunnen alleen nog proberen te volgen als aanhangwagentje van de grote truck USA. Of?...