Hoe zinloos is je leven?

Als ik iemand wat beter ken, worden de gesprekken die we met elkaar hebben vanzelf openhartiger, ook over persoonlijke problemen en gevoelens. Soms komt het onderwerp ter sprake van de zin die we aan het leven hechten, de doelen die we ons stellen en de passies die we hebben of juist niet. Het valt me dan op, dat je bij dieper ingaan op het onderwerp vaak erkennen moet dat het bestaan tamelijk zinloos of nutteloos is, om uiteenlopende redenen of door bepaalde omstandigheden.

Dit heeft me aan het denken gezet en daarbij heb ik geprobeerd om die redenen of omstandigheden in kaart te brengen. In deze column wil ik ze opnoemen en kort bespreken.

1. de media: onze beleving wordt te veel gestuurd door de media, die ons een zodanig uitvergrote wereld tonen, dat wij daarop geen directe invloed meer hebben, een enkele uitzondering daargelaten. Dit werkt echter uitermate demotiverend om je voor iets in te zetten. Het machteloos moeten toekijken hoe de meest vreselijke dingen gebeuren op de wereld werkt verlammend, leidt er alleen maar toe dat je woede opkropt in plaats van daadkrachtig te handelen. Het zou zoveel beter zijn, vooral op de hoogte gebracht te worden van dingen die gebeuren in je eigen omgeving waarbij je wél iets kan doen of meer kan doen dan louter toekijken.

2. gebrek aan roeping: vaak zie je dat de zin in het leven volledig geënt wordt op het eigen bestaan, met als gevolg een overdreven bezorgdheid over het wel en wee ervan, zelfs ten aanzien van het bestaan na de dood. In de Verenigde Staten begint het onder rijke mensen een trend te worden, jezelf te mummificeren of in te vriezen. Kosten: een slordige miljoen dollar. Er wordt sowieso veel geld opgeofferd aan de onbesuisde ijdelheid van een betrekkelijk klein aantal mensen. Misschien heeft deze trend nog een andere oorzaak. Pascal stelde in een van zijn Pensées (nr. 158): "Roem is zo zoet dat we houden van alles wat we ermee kunnen verbinden, zelfs de dood." Maar omdat er hoe dan ook een eind aan het aardse leven is, voelt men zich gaandeweg steeds ongelukkiger worden en slaat de zinloosheid toe. Als je echter een roeping hebt, bijvoorbeeld als schrijver, moeder, huisarts of kunstenaar, vind je zin in iets buiten jezelf om waar je dan voor wilt leven, en kun je minder begaan zijn met jezelf (of je roem) en toch heel tevreden zijn met je bestaan.

3. de rol van de economie: mensen die het leven zinledig vinden hebben de neiging om minder kieskeurig te worden en relatief veel geld uit te geven aan wat in feite nutteloze of overbodig luxe dingen zijn. Het bezitten van mooie en dure dingen kan het gebrek aan zinvolle beleving maskeren; de economie speelt hier gretig op in en de reclame moet bevestigen dat zonder het bezit van product X je leven minder de moeite waard, zo niet onmogelijk is.

4. de rol van de maatschappij: een maatschappij die star is en geen ruimte biedt aan de ontdekking en ontwikkeling van alternatieven maakt het leven leeg en zinloos. Het ontbreekt die maatschappij aan reële vrijheid en dat weerspiegelt zich in hoe de mensen hun leven ervaren. Vooral in sterk gebureaucratiseerde en/of fundamentalistische samenlevingen zullen burgers hun leven als zinloos of waardeloos beschouwen, met alle gevaren vandien.

5. verzadiging: als het voldoen van basale behoeften (zoals eten en drinken) nauwelijks een probleem is, dan heeft dat soms tot gevolg dat men met risico's omgeven behoeften kweekt om verkwikking te zoeken. Alcoholisme en drugverslaving worden niet alleen uit nood geboren, maar ook uit een gevoel van verzadiging aan het leven. Ook gaan meer mensen dan op zoek naar de adrenaline-kick van extreme activiteiten, zoals bungeejumpen of triathlon. Eigenlijk is men dan vooral op zoek naar iets dat de verveling verdrijft. Vergeten wordt dat verveling ook zin kan hebben. Verveling is een manier om je ergernis over iets gestalte te geven, waarbij echter vaak vergeten wordt dat je verveling de tijd moet gunnen wil zij zich kunnen transformeren tot iets zinvols.

6. luiheid en gebrek aan initiatief: menigeen stelt zich afhankelijk van anderen op. De moed ontbreekt om zelf iets te ondernemen. De anderen moeten in actie komen, iets zinvols aanreiken, een verlokkelijk aanbod doen. Om dit gedaan te krijgen ga je klagen over de zinledigheid die je in het bestaan ondervindt. Men is teleurgesteld in het leven en verlangt van anderen dat ze daar iets aan doen. Soms zie je dat iemand het zelfs vanzelfsprekend vindt dat de anderen zich inzetten omdat de persoon zichzelf ondanks de ondervonden zinloosheid zeer belangrijk acht.

7. te sterk besef van eeuwigheid van tijd en oneindigheid van ruimte: in het perspectief van de enorme ouderdom en de kolossale grootte van de wereld valt een mensenleven in het niet. Het wordt op slag zinloos. Maar je kunt het ook anders zien: het feit dat je als mens zicht hebt op die ontzettend grote wereld die zo ontzettend lang bestaat geeft je ook een gevoel van hoe bijzonder het is om deel van die wereld uit te maken.

8. overdreven relativeringen: alles wat nu gebeurt of gebeuren moet kun je doodrelativeren, dat wil zeggen: in zo'n groot verband trekken dat het zinloos wordt. Hoe ziet de wereld er uit over honderd jaar? Hoeveel zorgen over het milieu of de economie blijken dan overbodig? Of, dichter bij huis: waarom het gras maaien als het over twee weken toch weer hoog staat? Waarom iets schoonmaken als het toch weer vuil wordt? Op deze vragen moet ik het antwoord schuldig blijven, ik weet het niet.

Dit alles afwegende, leid ik toch wel een redelijk zinvol of zinrijk bestaan, al heb ik weinig succes in maatschappelijke zin. Aanvullingen en opmerkingen van lezers zijn overigens zeer welkom.