Review: Ferrari rijden

Hoe is dat nou, Ferrari rijden? Vooraf stelde ik me eigenlijk niet zo heel veel meer voor dan een oncomfortabele, snelle auto. Dat Ferrari rijden toch iets meer voeten in de aarde had, legde de instructeur ons uit in de auto. Eerst instappen dus, waarbij me meteen opviel dat een Ferrari niet zo heel ruim is van binnen. Ik moest mijn benen een beetje creatief bewegen om ze onder het stuur te krijgen en ruimte boven mijn hoofd had ik ook nauwelijks, maar de stoelen in de Ferrari zitten heerlijk stevig.


Uitleg

Allereerst is er de raceversnelling. Normaal duw je de versnellingspook vooruit voor de eerste versnelling, trek je hem naar je toe voor de tweede versnelling, duw je hem weer van je af voor de derde en zo verder. Bij de Ferrari is het precies andersom, tot en met de vijfde versnelling toe. Uitkijken dat je niet heel stoer vol gas achteruit schiet dus.

Een tweede puntje van aandacht is de koppeling. Met 300 paardekrachten onder de kap is het niet zo'n goed idee om de koppeling flink te laten slippen. Dat kost koppelingsplaten. Goed opletten dus, of de koppeling zelfs eerst helemaal laten opkomen om dan pas gas te geven als je wegrijdt.


En dan rijd je weg. Zachtjes rijden en sturen is hard werken, want de Ferrari heeft geen stuurbekrachtiging. Heb je eenmaal wat vaart, dan begint het grote genieten. En het harde werken, want Ferrari rijden is gewoon veel intensiever dan een gewone auto besturen.

De wegligging is geweldig, de 348 ligt als een blok op de weg en er niet zomaar vanaf te krijgen. Zelfs een flauwe bocht is al lekker om te nemen, om het gaspedaal daarna eens lekker in te trappen. Erna dus, in de bocht teveel gas geven zou de auto makkelijk laten spinnen, met alle nare (en dure) gevolgen vandien. In het begin durfde ik niet zoveel gas te geven, het is even wennen, maar een paar minuten later schakel ik (met veel kracht) over naar lage toeren in de vierde versnelling. Lekker rustig rijden, denk ik. Een blik op de kilometerteller doet me even schrikken. Rijd ik nu al 160?

Ach, wat kan mij het ook schelen. Gas onderin en met zoveel mogelijk herrie door naar de vijfde (tevens hoogste) versnelling. Hoe hard ik toen ging? Geen idee, ik had beide ogen strak op de weg gericht en durfde niet te kijken. Ter indicatie: de Ferrari 348 heeft een topsnelheid van 275 kilometer per uur.


Echt autorijden

Als je uiteindelijk weer terugbent, je comfortabele plekje hebt moeten verlaten en aan de terugweg begint, weet je eigenlijk pas echt hoe het was. Pas dan besef je dat je eigenlijk pas ècht auto hebt gereden als je in een auto als deze hebt gereden (beter mag natuurlijk ook). Stap je in een luxe auto, dan schommelt en wiebelt alles ineens, trap je de koppeling bijna door de bodem van de auto heen, afijn ik zal verdere details besparen. Ik heb flink gevloekt in ieder geval.