Onderwijsinstellingen kregen 58 miljoen ten onrechte
Hogescholen, universiteiten en instellingen voor middelbaar beroepsonderwijs hebben vanaf 1999 tot heden 58,4 miljoen euro ten onrechte ontvangen. Dit blijkt uit het gisteren verschenen eindrapport van de Commmissie Vervolgonderzoek Rekenschap, die de fraude heeft onderzocht.
Dat bedrag uit de staatskas ging voornamelijk naar hogescholen: 43,6 miljoen; 11,2 miljoen ging naar het middelbaar beroepsonderwijs en 3,6 miljoen naar universiteiten. Een tiental instellingen heeft volgens de commissie willens en wetens de grenzen van de wet overschreden. Van alle instellingen zou Hogeschool Zeeland het meest moeten terugbetalen: ruim elf miljoen euro.
Volgens de commissie, die de boeken van 152 instellingen controleerde, is er bij zeventig procent weinig of geen ongerelmatigheden geconstateerd. Bij de onderzochte instellingen zijn in totaal één miljoen studenten ingeschreven en hebben een overheidsbudget van 6,5 miljard euro.
De commissie, die onder voorzitterschap stond van het vroegere Tweede-Kamerlid Schutte, concludeert dat "onderwijsland geen fraudeland" is. De commissie meent dat de regels en de controle op de naleving ervan niet afdoende waren. Instellingen handelden in strijd met de wetgeving, zonder dat dat volgens de commissie in de meeste gevallen moet worden bestraft.
Schutte noemt het rapport Eerlijk Delen. Dat geeft aan wat er aan de hand was, schrijft hij. "Doordat sommige instellingen meer bekostiging claimden dan hun toekwam, deden zij hun collega's die zich gewoon aan de wet hielden, tekort. Dat kan nu worden recht gezet."