Stapelgek

Sommige mensen schrikken wanneer ze bij mij in huis zijn. Mijn manier van leven. Hoe ik mijn kopjes, glazen en borden in de kast zet. Hoe ik mijn was ophang. En opvouw.

Mijn was draai ik kleur bij kleur. Rood apart. Blauw apart. Wit apart. Zwart mag bij grijs. En andersom. Ik ben misschien wel gek, maar ook weer niet zó gek. Wanneer ik mijn was klaar is, hang ik de handdoeken op. Netjes bij elkaar. En ook de theedoeken. En mijn sokken. En mijn boxers. De zwarte bij elkaar. En ook de grijze. Oh, en allemaal met dezelfde kleur knijpers. Rood bij rood. Wit bij wit. En blauw bij blauw. Echt.

Ja, ik ben ietwat neurotisch. Omdat ik soms een beetje druk en ook chaotisch kan zijn, hecht ik waarde aan orde. Orde in de chaos. Het geeft me rust. Orde helpt mij om dingen weer te vinden. Zo heb ik vaste plekken voor mijn sleutels, voor mijn portemonnee en ook voor mijn telefoon. Het komt maar zelden voor dat ik iets kwijt ben.

Wanneer de was droog is, vouw ik mijn handdoeken allemaal op dezelfde manier op. Lusjes aan de linkerkant. Daarna leg ik ze met militaire precisie gestapeld in mijn kast. Kleur bij kleur. Ja, ik ben erg.

Of dat altijd zo geweest is? Nee, dat is het niet. Het is, denk ik, een reactie op hoe ik een aantal jaren geleden leefde. Toen werd de chaos in mijn hoofd versterkt door de omgeving waarin ik leefde.

Wat vinden de mensen om mij heen daar eigenlijk van? Mijn vriendin heeft in haar huis de handdoeken niet zo netjes op stapels liggen als ik. En wanneer zij bij mij thuis afwast, zet ze de kopjes echt niet allemaal met het oortje dezelfde kant op in de kast. Ze heeft er simpelweg het geduld niet voor. Haar Spaanse temperament staat dat haar niet toe.

Hoe doe je dat dan wanneer jullie samenzijn? Nou, wanneer mijn vriendin de kopjes 'op haar manier' netjes bij mij in de kast heeft gezet, blijven ze daar meestal ook gewoon zo staan. Heel af en toe draai ik dan voorzichtig aan een kopje om hem alsnog 'op mijn manier' neer te zetten. Heel af en toe. Echt. En wanneer ik bij haar thuis de was doe, hang ik die weer net zo netjes aan de lijn als bij mij thuis. Zonder knijpers. Die gebruikt ze niet. Zij doet het op haar manier en ik op de mijne. We laten elkaar in onze eigen waarde. Ik wíl ook niet dat ze verandert. Ze is goed zoals ze is.

Wanneer zij langs de door mij opgehangen was loopt, lacht ze: "Schat, wat hou ik toch van je." Ja, laat mij dan maar stapelgek zijn. Op haar.