Wie verdedigt de kunst nog?

Ik heb me er al eerder druk over gemaakt en ik doe het gewoon opnieuw. Als ik als columnist dan toch mag mekkeren over ieder willekeurig onderwerp, dan offer ik me graag op voor dit onderwerp: bezuinigingen op kunst en cultuur. Of eigenlijk vooral het uitblijven van weerstand tegen deze bezuiniging.

De Nederlandse kiezer protesteert het minst tegen de bezuinigingen op kunst en cultuur. Waarschijnlijk omdat dit nog het minste ingrijpt in de persoonlijke levenssfeer. Per inwoner besteedt de overheid zo'n 100 euro aan deze post. Minder dan twee euro per week dus. Dit is geen geld dat we persoonlijk in ons huishoudboekje in moeten calculeren, maar via de belastingen wordt dit door de overheid als subsidie verdeeld. Deze twee euro worden nu teruggebracht tot zo'n euro per inwoner per week. Die andere euro wordt aan andere zaken uitgegeven, dus niemand merkt echt het verschil in de portemonnee. Het is niet zoals de zorgpremie, die je ineens hard in je maandbudget voelt. Binnen die context begrijp ik ook het uitblijven van protesten. De gemiddelde Nederlander eet niet meer of minder, als er op dit vlak financiële veranderingen plaatsvinden.

De forse cultuurbezuinigingen hakken er echter wel degelijk in. Er zullen zeker mensen zijn die wel degelijk veel minder inkomsten zullen genereren met hun beroep. Het gaat dan wel niet om de gemiddelde Nederlandse burger, maar als je de inkomsten van een volledige beroepsgroep gewoon halveert, is het geen verrassing dat je die  beroepsgroep de nek omdraait. Als je vandaag de salarissen in de bouw halveert om goedkopere woningen te kunnen bouwen, garandeer ik je dat er over vijf jaar geen enkele Nederlander meer is te vinden, die nog bouwvakker kan en wil worden.

Meteen even de voor de hand liggende reacties ontkrachten.

“Ja, er zijn lamzakken bezig in de kunst.”
Er zijn lui die absoluut geen toegevoegde waarde hebben en enkel profiteren van iedere mogelijke subsidie die ze maar te pakken kunnen krijgen. Er zijn nog wel eens kunstenaars die op de academie al in hadden moeten zien dat ze geen talent hadden, maar nog steeds door blijven gaan. Dit is echter nog maar een zeer beperkt groepje. Ik kom verhoudingsgewijs net zo veel, of meer, mensen in “gewone” beroepen tegen, die ook te lam zijn om de ene voet voor de andere te zetten en ik krijg ook wel eens een verwarmingsmonteur aan de deur, die ik moet vertellen dat ik een combiketel heb en dus geen aparte boiler.
Sinds de laatste hervormingen binnen de subsidiëring van de kunstwereld moet een kunstenaar wel degelijk iets presteren en bijdragen. Subsidies worden nog vooral projectmatig verdeeld, waarbij de maatschappelijke toevoeging een belangrijke voorwaarde is voor toekenning van gelden. De lamzakken trekken dit echt niet meer en verdwijnen vanzelf in andere uitkeringen of, want dat kan ook, in een reguliere baan.

“Jantje Smit, Marco Borsato en Fransje Mauwer doen het prima zonder subsidie.”
Daar moet ik dan toch weer bij vermelden dat zij allemaal zangles krijgen van academisch geschoolde leraren. Het overgrote deel van de muzikanten die op hun albums te horen zijn, zijn academisch en dus gesubsidieerd geschoold. De theaters en de stadions die zij vol krijgen, bestaan bij de gratie van subsidies. Opnametechniek, studiotechniek en videotechniek wordt onderwezen bij gesubsidieerde opleidingen. Zonder al deze opleidingen, zou Fransje het met een tot studio omgebouwde woonwagen moeten doen, moest hij zelf zijn cassettebandjes kopiëren en waren zijn podia beperkt tot de plaatselijke kroegen en biertenten. Met daarbij de aanmerking dat de gemiddelde biertent ook nog altijd vanuit gemeentelijke cultuurpotjes wordt betaald.

“Kunst en cultuur leveren niets op.”
Klopt dit wel? Het is lastig om het in euro's om te rekenen, maar ik verwacht wel degelijk negatieve financiële gevolgen, als je deze sector de nek omdraait. Er zijn een kleine 100.000 mensen werkzaam binnen de kunst en de cultuur. Als daarvan de helft of meer een andere baan moet gaan zoeken, zijn daar heel wat kosten voor omscholing voor nodig. Zoals je van een bouwvakker ook niet even een verpleger of bejaardenverzorger maakt, zal een groot deel van de kunstenaars ook niet even in een ander beroep kunnen instromen, wat hen dan meteen weer afhankelijk maakt van een volledige uitkering.
Me dunkt, dat dit gigantisch veel geld kost. Terwijl het overgrote deel van deze mensen nu deels wordt betaald vanuit subsidies, maar ook voor een groot deel door bezoekers, liefhebbers en belangstellenden.

Nu heb ik me nog vooral gefocust op zaken die puur over geld gaan. Kosten en baten. Daar moet ik bij aanmerken dat de exacte cijfers nog niet bekend zijn. De een heeft het over halvering van alle subsidies, de ander beweert weer dat de kwaliteit van kunst en cultuur er nooit onder zal lijden. Het eerste betekent de doodsteek. Het tweede kan op tientallen manieren worden uitgelegd, maar kan net zo goed een hoop kapot maken.

Want wat is kwaliteit in kunst en cultuur? Is dit meetbaar aan het aantal liefhebbers? Bepalen de meeste stemmen wat goed of slecht is? Gaat de politiek dit à la X-Factor meten aan de hand van de hoeveelheid sms'jes? En moeten we dit dan ook ieder televisieseizoen opnieuw herhalen?
Ik beweer niet dat de ene kunstvorm hoger is dan de andere. Maar het is wel een feit dat de ene kunstvorm meer publiek trekt dan de andere. Bij het principe van de meeste stemmen, zal er dus altijd een deel helemaal verloren gaan. En dan stel ik de vraag of het een wel zonder het andere kan.

Ik laat kunst en cultuur niet graag over aan boekhouders, jury's of commissies. Een redelijk toezicht op gezonde besteding van geld is prima, maar als het enkel een kwestie van kosten en baten wordt, kunnen we de bejaardenzorg ook net zo goed afschaffen. Bejaarden brengen tenslotte ook niet veel meer op.

Ik denk dat velen mijn mening delen. Ik hoor er alleen haast niemand over. En dat is jammer.