IJsstokjesboot vaart nog maar net.

Zaterdag 5 april 2008 was het zo ver, de ijsstokjesboot vertrekt van Urk. Het stond in steen geschreven.
Bepakt en bezakt stond de bemanning bij de kade, ze hebben er zin in.
Heel even lijkt het er op dat het schip niet blijft drijven, er is een lek ontdekt bij de WC. Dus paniek in de tent, een lekkend schip is niet echt iets waar je de wereldzeeën mee wil bevaren, je bent de hele dag bezig met het water lozen.
Na wat knip en plak werk wordt het gat gedicht: Aan bóóóord!

De bemanning loopt richting het schip en de kapitein kijkt tevreden toe en staat de pers te woord. Zo nu en dan kijkt kapitein Rob met een scheef oog naar zijn bemanning, hij krijgt een trost gevoel. En dat allemaal voor de zielige kindjes in Polen. 

De bemanning zit in de boot en kijkt vol vertrouwen op naar de kapitein, ook zij zijn trots. En dat allemaal voor de kindjes in een of ander land.
Eén van de bemanningsleden krijgt het koud (het wachten duurt lang) en wil een trui aantrekken.
Hij loopt over het dek naar één van de cabines en gaat op zoek naar een trui… trui… eh… tja, waar heeft kapitein Rob de truien verstopt?

Hij steekt zijn hoofd door een patrijspoort en roept “Kapitein! Waar liggen de truien?”
Paniek slaat toe. “Damn” denkt kapitein Rob in het Amerikaans “I did niet have gedacht aan proviant en kleding, fuck me!”
Snel spurt hij naar zijn auto om de spulletjes in te kopen. Ja wat wil je nou, ik ben de afgelopen vijf jaar druk bezig geweest met lijm snuiven en ijsjes eten, ik heb er helemaal niet aan gedacht dat de bemanning ook spullen nodig heeft voor dit veredelde schoolreisje.
Spullen inladen en varen maar! De wereldpers staat immers op hem te wachten.

“Breakie breakie” roept kapitein Rob door de mari… eh… mari… hoe heet dat ding ook al weer? Gelukkig is de zoon van kapitein Rob aan boort en fluister zijn vader in de oren: Marifoon.
Ik wist dat ik iets vergeten was riep kapitein Rob, de radio! Marifoon, probeert zoonlief nog zachtjes te zeggen, het is een marifoon.
Gelukkig weet de scheepswerf in korte tijd een radio (laat maar) te plaatsen.

Kut, we zijn te laat en er staat wind. Iets wat je met een zeilboot absoluut niet kan gebruiken, wind. Wind is de dood voor een echte zeiler. Maar dat zijn dingen die kunnen gebeuren, dat ligt allemaal in Gods handen.
Dan maar de volgende dag uitvaren, dus op zondag.
Dom van kapitein Rob, op zondag vanuit Urk varen is vragen om Gods toorn. God was not amused! Tyfus Rob, met je kutbootje op zondag vertrekken? “Ik dacht het niet” moet de almachtige God hebben gedacht en wapperde een beetje met zijn handen.
WIND!  Kapitein Rob kijkt geschrokken over het IJsselmeer, de hel is losgebroken, huizenhoge golven, kolkend water en wind, veel wind. Zeker wel windkracht vier, misschien wel vijf.

Na lang beraad besluit kapitein Rob de reis te onderbreken. Het moet godverdomme niet gekker worden, op alles waren we voorbereid. Op het waterdicht maken van het schip, shit, nee dat niet… op het bevoorraden van het schip… oh nee, dat ook niet… op de communicatiemiddelen… damn… nou ja, we waren goed voorbereid, steekt die wind er een ijsstokje voor.
De wereldreis naar Wieringen wordt onderbroken, het schip strandt in Enkhuizen. Ook een leuk stadje trouwens moet kapitein Rob gedacht hebben.
Afhankelijk van de wind zal er morgen een nieuwe poging gedaan worden, de grote reis van Enkhuizen naar Wieringen kan beginnen.

Daarna gaat de reis naar Londen. Maar daar maakt kapitein Rob zich geen zorgen over, zodra ze het IJsselmeer hebben overleefd, dan is de Noordzee een eitje.
Goed voorbereid kapitein Rob! Visstickje?