12. De Leiders waren goed in de oorlog!

In het uitermate slecht geschreven, en snel afgeraffelde 11e deel had Jeroen Pauw in het Amsterdamse café Panama onbedoeld heel wat nuttige informatie toevertrouwd aan Ben de Leider. Deze aankomende grootstadhouder der Nederlanden trapt vervolgens stomdronken wat scènes in de Burger King, waarna hij samen met Theo de Volggers naar de Nova-studio gaat, voor het interview met Jeroen Pauw. Tijd om alle gebeurtenissen in het broodnodige rijtje te zetten is er niet, want Ben de Leider hoort Jeroen Pauw hem al snel aankondigen met de woorden:
"En dan nu: de zelfverklaarde, aankomende grootstadhouder der Nederlanden: Ben de Leider!!"

Deel 12

"-Welkom in de studio, meneer De Leider!", zei Jeroen Pauw, nadat het promofilmpje over Ben de Leider afgelopen was.
"Ja, hoi, hallo en dergelijke, enzo", antwoordde Ben.
"-Zoals we net in het filmpje zagen noemt u uzelf de aankomende grootstadhouder der Nederlanden. Daar klinkt nogal wat fascistisch getinte romantiek door heen. Een zeker verlangen naar de tijd van de VOC, de Heeren Zeventien, de.."
"Ik verlang naar de tijd van goede vragen, idioot!", snauwde Ben de Leider. "Ik een fascist?! Ik ben genoeg mensen in mijn familie kwijtgeraakt door de gruwelen van het fascisme. Let wel: de uitwassen van het fascisme! Mijn familie heeft behalve rood, wit en adellijk blauw bloed ook nog wat joods, Slavisch, homoseksueel, zigeuner- en negerbloed aan haar handen. ..Ehm.. Herstel: ik bedoel dus: door haar aderen stromen."

Ben de Leider vervolgde: "Bij "Ras:" had mijn naamgenoot en overgrootvader dan ook: "Vuilnisbak" ingevuld, en in zijn valse Amerikaanse paspoort had hij achter "Race" "kak" genoteerd. Reeskak dus, aldus opa grapjas met zijn lolbroek aan. De douane dacht dat "kak" voor "kaukasian" stond, en toen ze in 1943 achter de werkelijke betekenis kwamen, konden zij harder lachen dan mijn overgrootvader, die inmiddels bij een razzia was opgepakt, en in een kamp was beland. Dat kwam waarschijnlijk omdat hij in 1937 een flauwe Sam en Moos-mop had verteld tegen zijn buurman, die de grap na zes jaar nadenken nóg niet begreep, -ook niet na de arische 'Rudi en Carell'-variant van de 'witz'. Uit wraak gaf die buurman mijn overgrootvader in 1943 dus aan bij de moffen, wegens het bezigen van joodsche humor.
Zijn lolbroek werd door SS-ers gevorderd, zijn grapjas mocht hij houden, ware het dat hij er wél de benodigde embleempjes op moest borduren.
Allereerst de bekende gele davidster, vanwege het vertellen van die joodse mop in 1937. Voorts nog een groene driehoek, het 'embroided' embleem voor de criminelen die hij moest dragen omdat hij op 10 november 1938 zijn T-Ford dubbel had geparkeerd; aldus de belastende verklaring van zijn buurman." Ben de Leider staakte zijn betoog even. "..Hoe heette die verrekte NSB-buurman ook alweer?"
"-De heer Jacobus Dobbelsteen..", antwoordde Jeroen Pauw, blij dat hij Ben de Leider even kon onderbreken.
"Dobbelsteen ja!" Ben sloeg met zijn vuist op tafel. "Dobbelsteen! De overgrootvader van dat wijf dat mij gisteren nog dood wilde! Van Ursula!" Ben de Leider dacht na, en krabde wat aan zijn kin. Hij had liever wat aan zijn zak gekrabd, maar dat vond hij op nationale televisie niet echt gepast. Daarom krabde hij aan zijn kin.

"Nou, meneer Pauw, mijn overgrootvader is aangegeven door een NSB-er, en ik ben gisteren bijna vermoord door de achterkleindochter van die NSB-er. Mogelijk zijn er wat verbanden, niet? Oud zeer enzo. Dus mocht je me uitschelden voor fascist, dan wel een uit het goede hout gesneden fascist. Mijn overgrootvader streed in de oorlog voor de goede zaak: meer Lebensraum voor zijn T-Ford, én borduurclubs die ook toegankelijk werden gesteld voor mannen."
"-Ik denk dat er een ander motief voor die moordaanslag van mevrouw D. was, meneer De Leider. Het schilderij 'Het Paard van Caligula'. Zegt u dat wat?"
Ben de Leider schrok, en keek Jeroen Pauw venijnig aan. Dit hadden ze vanmiddag in het café niet besproken! Wat ze dan wel hadden besproken wist Ben de Leider door de vele drank weliswaar ook niet meer, ..ja, iets met die twee Russen enzo, maar het meeste had Ben de Leider op het briefje genoteerd dat hij aan Theo de Volggers had gegeven.
"Nee", zei Ben. "Dat kan ik me niet 1,2,3 herinneren. Trouwens: als ik tot 4 tel weet ik het nog niet."
Jeroen Pauw raakte zichtbaar in zijn element. "-U weet dus niks van de chantagepraktijken rond de Russische kunsthandelaar en crimineel Vlidimir S., woonachtig in Bremen?"
Ben de Leider werd giftig. "Luister eens. Ik wil hier best mijn verhaal doen, maar laat me uitpraten. Je beschuldigt me net nog van fascisme, gaat nu suggereren dat ik een ingewijde ben in de wereld van de chantagepraktijken, en.."
"-En dat u meer weet van een enorme drugsvangst in Duinkerken, die.."
Ben de Leider wilde opstaan en de uitzending verlaten, maar Jeroen Pauw wist hem tot kalmte te manen.

Ben de Leider bestelde nog een glas water bij de floormanager, want zijn nadorst en opkomende nervositeit speelde hem parten. "Wat wist die Pauw verdomme toch allemaal?", dacht hij, doch hij vervolgde snel: "Gezien mijn overgrootvaders verleden snap je vast wel dat ik nogal paranoïde ben jegens zulke verdachtmakingen. Want behalve het vertellen van een Sam en Moos-grap en het dubbel parkeren van zijn T-Ford had de buurman nog een derde reden gevonden om mijn overgrootvader erbij te naaien, want borduren kon hij natuurlijk niet.
Tjonge zeg, als die een haan had gehad, dan was dat beest schor geweest van het kraaien, zo'n verrader dat die buurman was! Mijn overgrootvader moest 's avonds vaak weg vanwege vergaderingen met andere ondergrondse borduurverenigingen. Die buurman dacht echter dat hij verzetswerk deed ofzo. Vandaar dat de ouwe De Leider ook nog eens een rode driehoek op zijn jas mocht borduren; die van politieke gevangenen. Daar had je die ouwe niet mee, want hij borduurde maar al te graag. Wat dan weer zoveel argwaan wekte bij de kampwaarders omtrent overgrootvaders geaardheid; dat deze er naast de groene en rode, direct een roze driehoek bij mocht borduren. Dolletjes vond mijn overgrootvader dat! Hij werd dan ook spoedig lid van het vrouwen-borduurclubje dat elke sabbatavond bij elkaar kwam in huize Mengele. Dronken van alle sherry prikte mijn overgrootvader zich de eerste avond al in zijn vinger, nét toen manlief Joseph zelf de kamer inliep na een wat uit de hand gelopen spreekuur. Een halve druppel bloed gutste uit mijn overgrootvaders pink, waarop Joseph Mengele -zoveel gruwelijke taferelen toch al niet gewend!- flauwviel..

Mijn overgrootvader werd overgeplaatst naar Nederlandse kampen als Sobiborssele, Bergen-Belsen op Zoom en tenslotte naar de beruchtste van allemaal: Kampen, waar hij wist te ontsnappen na een dagje ijsvrij. Hij is bij thuiskomst uiteraard direct verhaal gaan halen bij zijn oude buurman, waar hij aan moest kloppen want de bel deed het niet. Toen buurman Dobbelsteen opendeed en mijn overgrootvader zag, schrok de verrekte NSB-er zich natuurlijk een hoedje. Hij wilde de deur dichtsmijten, maar mijn overgrootvader duwde snel zijn voet tussen de deur, waardoor die brak. Die voet dus. Terwijl hij door zijn buurman werd beticht joodsche humor te bezigen, lid te zijn van het verzet en dubbel te parkeren, werd hij ook nog eens uitgescholden voor Jehova's Getuige, vanwege die voet tussen de deur dus. Mijn overgrootvader heeft zijn buurman toen weliswaar doodgeslagen, maar verder liet hij hem met rust. Goed, hij had niet diezelfde dag een muurtje op de erfgrens in zijn tuin moeten metselen, want hij had die dag eigenlijk ijsvrij; en vanwege dat metselen werd hij verdacht van ijs-vrijmetselarij, een sekte die door de nazi's angstvallig in de gaten werd gehouden. Mijn overgrootvader kwam er mee weg nadat hij de plaatselijke SS-top had verblijd met een geborduurd portret van Adolf Hitler, zij het in de kleur oranje, want mijn overgrootvader was
dus zeker niet fout in de oorlog. Hij was goed! Goed het haasje ook, met zo'n buurman! Het haasje dat door buurmans koe gevangen zou worden, want een haan had de buurman niet. Ook geen varkens overigens, dat mocht niet van zijn geloof, maar dat is off the record, en terzijde.

Om kort te gaan: Ik, de aankomende grootstadhouder der Nederlanden, ben geen fascist, mijn voorvaderen hebben geleden onder het fascisme. Tenminste: de uitwassen ervan! En ze zijn terug, want waarom wilde een nazaat uit het NSB-geslacht Dobbelsteen mij dood hebben?
Oh ja, ik ben ook geen racist, want dat is voor de dommen. Over domheid gesproken, wat was je vraag ook al weer?"

Jeroen Pauw, inmiddels een stuk voorzichtiger: "Nou, ehm. Dat ik denk dat er een ander motief voor die moordaanslag van mevrouw D. was! Het schilderij 'Het Paard van Caligula'. Zegt u dat inmiddels wat?"
Ben de Leider ogen begonnen te tollen als ware hij beschuldigd van het inbrengen van een sigaar in Monica Lewinsky's u-weet-wel..
Hij besefte dat dit..

..wordt vervolgd