Een dag uit het leven van... een student
Snel spoed ik mij naar het station waar mijn geelblauwe limo klaarstaat om mij naar zijn eindbestemming te brengen, Utrecht Centraal. Ik luister nog even of de conducteur in functie omroept of ik mijn bezittingen of eigendommen mee moet nemen, maar hij kiest voor de woordkeus van uw bagage. Sinds ik weet dat uw bezittingen in feite betekent alles dat je mee kan nemen is het een leuk detail om op te letten.
Een roltrap lang overpeinst mijn portemonnee haar kleingeld. De 2,85 (twee euro vijfentachtig) verdwijnt in de handen van de medewerkster van de Boterham Express. In mijn handen ligt de vrolijke verpakking van mijn volledige ontbijt, een onovertroffen Italiaanse bol ham-kaas. Het universiteitsgebouw waar alle hersenspinsels omgezet zullen worden in briljante zinnen waarvan de strekking geheel onduidelijk zal zijn rijst uit de bittere kou tevoorschijn. Gelukkig is er koffie.
Zes lange uren later zit Jos Verstappen toch niet bij Jordan. Alles was voor niets, hoe moet het nu verder? Vermoeid voeg ik de laatste letters toe aan het inmiddels vrijwel geheel complete paper. Het ritme van RTL FM en een complete Radiohead CD van naburige groepsleden hebben hun steentjes bijgedragen aan het eindresultaat. Met een voldaan gevoel kan ik het gebouw weer in zijn rust en kou achter me laten om door middel van de drukste buslijn van Nederland mij naar het station te begeven.
Neergekomen op de deze keer zachte rode kussens van de geelzwarte limo (die inmiddels op onverklaarbare wijze alweer gereed stond) pak ik een Metro van de bank om mij in alle rust van de actualiteit op de hoogte te stellen. Minuten verstrijken, pagina 13, metroentertainment. Mijn gezichtveld vloeit iets langs het kopje Poppodium 013 ontslaat personeel en vangt het aanzicht van een authentiek cassettebandje. Als ik voorzichtig de krant opzij schuif zie ik het meisje tegenover mij een cassettebandje verwisselen. Een vers bandje verdwijnt in haar walkman. Een walkman! Ze bestaan blijkbaar nog. Een diskman is al een rariteit tegenwoordig, laat staan een walkman. In gedachte is ze het meisje dat het altijd met de afdankertjes van haar zussen moet doen. Gedempte tonen van haar muziek strijken langs mijn trommelvlies. Met enige schaamte pak ik mijn nog bijna gloednieuwe Dyne mp3speler en laat het beeldscherm haar blauwverlichte welkomsttekst tevoorschijn toveren. Enrique Iglesias schalt op maximaal volume uit mijn oordopjes, verdwaast probeer ik RTL FM weg te halen, wat op zo'n moment natuurlijk nooit lukt. Schichtig kijk ik om me heen, maar ontvang geen nijdige of verbaasde blikken van mijn medereizigers. De laatste pagina's Metro trekken aan mij voorbij, waarbij ik bij pagina 15 opschrik. Er zit een gat van driekwart pagina in mijn Metro. Op zich geen ramp om de metrogezondheid een keertje over te slaan, ware het niet dat op pagina 16 vandaag de ingezonden brieven en de stripjes te vinden zijn. Mijn leven vliegt in een flits aan me voorbij, het meest amuserende deel van mijn dag is me ontstolen.
Met een rothumeur haal ik mijn fiets onder de droge fietsenstalling vandaan en fiets ik naar huis. Morgen weer een dag.