Amstelgemeente

Een van de twistpunten gedurende de reformatie was de vraag of er wel muziek mocht zijn in de kerk. Zo was daar Zwingli, die ondanks dat hij een zeer getalenteerd muzikant was muziek in zijn kerkgenootschap verbood omdat muziek 'de capaciteit die het had om de zintuigen te verleiden hoogstwaarschijnlijk zou leiden tot een vorm van idolatrie en een obstakel in het aanbidden van God.' [1] Protestantse kerken hebben doorgaans een sober karakter en hier werd deze soberheid dus ook gekoppeld aan de dienst. Amsterdamse regenten moesten echter van deze opvatting niets hebben: het orgel was hun dierbaar. Als iets het Nederlandse protestantisme karakteriseert is het wel dat orgel en verschillende kerken in Nederland hebben daarom ook een orgel. Zo ook de Amstelgemeente. Helaas is de organist met pensioen gegaan en waren we tijdens de dienst die ik bezocht toegewezen op pianospel.

De kerk ligt vlakbij Leidseplein en fungeert met name als een streekgemeente. Zoals de Sint Jan is ook hier de gemeente jong (met veel jonge stelletjes) en hoogopgeleid. Een zeer groot contrast met Hart van Osdorp, de gemeente die ik vorige week bezocht. Ze bestempelen zich als een missionaire gemeente. Een zwaar woord, maar het komt erop neer dat ze naar buiten toe gericht zijn: hier geen grote nadruk op de rechte leer, maar eerder op het open staan naar de mensen die buiten de boot vallen.

De preek ging daarom ook over Handelingen 15:1-35. De dominee omschreef dit als het belangrijkste hoofdstuk uit Handelingen en het is de plek waar een twistpunt voorligt over de vraag of mensen die Christus navolgen maar niet Joods zijn zich moeten besnijden om toe te treden tot de gemeente. Deze kwestie van besnijdenis raakt volgens de dominee het hart van het evangelie: als de liefde van God onvoorwaardelijk is, als we slechts toegewezen zijn op de genade van God (sola gratia), dan zou een regel over besnijdenis die liefde en genade weer voorwaardelijk maken.

Wie deze passage leest, ziet ook een bijbelomgang die sommige mensen vreemd zou kunnen zijn. Teksten uit de Heilige Schrift worden uit hun verband gerukt en toegepast op de situatie van dat moment. Hiermee wordt bijbel lezen geen kwestie van een slaafse gehoorzaamheid (Farizeeërs, ik kijk naar jullie), maar wordt de bijbel een levende tekst. De bijbel is het levende Woord van God. Mijn gedachten gingen bij deze preek uit naar Ricoeur die op vergelijkbare wijze zijn hermeneutiek heeft ingevuld.

Het gegeven dat de kerk open ging staan voor onbesnedenen, het gegeven dat de kerk dus werd verbreed van een specifiek volk naar alle mensen op de wereld, betekent vervolgens dat de kerk dus ook die open houding aan moet nemen. De missionaire levenshouding is die houding waarbij de Ander centraal staat om het in de woorden van Levinas vorm te geven.

De preek was hiermee zeer vruchtbaar, een aanzet tot denken en tot handelen. Een gemeente waar ik naar terug zou kunnen keren, maar de organist wordt wel zeer gemist.