Vergunning trampolinecentrum 's-Hertogenbosch onterecht verleend

De gemeente ’s-Hertogenbosch maakte fouten bij het verlenen van een vergunning aan een trampolinecentrum. Dit oordeelt de rechtbank Oost-Brabant vandaag. Er had beter gekeken moeten worden naar onder meer de parkeergelegenheid in het gebied rond de beoogde locatie en mogelijke geluidsoverlast die zo’n bedrijf in de omgeving zou veroorzaken.

Het bedrijf uit Oisterwijk kreeg in maart 2018 een vergunning van de gemeente om in de San Salvatorkerk in ’s-Hertogenbosch een trampolinecentrum te vestigen. Een groot aantal omwonenden maakte daartegen bezwaar. De gemeente schoof die bezwaren in september 2018 van tafel, waarop de omwonenden naar de rechter stapten. Zij vreesden kort gezegd voor onder meer parkeer- en geluidsoverlast en voor de verkeersveiligheid in hun buurt. Nadat deze zaak in oktober jl. door de rechtbank werd behandeld, trok de gemeente de vergunning op verzoek van het bedrijf in. De rechtbank doet echter alsnog uitspraak in deze zaak.

De gemeente hanteerde bij het verlenen van de vergunning een parkeernorm voor een sporthal. Volgens de rechtbank is dit een verkeerde duiding van de bestemming. Bovendien telde de gemeente de parkeerplaatsen op een pleintje bij de kerk mee als eigen terrein van het trampolinecentrum, terwijl dit volgens de rechtbank openbare parkeerplaatsen zijn en ze dus niet meegerekend hadden mogen worden.

Verder nam de gemeente in een onderzoek naar geluidsoverlast onterecht geen stemgeluiden van komende en vertrekkende bezoekers mee. De rechtbank oordeelt dat dit wel had moeten gebeuren. Ook is onvoldoende onderzocht of de verkeersveiligheid in het geding zou komen gelet op de hoeveelheid bezoekers en auto’s die van en naar het trampolinecentrum zouden gaan.

Omdat de vergunning inmiddels is ingetrokken, verklaart de rechtbank de bezwaren van eisers niet ontvankelijk. Zij bepaalt wel dat de gemeente het griffierecht dat één van de omwonenden betaalde om deze zaak voor de rechter te brengen, moet vergoeden.