'Grote zes' Premier League willen meer geld uit buitenlandse inkomsten

De zogenaamde 'Big 6' van de Premier League gaat een nieuwe gooi doen om meer geld uit de buitenlandse TV-pot te halen. Manchester United, Liverpool, Arsenal, Chelsea, Tottenham Hotspur and Manchester City brachten eerder dit seizoen al een voorstel in stemming, maar kregen toen nul op het rekest. 

In de Premier League worden de binnenlandse TV-rechten verdeeld op basis van de ranking in de Premier League. De inkomsten van de verkoop van de rechten in het buitenland wordt echter evenredig verdeeld over de twintig clubs. De grote zes vinden dat zij de Premier League meer waarde geven en vinden dat ze ook daar voor betaald mogen worden. De overige clubs vinden over het algemeen dat de redelijke mate van proportionaliteit in inkomsten van de Premier League belangrijk is voor de spanning in de competitie. Ze zijn het dan ook niet eens met de grote zes. 

De verkoop van de binnenlandse rechten 2019-2022 is echter relatief tegen gevallen. Het bedrag zal ongeveer uitkomen op ongeveer 5,1 miljard pond, wat ook voor deze cyclus (2016-2019) is neergelegd. De verwachting is dat de buitenlandse verkoop met 40% zal stijgen, maar daar gaat iedereen van profiteren en dus niet alleen de grote zes. Het verschil in inkomsten uit TV-rechten wordt de komende jaren tussen de nummer één en twintig van de competitie dus kleiner. Dit is tegen het zere been van de grote ploegen. 

In juni is er weer een vergadering met alle Premier League-ploegen. Een nieuw voorstel zal dan ter tafel komen en in stemming worden gebracht. Voor het wijzigen van de verdeling in TV-gelden is een 2/3e meerderheid nodig. Veertien van de twintig teams zullen dus voor het voorstel moeten stemmen. De vorige keer werd het voorstel met 9 tegen 11 verworpen.