Daders aanslag Nairobi kwamen uit vluchtelingenkamp

Minstens een van de vier verdachten van de terreuraanval op winkelcentrum Westgate in Nairobi woonde in een opvangkamp voor Somalische vluchtelingen in het noordwesten van Kenia. Dat hebben ingewijde veiligheidsfunctionarissen gezegd. Zondag tekenden Kenia, Somalië en de UNHCR een akkoord over de terugkeer van de vluchtelingen.

De verantwoordelijkheid voor de aanval van 21 september op het chique Westgate, die 67 mensen het leven kostte, is opgeëist door de Somalische terreurbeweging Al-Shabab. Over de vier mannen die op de drukke zaterdagmiddag een bloedbad aanrichtten onder winkelende hoofdstedelingen en vier dagen stand hielden tegen Keniaanse veiligheidstroepen is echter nog altijd weinig bekend.

Een van de verdachten is de 23-jarige Hassan Abdi Dhuhulow, een Somaliër wiens familie in 1999 naar Noorwegen emigreerde. Van Dhuhulows drie strijdmakkers heeft er volgens een bron bij de Keniaanse veiligheidsdiensten meer dan een gewoond in het vluchtelingenkamp Kakuma. Dat zou in ieder geval gelden voor Mohammed Abdinur Said, zoals een tweede verdachte volgens de bron, die anoniem wil blijven, heet.

Kenia maakt zich al jaren zorgen over de 475 duizend Somalische vluchtelingen die volgens officiële tellingen in Kenia verblijven. In kampen als Kakuma en het nog veel grotere Dadaab zouden Al-Shabab-strijders zijn ondergedoken, klaar om in Kenia toe te slaan.

Sinds het Keniaanse leger Somalië binnenviel om de strijd met de moslimextremisten aan te binden heeft Al-Shabab wraak gezworen. Strijders van de Somalische rebellenbeweging hebben in het buurland al meermalen aanslagen gepleegd.

Kenia kwam zondag met Somalië en de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties overeen dat de vluchtelingen hulp krijgen bij hun terugkeer naar hun vaderland. De UNHCR staat de Keniaanse autoriteiten bij in hun streven de veiligheid in de kampen te verbeteren, zei het hoofd van de vluchtelingenorganisatie in Kenia maandag.