'Energieakkoord is onvoldoende uitgewerkt'

Het energieakkoord moet verder worden uitgewerkt, omdat met de huidige voorgenomen maatregelen de beoogde energiebesparing niet wordt gehaald. Dat schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat samen met onderzoeksinstituut ECN het akkoord heeft doorgerekend.

Het energieakkoord kreeg van bijna vijftig organisaties vrijdag een krabbel. Afgesproken is dat jaarlijks het energieverbruik moet worden teruggebracht met anderhalf procent. Het doel is om in 2020 honderd petajoule bespaard te hebben. De huidige maatregelen leiden echter maar tot besparingen van 22 tot maximaal 60 petajoule, constateert het planbureau.

In het akkoord is ook afgesproken dat het aandeel duurzame energie van het huidige vier procent moeten worden verhoogd, tot veertien procent in 2020. In 2023 moet zestien procent worden gehaald. Het planbureau en ECN hebben berekend dat met optimistische schattingen die percentages kunnen worden gehaald. Daarbij is wel uitgegaan dat alle afspraken maximaal effect hebben en alle barrières rond windmolens worden geslecht. Ook moet het rijk zoals beloofd 375 miljoen euro daadwerkelijk uitgeven.

Het planbureau noemt het akkoord wel uniek, vanwege de vergaande betrokkenheid van stakeholders. "Het kan een trendbreuk worden in de manier waarop we voor de lange termijn onze energiehuishouding vormgeven."

Volgens het PBL hangt er veel af van wat er de komende jaren mee gedaan wordt. De onderzoekers raden aan om een sterke man of vrouw aan het hoofd te stellen van de SER-commissie die het akkoord gaat uitwerken. Ook moet er voldoende aandacht zijn voor de samenhang tussen de maatregelen op de korte en lange termijn, en moet jaarlijks transparant verslag worden gedaan van de inspanningen van alle partijen.