Aandeel hernieuwbare energie vrijwel stabiel

Het aandeel van hernieuwbare energie in de totale energievoorziening is vorig jaar vrijwel stabiel gebleven. In totaal kwam 4,37 procent van het totale energiegebruik uit duurzame bronnen, zoals biomassa en windenergie. In 2011 was dat percentage 4,33 procent. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek maandag.

Het aandeel hernieuwbare energie stijgt sinds 2009 met ongeveer 0,1 procentpunt per jaar. In de periode 2003 tot 2009 was de stijging mede door gunstige subsidieregelingen nog 0,4 procentpunt.

Bijna de helft van de hernieuwbare energie wordt gebruikt in de vorm van elektriciteit. Veertig procent wordt als warmte gebruikt. De rest is biobrandstof in vervoersmiddelen.

Bijna driekwart van de hernieuwbare energie komt uit biomassa, zoals afval of hout dat wordt verbrand. Bijna twintig procent komt uit windenergie. De overige bronnen van hernieuwbare energie, zoals zonne-energie en waterkracht zijn goed voor acht procent van de hernieuwbare bronnen.

Het kabinet wil dat het aandeel hernieuwbare energie in 2020 uitkomt op zestien procent. Daarmee moet klimaatverandering worden tegengegaan en moet de afhankelijkheid van olie en andere fossiele brandstoffen worden verminderd.