[OS 2012] De antwoorden van Rea Lenders

Op weg naar de Olympische Spelen van Londen kunnen lezers van FOK!sport vragen stellen aan sporters die komende zomer zullen deelnemen. De vijfde uit de serie is trampolinespringster Rea Lenders. Hieronder vind je haar antwoorden.

- Hoeveel uur train je per week en hoe ziet je trainingsweek eruit?
Ik train ongeveer 20 à 25 uur per week. Hiervan ben ik elke dag, afgezien van de vrije zondag, anderhalf tot twee uur op de trampoline te vinden. Verder zit ik vijf keer per week in de fitness om daar aan mijn conditie en kracht te werken. Ook heb ik eens per twee of drie weken een mentale training. Daarnaast zit ik ook regelmatig nog bij de fysiotherapeut en de masseur.

- Kun je net zoveel trainen als dat je zou willen of gewenst zou zijn?
Eigenlijk wel. Vroeger trainde ik 30 à 35 uur per week, waarbij ik twee keer per dag trampolinetraining had. Toen was ik begin 20 en heb drie of vier jaar geleden besloten om dit te minderen. Je wordt toch ouder en heb meer hersteltijd nodig aangezien het lichaam minder kan hebben. Ik rust nu dan ook veel meer en zit ook meer bij de masseur dan dat ik vroeger deed.

- Je springt al 25 jaar trampoline. Leer je nog nieuwe elementen of ligt de focus vooral op het perfectioneren van wat je al beheerst? En als je op nieuwe elementen traint, hoe gaat dat dan in zijn werk?
Het is nu vooral een kwestie van de routine perfectioneren. We zitten op 91 dagen (op het moment van het interview,red) van de Olympische Spelen en het is dan te kort dag om nog nieuwe elementen toe te voegen. Het is een kwestie van herhalen, herhalen en herhalen zodat het een automatisme wordt. Ik ben nu tien jaar geleden begonnen met deze routine en vind nog steeds dat het een ideale routine is voor mezelf. Het is ook nog steeds een goede routine internationaal gezien.

Bij een nieuw element of routine is het verschillend hoe lang het duurt om deze goed te beheersen. Over het algemeen kan het wel twee of drie jaar duren.

- Heb je bepaalde rituelen om je voor te bereiden op een wedstrijd?
Je steekt natuurlijk allereerst vele uren in de training van je routine. Op ongeveer vijf à zes weken voor een belangrijke wedstrijd gaan we dan beginnen met oefenwedstrijden. Ik doe dan op die dag alle rituelen voor een wedstrijd en spring dan ook in mijn wedstrijdoutfit. De trainer is dan de jury bij de twee à drie keer per week dat we dit dan doen.

Op een wedstrijddag ken je je oefening al en die voer ik dan ook niet meer compleet uit voor de wedstrijd. Ik doe dan maximaal een serie van vijf sprongen. Daarbuiten probeer ik vooral erg relaxt en rustig te zijn. Ik zet mijn muziek op en ben vooral met mezelf bezig. Zo heb ik geen last van randzaken.

- Kun je leven van het toptrampolinespringen?
Nee, niet alleen van het sporten zelf. Er zijn gewoon te weinig sponsoren geïnteresseerd in de trampolinesport en ze zullen niet zomaar besluiten een heel team om iemand heen te gaan bouwen. Ik moet het vooral hebben van de dingen om de sport heen.

In het verleden was ik, met tussenpozen, A-sporter en kreeg dus een vergoeding van NOC*NSF. Later heb ik ook deel uitgemaakt van de Defensie Topsportselectie. Nu ben ik via ‘Goud op de werkvloer’ van Randstad bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan de slag op parttime basis. Dat is absoluut een goede baan voor me.

Ik heb geen jaloezie ten opzichte van andere sporters wat dat betreft. Ik snap het wel dat het meeste geld naar de populairste sporten gaan zoals voetbal, maar bijvoorbeeld ook naar turnen. Misschien zal het helpen als er op grote toernooien medailles gehaald zullen worden. Maar nogmaals, ik heb totaal geen jaloezie naar andere sporters toe.

- Heb je al nagedacht wat je gaat doen na je succesvolle carrière in het trampolinespringen? Zie je voor jezelf later een rol weggelegd om meer Nederlandse trampolinespring(st)ers te krijgen?
Ik denk dat het al helpt door medailles te halen om meer trampolinespringers te krijgen in Nederland. Na 25 jaar ervaring in het trampolinespringen zie ik mezelf ook wel als boegbeeld van de sport in ons land en ben ook de enige Nederlandse vrouw die op het onderdeel de Spelen heeft gehaald. Ik denk er wel erover na om na mijn carrière iets ermee te gaan doen. Alleen weet ik nog niet wanneer dit is. Het kan zomaar nog vijf of zes jaar duren voordat ik stop. Ik vind het wel leuk om trainingen te geven en heb ook al de eerste papieren om dat te kunnen doen. Het past alleen op dit moment niet in mijn schema. Om eerlijk te zijn zie ik het ook wel als mijn plicht om mijn kennis over te dragen.

Je weet verder nooit hoe het gaat lopen met de populariteit van een sport. Het halen van een medaille of het winnen van een groot toernooi kan een sport een grote boost geven. Je zag het bij het darten toen Raymond van Barneveld begon te winnen. SBS6 ging toernooien uitzenden en daarna kwamen er veel talenten bovendrijven. Of toen Nicolien Sauerbreij bij het snowboarden goud haalde. Je zag gelijk dat de populariteit van de sport groeide en steeds meer mensen gingen snowboarden.

- Heb je het idee dat er een doorstroom qua nieuw talent is bij het trampolinespringen in Nederland aangezien het niet de grootste sport is in dit land?
Ik heb kort geleden bij het Europees kampioenschap nog een aantal goede jeugdmeisjes gezien van 13/14 jaar bij het jeugdtoernooi wat tegelijk gehouden werd. Het belangrijkste is echter of ze het op hun 18e of 19e ook nog leuk vinden om te doen. Er zijn ook springsters die na mij komen die nu begin twintig zijn en ook goed aan het worden zijn.

Het is dus vooral belangrijk of je ervoor kiest om toch voor het geld te gaan of voor de sport. Ikzelf heb toen de keuze gemaakt voor de sport, terwijl ik verder geen geld had. Toen koos ik ervoor om bij mijn coach en zijn vrouw te gaan wonen. Als je toch voor het geld kiest dan ben je er niet klaar voor om topsporter te zijn. De wil moet er zijn om iets van de sport te maken. De jonge trampolinespringsters kunnen ervoor kiezen om bijvoorbeeld in Den Bosch te wonen met of bij je ouders. Daar heb je een mooie trainingslocatie.

- Hoe ver denk je te kunnen komen op de Spelen? Ben je tevreden als je voor jezelf een goede wedstrijd geturnd hebt of verbind je er nog een minimale klassering aan?
Acht jaar geleden werd ik achtste in Athene en die prestatie houd ik wel in mijn achterhoofd. Ik wil graag beter presteren dan toen. Uiteraard ga ik voor goud, daar wil ik alles op alles voor zetten. Ik kan nog niet zeggen dat ik een medaille ga halen, maar zolang ik maar een goede routine neerzet. Hopelijk haal ik dan daarmee de finale en valt alles samen op 4 augustus (de wedstrijddag van Lenders,red).

Het kan allemaal gebeuren. Op het Olympic Test Event werd ik tweede en was daar totaal niet bezig met een medaille, maar vooral om mezelf rustig te houden. Als ik rustig ben, dan ben ik op mijn best. Bij onrust doe je gekke dingen en dat wil ik dus niet doen.

- Ga je tijdens je verblijf nog naar andere sporten/sporters kijken?
Mijn wedstrijddag is dus op 4 augustus en blijf daarna tot het einde op 12 augustus. Ik wil toch zeker proberen om bij schermer Bas Verwijlen en judoka Elisabeth Willeboordse te gaan kijken. Zij moeten echter wel voor mij in actie komen en weet nog niet of ik dan de hele dag in een sporthal wil en kan zitten. Dat zou slecht kunnen zijn voor mijn eigen voorbereiding. Verder wil wel gaan kijken bij de atletiek gaan kijken en bijvoorbeeld ook bij het hockey. Ik zal proberen zoveel mogelijk bij andere Nederlanders te kijken en hoop dat ze veel medailles binnen gaan halen. Mijn familie zal er ook drie dagen zijn en wil dan tijd met hun doorbrengen.

Verder zal ik graag naar de atletiekwedstrijden van Esther Akihary, de vriendin van Bas Verwijlen, willen gaan, als ze met de 4x100 meter estafetteteam mee mag. Ik weet alleen nog niet hoeveel en voor welke sporten er kaarten voor de atleten beschikbaar zullen zijn. Ook is nog niet bekend hoe dat geregeld zal worden. Ik weet al wel dat het voor mezelf al moeilijk was om kaarten voor vrienden te regelen voor het trampolinespringen. De kaartverkoop voor Londen verliep in ieder geval moeizaam.