Medewerkers Blackwater toch vervolgd
Medewerkers van het Amerikaanse beveiligingsbedrijf Blackwater worden toch vervolgd. Dat bepaalde een Amerikaans hof vrijdag. De medewerkers zouden betrokken zijn bij de dood van zeventien Irakezen.
Op 16 september 2007 richtten vijf beveiligingsmensen van Blackwater - dat nu Xe Services heet - een bloedbad aan in de Iraakse hoofdstad Bagdad. Zeventien Irakezen, onder wie vrouwen en kinderen, kwamen om het leven toen de Blackwater-bewakers van een Amerikaans konvooi lukraak om zich heen begonnen te schieten. Volgens Blackwater zouden zij uit noodweer hebben gehandeld.
De Verenigde Staten wees verzoeken van Irak om de beveiligers in dat land te berechten van de hand. Na een lang onderzoek werd de vijf bewakers veertien keer doodslag ten laste gelegd.
Eind 2009 werden de vijf bewakers door een rechtbank in Washington echter ontslagen van rechtsvervolging. Rechter Ricardo Urbina oordeelde dat er door het Amerikaanse ministerie van Justitie verkeerd met bewijsmateriaal was omgegaan en dat de grondwettelijke rechten van de bewakers geschonden zouden zijn. Het leidde tot woedende reacties in Irak.
Vrijdag oordeelden rechters dat Urbina de wet verkeerd geïnterpreteerd heeft. Zij bepaalden dat bewijsmateriaal tegen vier van de vijf verdachten heroverwogen moet worden. De aanklachten tegen de vijfde verdachte zijn komen te vervallen.
Hassan Jabir, een advocaat die ook geraakt werd bij de schietpartij, noemde de beslissing 'een grote opsteker voor degenen die gewond zijn geraakt bij het misdrijf van Blackwater'.
