Een rondje Monaco met Frentzen

De Grand Prix van Monaco is er een die iedere coureur wil winnen. Zo ook Heinz-Harald Frentzen, die op de A1 Ring slechts kon toekijken.

Er zijn enkele dingen veranderd aan het circuit Monte Carlo en Frentzen legt uit hoe hij denkt dat een ronde op het aangepaste circuit gereden moet worden.

"Ste Devote, de eerste bocht in Monaco, is te vergelijken met een trechter. Het wordt steeds smaller, vooral in de race als er auto's rondom je zijn. En in het verleden was de ingang hobbelig, hoewel een nieuwe asfaltlaag dat opgelost kan hebben. Ik ben nieuwsgierig naar de effecten daarvan. De eerste persoon die hier in de race van de lijn afwijkt, komt op gebruikt rubber, en dan ga je in de muur. Ze maken de baan na iedere training schoon, maar in de race moet je hier voorzichtig zijn.

Je moet iedere ronde erg nauwkeurig zijn. Je moet op precies dezelfde lijn zitten, en een kleine verslapping van de concentratie kan je uitschakelen. Er zijn een paar bochten in Monaco waar dit het geval is, en je moet ritme en concentratie houden.

De klim heuvelop naar Massenet is vrij eenvoudig, want hoewel de weg zigzagt neem je gewoon de enige standaarlijn door de bochten naar de linkerbocht Massenet. Je moet naar de apex sturen voordat je die kunt zien, omdat het door de vangrail niet te zien is. Je moet de bocht aanvoelen, in plaats van erin kijken. Je moet de weg vinden zonder visuele bevestiging, en je moet weer op exact dezelfde lijn zitten.

Er is ook maar een lijn naar Casino Square, de rechterbocht die volgt. Je speelt hier met de vangrail bij het uitkomen, maar er is een grote hobbel en je hebt de keuze tussen links houden en over de hobbel rijden, of naar rechts gaan langs de hobbel en met behoud van downforce. Persoonlijk kies ik voor een middenweg. In Casino Square verandert de balans van de wagen naarmate de race vordert. Je begint met onderstuur, maar de auto eindigt met overstuur voor je de banden vervangt. Je moet je ronde na ronde aanpassen.

De volgende is Mirabeau, een scherpe rechterbocht heuvelaf die leidt naar een belangrijke opeenvolging van bochten. De baan is hier hobbelig en je remt hard omdat je heuvelaf snelheid meeneemt, zodat er niet veel grip is. En terwijl je instuurt gaat de weg verder naar beneden en het wiel aan de binnenkant is in de lucht, zodat de grip verder verminderd wordt. Er is ook veel verandering van camber. De combinatie is erg opwindend.

Je acceleert snel naar beneden naar de Grand Hotel Hairpin, een linkerbocht die bekend werd onder de naam Loews. Deze bocht is ook erg lastig, want het is geen gewone hairpin. Als je met veel tractie uit Mirabeau komt kun je 145 km/u halen voordat je hard gaat remmen; bij minder tractie haal je misschien slechts 135 km/u, zodat je goed op moet letten hoe je de bocht benadert. Als de snelheid niet is wat je verwacht is het makkelijk de kerb aan de linkerkant te raken en de auto in de lucht te gooien en grip en snelheid te verliezen. Remmen en insturen zijn hier dus kritisch, en het is makkelijk een paar tienden te verliezen.

De naamloze rechterbocht die volgt is er weer een waar je voorzichtig moet zijn in de keuze van je lijn. Hoe goed je hier doorheen komt ligt ook aan hoe je de Grand Hotel Hairpin uitkomt. Dan komt Portier, de 90-graden bocht die je de tunnel in brengt. Je remt een beetje en gaat dan vroeg op het gas. De fout die je hier kunt maken is dat je te vroeg instuurt, dan kun je met het rechtervoorwiel tegen de vangrail komen, maar je moet er dichtbij komen om de bocht te halen.

Je gaat vol gas door de tunnel, maar je kan de schone lijn niet zien in het donkere deel zodat het moeilijk is om te zien of er olie verloren is. Vanuit het donker in het zonlicht is echter niet zo moeilijk. Het stuk naar de chicane is het snelste deel van het circuit; je rijdt rond de 280 als je bovenaan de heuvel komt, daar moet je echt beginnen met remmen als je de uitloopstrook wilt vermijden en de chicane wilt halen. Dit vereist het hardst remmen van het circuit, en je neemt de chicane in de eerste of tweede versnelling voordat je accelereert naar de vijfde versnelling richting Tabac.

De ingang hier was vrij hobbelig, maar is opnieuw geasfalteerd en nu wel goed. Ik vind de combinatie van Tabac's linkerbocht en dan de links/rechts combinatie bij het Zwembad leuk. Het is erg uitdagend, en er zijn veel mogelijkheden om het fout te doen. Er zijn veel verborgen lijnen. Het is ook lastig te beoordelen. Dit is een van die bochten waar de apex verborgen is, en de vangrail volgt geen perfecte cirkel zodat je uitgeschakeld kan worden door een kink als je probeert de vangrail te slaafs te volgen. De tunnel niet meegerekend, dat is niet echt een bocht, is deze links/rechts combinatie de snelste bocht van de baan.

Het circuit is dit jaar na het Zwembad veranderd, met een nieuwe ingang van Rascasse. Hierdoor zijn 2 cruciale punten waar je een ongeluk kon krijgen weggevallen. Het was altijd erg moeilijk als je te veel remde; je kon in de muur eindigen. Nu is er een uitloopstrook zodat je een beetje foutmarge hebt. Als je nu een fout maakt verlies je de ronde, maar niet noodzakelijk de auto. Je kon eindigen bij Stars & Bars voor een drankje!

Nu heb je een rechte lijn naar Rascasse maar je moet nog steeds voorzichtig zijn bij het remmen, natuurlijk, omdat je nu meer snelheid hebt. Je bent het risico in 2 bochten kwijt, maar moet bewust zijn van het gevaar in één. Ik ben nieuwsgierig naar hoe het er precies uitziet nu.

De laatste bocht heet Noghes, en is weer een lastige. Het is makkelijk de auto te laten glijden en de vangrail te raken. Het is er weer een waar je de apex niet kunt zien voordat je er bent. Je moet insturen terwijl je versnelt en er is een vreemde verandering van camber. Als je slechts een paar centimeter naast de lijn zit is het makkelijk met het rechtervoorwiel de vangrail te raken, en als je overstuur hebt bij het uitrijden, om de linkerachterkant te raken. De pit straight is niet echt recht, maar ze hebben er veel aan gedaan dit jaar en veel van de hobbels zijn verwijderd. Dat moet de start ook iets eenvoudiger maken."