De vrouw op de kaft

Het boek ligt eenzaam in de vierzitter. Een scherpe bocht naar links. Het boek schuift mee in de stoel, richting het gangpad, maar het blijft liggen. De bus mindert vaart. Er stappen nieuwe mensen in. Ze kijken, maar zien niets meer dan de vrije plek die ze willen bezetten voor de komende achttien minuten. Een blonde jongeman neemt schuin tegenover het boek plaats. De vrouw op de kaft kijkt hem aan. Ze verleidt hem, vingers tegen de mond. Ze blijft staren, knippert niet met haar grote ogen. Kijk naar me.

Hij is te druk met zijn telefoon om haar te zien. Diep in gedachten schuift hij zijn vingers over zijn mobiel. Het nieuws, social media, een domme app. Hij bekijkt zo veel, maar ziet tegelijkertijd helemaal niets. Kijk dan naar haar. Ze heeft je heel veel te vertellen. Ze wil je meenemen, op reis, verder dan deze bus ooit zal gaan. Ze wil dat je haar pakt, haar neemt, haar niet meer loslaat en nooit meer vergeet.

De vrouw blijft hem aankijken. Als de bus plots remt, schuift ze dichter naar hem. Hij kijkt haar aan, vluchtig, maar duikt zijn telefoon weer in. Mannen zijn tegenwoordig niet meer te verleiden met een stukje papier. 

Als de bus bij het station aankomt, stapt hij uit. De vrouw op de kaft reist eenzaam verder. De bus is leeg en zij blijft achter, wachtend op de eerste reiziger die haar vindt, nieuwsgierig is en haar in zich opneemt. Ze zal waarschijnlijk bij het oud papier belanden. Dat is ook een tweede leven. Maar ze hoopt haar verhaal nog wel vertellen, aan wie lef genoeg heeft om haar aan te raken, op te tillen en een tijdje mee te nemen in zijn leven. 

Voor die reiziger is dit verhaal. Neem haar mee, open je hart, lees het boek en geef het weer door. En die idioot die het boek achterliet? Dat was een Bookcrosser: iemand die gratis boeken achterlaat in openbare ruimtes, in de hoop er iemand mee te verrassen.