Vreemde gewoontes

'Goedemiddag. Welkom bij Ziggo. Heeft u een storing of hebt u een vraag over Ziggo Mobiel? Toets 1. Heeft u een vraag over uw factuur? Toets 2. Heeft u een vraag over onze producten? Toets 3. Voor overige vragen, toets 4.'
'Aloysius! Wat moet ik nu doen! Kom eens gauw!' Teutje Kreukel keek onder het roepen van haar man een beetje beteuterd naar haar mobieltje en drukte maar gauw op het bruine telefoontje om het gesprek te beëindigen.
Ze had toch al zo’n telefoonangst en nu kreeg ze ook nog eens een keuzemenu.

'Wat is er allemaal aan de hand, Teutje. Het leek wel of er een varken werd geslacht, zo ging je tekeer.' Aloysius kwam enigszins hijgend de kamer in. Hij was duidelijk ongerust na de kreten van zijn vrouw.
'Ach, dat stomme mobieltje ook. Hadden we die gewone telefoon nog maar. Die stelde nooit moeilijke vragen.' Teutje trok een pruillip. Aloysius fronste zijn wenkbrauwen.
'Wat voor moeilijke vragen dan, Teutje? Wie wilde je dan bellen?'
'Nou, gewoon. Ziggo. Toen je gisteravond naar de sigarenbandjesverzamelaarsclub was, wilde ik televisie kijken omdat de buurvrouw had verteld dat er iets leuks kwam. Dat kutding deed het echter niet. Heb je een nieuwe tv en dan doet hij het niet. Er kwam alleen een mededeling dat hij geen signaal ontving. Ik heb nog geprobeerd met dat kastje waar de antenne in zit bij het raam te gaan staan, omdat dat vroeger met de binnenantenne ook altijd lukte, maar hoe ik ook draaide, er gebeurde geen reet.' De mond van Aloysius viel een beetje open van verbazing. Meteen kwam er een sliertje kwijl uit.
'Teutje, je moet ook even dat kastje aanzetten met de andere afstandsbediening. Dat had ik toch nog gezegd toen hij was afgeleverd?' Hoofdschuddend liet Aloysius zien wat Teutje had moeten doen. 'Maar waarom vroeg je het niet meteen aan mij daarnet? Je hoefde Ziggo toch niet te bellen?' Hij keek zijn vrouw vragend aan.
'Nou, gewoon. Dokter Fallus heeft gezegd dat ik wat meer dingen zelf moet doen. Dat is goed voor mijn zelfvertrouwen. Hij zei er alleen niet bij dat ze tegenwoordig de dingen zo ingewikkeld maken dat mijn zelfvertrouwen er steeds verder op achteruit gaat.' Het huilen stond Teutje nader dan het lachen.

Nadat Aloysius Teutje had gekalmeerd met een mariakaakje en een kopje muntthee, vroeg hij haar wat ze eigenlijk per se had willen zien op tv. Ze keek namelijk niet vaak tv. Als ze haar eten ophad, kreeg ze meteen drang en moest dan naar de wc voor een grote boodschap. Na die boodschap ging ze dan eerst opruimen, afwassen en koffie zetten. Na de koffie ging ze naar haar hobbykamer. Ze had twee hobby's en die kwamen allebei iedere avond aan bod, maar ze moesten wel in de juiste volgorde. Als eerste was het navelpluisjes sparen aan de beurt. Ze had er al heel wat. Grote pluisjes, kleine pluisjes, grijze en witte. Als je goed keek, was er niet eentje hetzelfde. Ze hadden allemaal een andere kleur en een andere vorm. Eerst ging ze er een tijdje mee spelen. Ze liet ze tussen haar vingers rollen en rook er even aan. Daarna gingen ze in een potje. Dan was het de beurt aan de tweede hobby: spiegeltje kijken. Teutje had een drang om spiegels te kopen en moest iedere avond in al die spiegels kijken. Ze had ze in alle soorten en maten. Zelfs scheerspiegels. Het werd zo langzamerhand een avondvullende hobby, want er kwamen steeds meer spiegels in huis. Als ze dan in een spiegel keek, moest ze altijd 'Spiegeltje, spiegeltje in mijn hand, wie is de mooiste van het land?' zeggen. Gelukkig zeiden de spiegels nooit iets terug. Voor televisiekijken had Teutje dus 's avonds eigenlijk nooit tijd. Heel soms keek ze samen met Aloysius naar een programma van Omroep Max, want die zond dingen uit die ze nog van vroeger kende, maar verder kwam ze niet.

'Welk programma had de buurvrouw je dan aangeraden, Teutje?' vroeg Aloysius dus nieuwsgierig.
'Precies weet ik het niet, maar het was iets over mensen met gekke gewoontes. Iemand die bijvoorbeeld steeds zijn vingers natelt en dan altijd tot elf komt. Of iemand die alles wat hij met links aanraakt ook met rechts moet aanraken. Of op de zebra alleen op de witte strepen lopen, omdat je racist bent. Stom hè, Aloysius? De mensen doen soms de gekste dingen en ik was er wel nieuwsgierig naar. Maar nu heb ik het dus gemist.' Teutje keek weer een beetje sip, maar Aloysius moest erg lachen.
'Nou, Teutje. Dan kunnen ze jou ook wel filmen, hoor. Jij kan niet langs een HEMA lopen, of je wilt een worst.'
'Ja, maar dat is niet alleen als ik langs de HEMA loop, hoor Aloysius. En jij dan? Wie moet er per se het Wilhelmus zingen als hij klaarkomt? Je zult trouwens de tekst zo langzamerhand wel vergeten zijn.' Teutje begon zich een beetje op te winden. Maar nu werd haar man ook boos.
'Dat is ook niet gek, Teutje. Iedereen logeert toch liever in een viersterrenhotel dan in een oud en versleten bungalowtje? En wie heeft er dan eind oktober al de piek en de ballen voor onze kunstkerstboom in haar handen? Allemaal vanuit een psychische hunkering naar de kerst? Dik Fallus, die psychoknakker van je noemde het niet voor niets een onbewust seksueel verlangen waarbij de kerstboom het mannelijk geslachtsorgaan symboliseert.' De stoom kwam bijna uit de oren van Aloysius.
'Nou, Aloysius. Dat is ook vrij logisch. Het is al jaren de enige tijd in het jaar dat ik nog een piek met ballen in mijn handen kan houden en leuke dingen met een stijve stam kan doen. Trouwens, wie moest er naar een therapeut omdat hij steeds met blauwe ogen thuiskwam door zijn neiging om aan vrouwenkonten te zitten op straat?' Teutje keek haar man triomfantelijk aan. Maar dit keer had Aloysius zijn antwoord al meteen klaar.
'Ja, dat was ik. Maar met zo'n drang kun je tegenwoordig gewoon burgemeester worden, Teutje!'