De Hollandse gunfactor

Wie in Nederland succesvol genoeg is, heeft de ranzige lucht van de riooljournalistiek in zijn neus hangen. De bladen en nieuwszenders zijn dol op de relatiebreuken, roddels, slippertjes, modeflaters en regelrechte uitglijders. Het is geweldig om bekende mensen er een beetje onderuit te zien gaan. Tot zo ver geen nieuws. De publieke omroepen hebben hun eigen manier om mensen te kakken te zetten. De door spruitjeslucht omringde augurkslurpers op de nieuwsredacties kunnen waarschijnlijk niet meer tegen allerlei mogelijke bezuinigingen, want het ene na het andere onderwerp wordt zuurder en zuurder naar buiten gebracht.

De nieuwsvoorziening van de publieke omroep zou als taak moeten hebben om zo veel mogelijk onderwerpen op een zo objectief mogelijke wijze vorm te geven, zodat wij, het volk, een zo goed mogelijke beeldvorming kunnen ontwikkelen van de wereld om ons heen. Ik dacht altijd dat het nieuws een controlerende en onderzoekende taak had, maar de invulling die zij geven aan de invalshoeken om het nieuws te benaderen lijkt alsmaar negatiever. Het 65-jarige bestaan van de VVD werd in Nieuwsuur omgetoverd naar de centrale boodschap dat Rutte na zijn regeerperiode maar naar Brussel moet oprotten, de heropening van het Rijksmuseum stond in het kader van de strijd om de fietserstunnel voor het volk en het NOS Journaal heeft de paus meer besproken in het kader van het homohuwelijk en de junta dan de talrijke voorbeelden die er zijn van zijn inzet voor de armen.

Hebben wij Nederlanders de gunfactor nog wel? Vinden wij dat mensen die bekend zijn het wel verdienen, of is er veel jaloezie in het spel? Vooruit. We zijn calvinistisch opgevoed: hard werken en zuinig zijn, zijn belangrijke waarden. Maar je mag vooral niet je kop boven het maaiveld uitsteken, want “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.” We gunnen het iemand pas, als hij hard werkt voor zijn geld. De familie van John de Mol verdient hun gemakzuchtige baantjes op tv niet. Oud geld bestaat uit over het paard getilde lui, die alles te danken hebben aan pappie en mammie en niet op basis van hun talent. Zo’n Jim Bakkum, wat kan hij nou eigenlijk behalve het winnen van Idols omdat hij er destijds zo schattig uitzag?

Volgens de calvinistische aard verdienen die mensen het niet, want ze werken er niet hard voor en smijten met geld. Het gaat tegenwoordig niet meer om de achterliggende gedachte of ze hard werken of niet, want ergens wéten we wel dat je pas succesvol kan zijn als je er heel veel voor doet. Maar we moeten tegenwoordig zíen dat ze er hard voor werken. We houden van de zolderkamerideeën zoals Markplaats, omdat dat gewone mensen zijn die iets hebben bereikt. Gewone mensen zijn belangrijk, want dat betekent dat jij of ik óók iets kunnen bereiken. Daarbij heeft Nederland ook nog last van de lange-neuzen-theorie: “Wacht maar, als jij later groot bent en succesvol bent, dan trek jij een lange neus naar iedereen die je nu pest. Jouw tijd komt nog wel!” Maar voor de meeste mensen komt die tijd nooit. En als je niet positief kan zijn, dan hebben de geitenbreiers van de publieke omroep nog wel banen voor je.

Alleen Frans Bauer heeft de gunfactor nog. “Hij is zo gewoon gebleven”, betekent eigenlijk: “Het is en blijft een kamper”. Bovendien zijn zijn grootste fans vaak gehandicapt, dus die sympathieke zanger vormt geen bedreiging. Ook de lokale ondernemer krijgt vaak de gunfactor, want dat zijn de mensen die je ziet werken voor hun geld. Hoe groter de strijd, hoe meer sympathie zij krijgen. Totdat je uitgroeit tot een kruideniersmerk dat het grootste supermarktfiliaal van Nederland gaat openen. Dan komt de journalist van Brandpunt met de meerkeuzevraag of die Brabantse familie nou last heeft van boerenslimheid of hoogmoed? Het is een ontzettend flauwe en uiterst ingekleurde vraagstelling. De publieke omroepen besteden hun zuurverdiende centen precies zoals ze die ontvangen: een nieuwsbulletin omgeven met een walm van oudhollandse spruitjeslucht.