Het voordeel van Faceboek

Een vriendschapsverzoek. Ongelovig kijk ik naar de naam van degene die het vriendschapsverzoek naar mij heeft gestuurd. Ineke! Al jarenlang google ik regelmatig haar naam, zoek ik naar haar op Hyves en Facebook, maar tot nu toe zonder succes. Ja, zat dames die Ineke Bouma heten, en ik heb ellenlange lijsten bekeken, maar het was nooit 'mijn' Ineke. Ze leek wel van de aardbodem verdwenen, die vriendin van vroeger met wie ik zo graag weer in contact zou willen komen. We zijn elkaar uit het oog verloren, zoals dat soms gaat. En nu wil ze vrienden worden op Facebook! Wat leuk, dat ze mij dus kennelijk ook niet is vergeten!

Een tijdje geleden besloot ik om te stoppen met Hyves en Facebook, ook omdat er zo veel negatieve publiciteit over kwam in de pers. Dat maakte mij wel wat angstig. Mijn profiel staat dan wel niet openbaar, maar er kunnen dus gekke dingen gebeuren, zoals ik het heb begrepen. Toch houd ik daar altijd rekening mee, en heb wel mijn voorzorgsmaatregelen genomen. Maar het was er nog steeds niet van gekomen om mijn accounts op te heffen.

Rond de feestdagen las ik op Hyves het verhaal van een Hyvesvriendin. Ik ken haar niet persoonlijk, maar zij reageert vaak op mijn columns. Haar verhaal stond gewoon bij 'Wie, wat, waar' en ik schrok ervan, dat deze vrouw zo haar hele hebben en houwen op Hyves had gezet. Het ging over haar man die een ander bleek te hebben en die ze de deur gewezen had. Kijk, zulke verhalen vind ik zelf nogal gevaarlijk om in je sociale netwerk op het internet te dumpen. Ik houd het liever een beetje oppervlakkig. Werkgevers kijken tegenwoordig vaak bij het krijgen van sollicitatiebrieven of deze persoon op het internet te vinden is. Zo hoorde ik eens van een man die een baan als verslavingstherapeut niet had gekregen omdat hij op zijn Hyves foto's had geplaatst van zichzelf in beschonken toestand, met een biertje in zijn hand en met ontbloot bovenlijf. Dan kan je nog zo'n goede indruk maken bij het sollicitatiegesprek, maar echt heel serieus word je dan niet meer genomen. Wat dom!
Ik zal nooit dingen over mijn werk op Facebook of Hyves zetten. Ik werk in de kinderopvang en dat is gewoon privacygevoelig. Dus hooguit schrijf ik: 'Vandaag om half 8 beginnen, dus vroeg op,' of zoiets, maar daar houdt het dan wel mee op. Ook in de columns die ik schrijf denk ik goed na over welke onderwerpen het wel of niet verstandig is om iets te zeggen. Soms wel jammer, maar ik zou er niet aan moeten denken om in de problemen te komen op een of andere manier.

Wat ben ik nu blij, dat ik nog steeds Facebook heb! Sommige vrienden zie je bijna dagelijks, of behoren tot je familie, sommige vrienden voeg je wel toe, maar eigenlijk heb je niet zo veel met elkaar, en zo heel nu en dan kom je met iemand in contact die veel voor je heeft betekend en die je ook hebt gemist. Dat is bij Ineke zéker het geval. Natuurlijk accepteer ik haar vriendschap en onmiddellijk stuur ik een persoonlijk bericht naar haar. In een notendop mailen we heen en weer wat we pakweg de laatste twaalf jaar gedaan hebben, en het klikt weer net als vroeger. Herinneringen komen bij mij boven.

Ineke en ik leerden elkaar 25 jaar geleden kennen toen we collega's werden in de mini-supermarkt van ons mini-dorp. Het klikte meteen tussen ons en ik kwam dan ook vaak bij haar thuis. Ze had een schattig huisje en ik voelde mij daar helemaal op mijn gemak. We dronken bier, want dat was het enige dat ze altijd in huis had! Eigenlijk hield ik niet zo van bier, behalve als ik bij haar op bezoek was. Dan hoorde het er bij. Ze draaide vaak muziek en door haar heb ik de muziek van Joe Cocker leren kennen. En nog altijd moet ik aan haar denken als ik een nummer van hem hoor. Ze maakte een reis naar Tanzania, waar een vriendin van haar destijds woonde, en bleef wekenlang weg. Ik miste haar en was blij toen ze - zo bruin als een neger - weer terug was.

Zij wist dat ik gereformeerd was, maar had absoluut geen waardeoordeel, zoals veel andere mensen in mijn omgeving dat wél hadden. Ook moest ik altijd vroeg thuiskomen van mijn moeder. Ik was negentien of twintig, maar om uiterlijk elf uur moest ik thuis zijn. Dat lukte maar zelden als ik bij Ineke was. We hadden altijd zó veel te kletsen, dat hield niet op. Mijn moeder was niet zo blij met de vriendschap. Zij vond Ineke een meisje van de wereld, vijf jaar ouder dan ik en niet van een kerk. Sterker nog, ze werkte in het weekend soms in een discotheek, een plek die voor ons absoluut verboden terrein was. Mijn moeder was bang voor een bepaalde foute invloed. Ach ja, zo ging dat in die tijd... Maar het kon me niets schelen. De vriendschap met Ineke leverde mij heel veel op. Ik had veel aan deze vrolijke meid die zo positief in het leven stond. Ze maakte me vaak complimentjes en daar was ik niet zo aan gewend.

Toen ik trouwde, kwam zij op mijn bruiloft. Ik verhuisde naar het westen van het land, maar we bleven contact houden en deelden ons wel en wee met elkaar. In de tijd dat mijn oudste zoon een baby was, kwam ze zelfs een paar dagen logeren. Altijd, als ik een prei sta te snijden, denk ik aan Ineke. Tijdens die logeerpartij ging ik koken en zij stond gezellig in de keuken met me te kletsen. Ze zag, hoe ik een prei sneed: eerst in de lengte een paar inkepingen. Als je dan vervolgens de prei gaat snijden, dan krijg je meteen allemaal kleine stukjes. Zij vond dit heel erg slim en handig. En waarom ik dit nou precies onthouden heb? Geen idee. Misschien voelde ik me nog niet zo'n handige keukenprinses en had ik dit net even nodig.

Na die logeerpartij heb ik haar nooit meer gezien. Dat is dus nu zo'n 22 jaar geleden. We hebben elkaar nog wel regelmatig gebeld. Ik kreeg nog een zoon, daarna beviel zij van haar eerste zoon. Ik kreeg een dochter en jaren later kreeg zij ook een dochter. Tot die tijd, nu zo'n 12 jaar geleden hadden we dus nog telefonisch contact. Steeds minder, maar als we elkaar spraken, dan was het of we elkaar de dag ervoor nog gesproken hadden. In 2000 begon ik met een studie, stages en een baan. Het zou goed kunnen zijn - ik herinner me die periode tenminste als de drukste drie jaar van mijn leven - dat ik toen geen tijd meer had. Sowieso stond mijn sociale leven in die tijd op een laag pitje.

Vorig jaar zijn mijn man en ik nog in mijn oude woonplaats geweest. Ook toen hoopte ik haar tegen te komen. Maar misschien woonde ze er niet meer. Ach, het maakt nu niet meer uit: we hebben elkaar weer gevonden. Ze schreef me, dat ze mijn columns zo leuk vindt, heeft er ook al een aantal gelezen. Zij herkent me er helemaal in en ziet mij bepaalde dingen gewoon doen en zeggen.

Vanmiddag hebben we elkaar voor het eerst sinds jaren gesproken. We tetterden er weer net zo makkelijk op los als vroeger. En als we geen andere verplichtingen hadden gehad, dan hadden we nu nóg aan de telefoon gezeten.

Wat een geluk, dat ik nog steeds Facebook heb. Een mooie vriendschap van vroeger kan weer tot bloei komen!