Topboeken van 2011

"Kedeng kedeng, boeken lezen vind ik niet eng!" Met deze zin werden afgelopen zondag driehonderd Nederlanders geïnstalleerd tot de kernjury van de NS Publieksprijs. Driehonderd mensen die zich stuk voor stuk ontzettend bijzonder voelden, omdat zij schouder aan schouder, knie aan knie in een zaaltje in Amsterdam gutsten van het zweet. Het zweten houdt voorlopig niet op, want er zit geen enkel dun boek tussen de zes genomineerden voor deze prijs. Het kernjurylid dat zijn zware taak serieus neemt, heeft slechts zes weken tijd om exact 2698 pagina's te lezen, voor hij in een paar regeltjes aan moet geven welk favoriete boek zijn gewichtige stem krijgt.

De juryleden moeten hun taak met zorg uitvoeren, want de schrijvers hebben zeer hard gewerkt aan hun boeken. David van Reybrouck heeft vier jaar onderzoek gedaan voor zijn boek Congo, een geschiedenis. In zijn vijfde jaar begon hij pas met schrijven. Het vooronderzoek van Dick Swaab kan niet eens meer in een bepaalde tijd worden uitgedrukt, Wij zijn ons brein is immers het resultaat van zijn studie en levenswerk, waarin allerlei facetten van hersenonderzoek en gedrag uitgebreid worden toegelicht. Alleen Herman Koch heeft het zich wat gemakkelijker gemaakt: "Artsen vertelden mij dat het volstrekt ongeloofwaardig is dat de arts in mijn boek Zomerhuis met Zwembad een naald in zijn eigen oog stak, maar dat kan mij niet schelen, als de lezer het maar geloofwaardig vindt." Swaab en Koch lijken trouwens wel aan meer dingen schijt te hebben, aangezien zij hun interview gaven vanuit de boekenbeurs in China. Jawel, dat land zonder persvrijheid, maar dat is niet zo erg als je boek daar vertaald wordt voor een miljoenenmarkt.

Schrijvers die zo hard aan hun boek werken, moeten veel opgeven. Naast hun vaste werk gaat het meestal om luttele zaken zoals vrienden en het gezonde verstand. Zo ging Peter Buwalda tijdens het schrijven van Bonita Avenue in vier jaar tijd slechts vijf keer naar buiten. Alle vijf de keren ging het om een bezoek aan de tandarts. Vrienden vonden hem al een rare, maar door het schrijven van zijn boek had hij zich volledig van hen afgezonderd. Esther Verhoef moet zelf een Déjà Vu hebben beleefd toen ze het gelijknamige boek schreef, omdat ze zich bij het schrijven van dit werk weer gedurende langere tijd overal van afsloot. Het schrijven had op Arthur Japin weer andere bijwerkingen: hij hoorde stemmen. De personages in Vaslav spraken tegen hem, eisten hun eigen aandeel op en droegen hem op hoe het boek verder moest.

Schrijvers zijn sowieso volkomen kierewiet, want de kans dat een boek op de markt wordt gebracht is zeer klein. Wereldwijd sluiten steeds meer boekenwinkels hun deuren wegens faillissement door de concurrentie van online-boekenwinkels en de opkomst van het e-book, waardoor er verlies wordt gemaakt op de papieren versie. Kinderen hoeven op school steeds minder te lezen dankzij de vele uittreksels op internet en dankzij allerlei verfilmingen kan iedereen meepraten over de boeken die iedereen zou moeten kennen. Naast al die tegenslagen voor de boekenmarkt, wordt de Nederlandse markt ook nog eens overspoeld door vertalingen die zichzelf al hebben bewezen in het land van herkomst. Alleen de bestsellers worden consequent goed verkocht. Wie niet in de top tien terecht komt, heeft het nakijken.

De literatuurfan heeft te maken met nog een enge ontwikkeling. Tijdens Manuscripta, de opening van het boekenseizoen in de Westergasfabriek in Amsterdam van afgelopen zondag, presenteerden allerlei uitgevers hun eigen boeken. Niemand mocht een boek verkopen, maar dat was ook niet nodig; heel veel bezoekers brachten hun zelfgeschreven boek mee - ware uitblinkers in spelfouten en onjuistheden, waarschijnlijk in twee maanden bedacht en geschreven - om ze gratis te laten printen door aanbieders van printing on demand. De bestgelezen boeken draaien tegenwoordig toch alleen maar om een goede marketing, want bij veel boekhandels moet betaald worden voor een plekje in de etalage. Niemand controleert straks meer de kwaliteit van een boek, want wie geld heeft voor een grote marketingcampagne, zou best eens in de top tien van meest verkochte boeken kunnen komen. En het ergste is dat het niemand op zal vallen; de meeste lezers zijn zo gewend aan mainstreambagger, dat ze echte kwaliteit niet eens zouden herkennen. De verloedering van de boekenwereld is al begonnen.

Gelukkig bestaan er nog prijzen voor boeken, die een zekere mate van kwaliteit kunnen garanderen. Hoewel de NS Publieksprijs klinkt als een puur door het publiek gekozen boek, is de voorselectie natuurlijk zorgvuldig afgewogen, want dat kan je het volk natuurlijk niet zomaar in handen geven. Als literatuurfan ben ik daar blij mee, zeker omdat ik als een van de driehonderd mensen van de kernjury nu zes gratis topboeken in handen heb, die ik allemaal mag lezen. Maar ach, als kernjurylid gun ik het gewone volk natuurlijk ook de kans om te stemmen op hun favoriete boek. Dat hebben de échte schrijvers van deze tijd wel verdiend.