Mijn sterke blaas

Ik ben de trotse bezitter van een ijzersterke blaas! Zo, dat is eruit. Dit wilde ik nou eens delen met de mensheid. Jarenlange intensieve training is er aan vooraf gegaan om mijn blaas in topvorm te krijgen. Dus na al die gedane arbeid mag ik er best wel eens een keertje over opscheppen. Al wordt dat vooral door vrouwen gezien als een misdaad. En helemaal zo plompverloren als dat ik het nu doe.
Het is heel moeilijk om over jezelf op te scheppen en dat ondertussen te verbloemen. Mannen vinden het een natuurlijke zaak om op te scheppen. Neem nou van die opgepompte sportschoolkerels. Zij lopen als gorilla's door het straatbeeld met piepkleine T-shirts aan. ‘Kijk mij eens even gespierd wezen!' stralen zij aan alle kanten uit. Maar ook verbaal generen ze zich niet om trots te zijn op hun strak getraind lijf: " Hier, moet je mijn spierballen eens voelen!" En vervolgens spannen ze de spieren van hun bovenarm aan. Ze vinden ook, dat ze het recht hebben om op te scheppen, want ze hebben er immers keihard voor getraind?

Vrouwen steken heel anders in elkaar. Zij willen het ook wel hebben over hun sterke punten, maar eigenlijk is dat not-done. Dus moeten ze het verpakken. Dan kan het gebeuren dat een vrouw met een weelderige bos met krullen - waar ze stiekem nogal trots op is - opeens verzucht: "O, ik wou maar dat ik steil haar had. Mijn haar is zo dik en krullerig, ik kan er eigenlijk niets mee," waarop de gesprekspartner onmiddellijk zal reageren met: " O, maar ik vind jouw haar juist prachtig! Je mag trots wezen op die mooie krullen!" Doel bereikt.
Op zich niet erg. Iedereen vindt het wel eens prettig om een compliment te krijgen, en als je die bevestiging zoekt en krijgt, is dat alleen maar goed voor het zelfvertrouwen. Maar je hebt ook mensen die bevestiging zoeken door een ander te schofferen. Meteen moet ik aan mijn ex-schoonzusje denken. De zus van mijn ex-man. Zij was extreem dik. Dat zal ze nog wel zijn, maar ik vind het heerlijk om over die familie in de verleden tijd te kunnen spreken. Dat was een mooie bijkomstigheid bij de echtscheiding: ik raakte niet alleen mijn man kwijt, maar ook zijn hele familie.

Maar goed, die schoonzus. Ze had het roddelen tot een kunst verheven. Haar zinnen begonnen steevast met de woorden: " Ik wil niet roddelen hoor, maar wist je..." En dan kwam er hoop vals geblaat uit haar mond.
Zij was echt heel erg dik. Daar kon ze niks aan doen, want ze had zware botten. En ze had altijd honger. Daar kon ze ook niks aan doen. Ze sprak nooit over haar te dikke lijf. Wel over mijn - toen - te dunne lijf. "Bezeert mijn broertje zich nou nooit aan jou, als jullie in bed liggen?" krijste ze dan met een vileine grijns op haar gezicht. Haar stemvolume had net zo'n omvang als de volume van haar lijf. "Waarom draag jij eigenlijk een bh? Die heb jij toch niet nodig?" vroeg ze me eens in een bomvolle kamer. Dat soort dingen. En ik bleef altijd aardig. Dan kwam ze bij mij op verjaardagsvisite binnen gestampt en gelawaaid, en dan zei ik niét: "Hang je jas maar in de garage bij de andere kampeerspullen." Dan kwam ze de kamer in en haar ogen keken dan begerig naar de grote ronde slagroomtaart die in het midden van de tafel stond. Eén hand stak ze uit naar mij om me te feliciteren, haar andere hand verdween ondertussen tot aan haar pols in de taart. "Even een likje hoor!" schreeuwde ze dan. De taart was inmiddels getransformeerd tot tulband. Tot een grote donut. Ik was blij, als ze eindelijk met veel gepuf en gesteun op de bank was neergeploft. Maar dan begon het eigenlijk pas echt. "Neem jij geen taart? Jij moet er nog van groeien hoor!" Ik negeerde haar zo veel mogelijk, maar dat viel nog niet mee. "Ik heb vanmorgen stad en land afgezocht naar een passende bh," riep ze dan tegen mij, de rest van de visite negerend. "Die borsten van mij zijn ook zó groot! Nou ja, daar heb jij geen last van, toch? Hoewel? Met cup-negatief pas je eigenlijk ook niet in een bh. Wat is jouw cupmaat? Min-A?" En dan keek ze me met een valse blik in haar ogen aan. Nee. Daar had ik geen last van, zo'n grote borstomvang dat ik naar een speciaalzaak moest om een bh te kunnen kopen. Maar volgens mij moest zij ook stad en land afzoeken naar een broek waar die gigantische reet en bolle pens in gepropt moesten worden, maar daar hoorde ik haar nou nooit over.

Ik begrijp het wel, hoor. Als je heel erg dik bent, dan zit dat vet overal. De vetdeeltjes klimmen niet op vanuit de buikwand en roepen tegen elkaar als ze de borstpartij naderen: "Nee! Nee! Niet in de borsten, daar mogen we niet komen!" Voor vrouwen is de enige gewenste plek om vet op te slaan de boezem. Dus als je te vet bent, en je borsten zijn daardoor ook verworden tot twee grote vetklompen, dan wordt dat je statussymbool. Maar wat doen vrouwen dan? Ze gaan zuchten. En steunen. " Mannen kijken altijd direct naar mijn borsten. Ik ben toch meer dan een paar tieten?" klagen ze dan. Ja. Klopt. Veel meer. Wel 120 kilo meer dan twee borsten!

Vrouwen vinden opscheppen niet kunnen. Dus zijn ze heel creatief geworden in het verkapt opscheppen. Maar het gaat nog verder: veel vrouwen vinden het zelfs opschepperig om in te gaan op een compliment. Ik ook. Mijn man zegt het heel vaak tegen mij: "Dan maak ik je een compliment, en dan doe jij het teniet. Als ik iets aardigs zeg over je truitje, dan zeg je óf: ‘Joh, die heb ik allang,' óf je zegt: ‘ Het kostte maar vijf euro,' óf: ‘Het maakt me wel een beetje dik.' " Hij heeft gelijk. Maar als ik zou zeggen: " Ja hè? Het is ook een leuk truitje, en het staat me ook goed," dan zou ik alle vrouwenregels qua opscheppen met voeten treden. Dat doe je gewoon niet.
Ach, ach wat hebben mannen het dan toch eigenlijk gemakkelijk. Dit zou een mannengesprekje kunnen zijn: "Mooi wagentje." "Ja hè? En ik heb de motor helemaal zelf gereviseerd." "Zo, zo. Dat is niet niks."
Bij vrouwen zou een dergelijk gesprekje heel anders verlopen.
"Mooi jurkje." "Ja? Vind je het echt leuk?" "Ja, heel erg leuk. Mooi stofje ook. Duur zeker?" "Welnee joh! In de uitverkoop bij de H&M, kostte maar een tientje. Maar ik weet niet..." "Wat niet?" "Of de kleur me wel staat. En het model. Ik voel me er wel een beetje een propje in!" "Welnee meid! Ben je gek? Je hebt juist zo'n mooi figuur, daar zouden veel vrouwen een moord voor doen! Nee hoor, het staat je echt fantastisch." "O, nou ja. Gelukkig was het geen duur jurkje. Anders had ik het niet genomen hoor!"
Moeilijk gedoe, toch? Ik heb ook lang nagedacht hoe ik die sterke blaas van mij aan de orde kon stellen zonder opschepperig over te komen. Laat is eerst eens vertellen, hoe dat zo gekomen is.

Na elke bevalling - ik heb drie kinderen - ben ik naar postnatale gymnastiek geweest. Dat werd me aangeraden. Vrouwen kunnen incontinent raken na een bevalling, tenzij ze leren om de spieren van hun ‘ onderkantje' - zo noemde onze bekkenbodemjuf dat - te beheersen. Een vreemde vorm van sport. Vooral om als buitenstaander naar te kijken. Veel vrouwen gaan naar de sportschool om hun billen, buik en benen te trainen, ik trainde alles wat daartussen en vanbinnen zat. Beter kan ik het niet uitleggen.
Maar goed, daar stonden we dan. Op een rijtje. En dan moest je de ‘daar-houd-je-je-plas-mee-op' spieren aanspannen. En weer loslaten. En weer aanspannen. Dat leverde rare taferelen op. Vrouwen trokken de vreemdste gezichten. Bij de volgende oefening gebruikten we de ‘ hou -het-scheetje-maar-binnen' spieren. Ja heus, ik verzin het niet! En dan was er nog de vaginaoefening. Dichtknijpen die handel! ‘ Knijpen, knijpen, knijpen!' riep de bekkenbodemjuf dan. De sportlessen die zijn ons gaf, waren gebaseerd op vertrouwen. Niemand kon zien wat er zich daadwerkelijk in je onderbroek afspeelde. Of je inderdaad braaf de spieren aanspande waartoe de bekkenbodemjuf opdracht had gegeven, of dat je je incontinentieslip op je gemak stond vol te zeiken, dat werd niet gecontroleerd. Na tien weken werd er vanuit gegaan dat je volleerd plasophouder was geworden. Het heeft bij mij z'n vruchten wel afgeworpen. Als ik uit bed kom, ga ik naar de wc, maar soms ga ik de rest van de dag niet meer. Ik kan het heel lang ophouden. Goed hè?

En nee, ik kan niet, zoals andere topsporters mijn spieren aanspannen en zeggen: "Moet je mijn spierballen eens voelen!" Verder heb ik ook niet zo veel om over op te scheppen, dus dat zal ik ook niet doen.

Ook voor jullie is het prettig dat ik een blaastraining heb gedaan. Want voor nu stop ik weer een lange tijd met zeiken.