Ultiem recept voor ultiem geluk

De grens tussen geluk en ongeluk is bijzonder dun. Neem een veertigjarige multimiljonair, die de rest van zijn leven niet meer hoeft te werken en zijn dagen met een bloedmooie eega slijt op zijn immense landgoed langs de Zuid Franse kust. Niks mis mee toch? Maar als zijn hond wordt overreden, kan hij net zo instorten als een moeder wiens kind aan de honger en de cholera sterft.

Nu zou je denken dat een hond iets anders is dan een kind. Maar als deze beste man zijn emoties en zijn verdriet met hem op de loop laten gaan, kan hij net zo goed volledig kapot gaan en eindigen in één of andere stinkende, Franse goot. Terwijl de bewuste moeder haar verdriet wellicht wel een plek kan geven, als er nu net ná het overlijden van haar kind de juiste hulp komt en zij met de rest van haar gezin eindelijk uit de grootste ellende wordt gered en rust weet te vinden.

Alles is relatief of het is te relativeren. Alles kan een drama zijn, een drama worden of tot en drama worden gemaakt. Alles kan je sterker maken en alles kan je tot op je enkels afbreken. Deels afhankelijk van omstandigheden, die soms echt teveel kunnen worden voor een mens. Deels afhankelijk van de manier waarop iemand zelf kiest om er mee om te gaan.

Dat maakt het meteen ook zo lastig om een handleiding voor een gelukkig leven op te stellen. De commercie overspoelt ons met middelen om dolgelukkig van te worden, maar met een beetje verstand snapt iedereen dat een bepaald product geen structureel effect op je mate van geluk kan hebben. De samenleving lijkt vaak ook een soort van basispakket op te dringen, waarmee je minimaal een redelijk leven kunt leiden, maar daarbij wordt vergeten dat niet iedereen binnen een basispakket past. Zelfs de dames en heren psychologen en psychiaters redeneren doorgaans vanuit vaste stramienen en “gevallen”, waarin nu eenmaal moet worden uitgegaan van een vastomlijnd geval, dat bij individuele gevallen áltijd enige aanpassing vergt.

Mijn persoonlijke geluk heb ik altijd met name gevonden in de perioden dat ik gewoon tevreden was. Ook een vaag begrip, maar toch. Tevredenheid heeft de prettige eigenschap dat het op zich al relativeert. Tevredenheid houdt geen rekening met een onzekere toekomst. Natuurlijk kan alles morgen anders zijn, maar daar heb je in een tevreden staat geen last van. Morgen kun je tenslotte ook weer opnieuw besluiten om tevreden te zijn onder die veranderde omstandigheden.
Tevredenheid is dus feitelijk een keuze.

Er is echter een probleem met tevredenheid. Het is mogelijk om tevreden te zijn met een potentieel slechte of zelfs gevaarlijke situatie. We kennen allemaal mensen in beroerde relaties, die het ondanks alles verder wel goed vinden. Vrouwen die mentaal of fysiek worden mishandeld, maar besluiten dat het toch nooit veel beter gaat worden. Mensen kunnen veertig jaar in een klotebaan blijven hangen, omdat ze nooit een ambitie na hebben durven streven.

Met tevredenheid kun je jezelf dus ook stevig voor de gek houden. Het blijkt mogelijk om alle ellende te “vergeten” en door te gaan alsof er geen dreiging op de loer ligt. Je kunt je gelukkig voelen, terwijl je keukenla vol ligt met onbetaalde rekeningen of als een partner al tachtig keer aan heeft gegeven dat hij of zij niet gelukkig is binnen jullie relatie. Soms storten mensen zich ook simpelweg in een nieuwe relatie, omdat verliefdheid een perfecte emotie is om alle andere ellende mee weg te poetsen.

Oké. Ik heb met deze column dus nog altijd geen ultiem recept voor het ultieme geluk geboden. Al schrijvend hoopte ik dit stiekem wel te kunnen doen, omdat ik momenteel nu eenmaal behoorlijk met die vraag omhoog zit. Ik ben echter op een andere stelling uitgekomen.
Ik hoef niet altijd geforceerd gelukkig zijn.

Soms is ontevredenheid en de ervaring van ongeluk een signaal om iets te doen aan de situatie. En soms is dan acute actie nodig.