Tour 6: The man from Man

Er was eens een renner uit Douglas
Die gaf in de sprint weer eens plankgas
De rest zag hem gaan
Maar kwam er niet aan
Hij won of er niets aan de hand was

Ik ben toch benieuwd hoe in de meeste ploegen de tactiek van de dag wordt doorgenomen. Ik krijg de indruk dat de meeste ploegleiders tegen hun renners zeggen dat ze beslist niet moeten meegaan in een vlucht en dat de knechten allemaal zo dicht mogelijk bij de kopmannen moeten blijven in het peloton. Want hoe kan het anders dat vandaag de allereerste vluchtpoging alweer raak was?
Normaal gesproken is het eerste uur van een etappe in de Tour een gekkenhuis. De ene vluchtpoging na de andere en de renners in de vlucht die uiteindelijk slaagt, moeten zich dan nog heel lang uit de naad trappen om weg te komen. Maar dat is nu anders en dit heeft niets te maken met ‘het nieuwe wielrennen’ van Maarten Ducrot.
Laat ik eens een poging doen om het te begrijpen. Je hebt een aantal favorieten en die denken allemaal dat ze de Tour kunnen winnen. Dat zijn Contador van Astana, Evans van BMC, Schleck van Saxobank, Sastre van Cervelo, Armstrong van RadioShack, Menchov van Rabobank en Basso van Luiquigas. Dat zijn al zeven sterke ploegen die niet aanvallen in een vlakke etappe. Dan heb je de ploegen van de sprinters. Dat zijn Cavendish van Columbia, MwEwen van Katusha, Freire van Rabobank, Ciolek van Milram, Petacchi van Lampre, Farrar van Garmin, Hushovd van Cervelo en Boasson Hagen van Sky. Ook die hebben belang bij een rustige etappe met een vluchtersgroep die gemakkelijk gecontroleerd kan worden. Nou, dan blijven er nog maar een paar ploegjes over die wel wat willen en die zitten dan ook meteen in de eerste vlucht. Quickstep bijvoorbeeld. Iedere dag zit er wel iemand van Quickstep in de ontsnapping. Logisch, want hun sprinter Boonen kon niet mee naar de Tour, dus hebben ze alleen maar baat bij ontsnappingen.
Voor leukere etappes in de komende jaren zou het dus goed zijn als de Tourdirectie de ploegen verbiedt om favorieten en topsprinters mee te nemen. Dan krijg je wel strijd. Nu moeten we wachten op de bergen. Gelukkig komen die al snel.

Ik had nog hoop dat er in de laatste veertig kilometer nog wel wat zou gebeuren. Het peloton moest daar over een parcours met smalle, bochtige wegen en door veel dorpjes. Daar kun je nog wel eens wat proberen. Als je op zo’n parcours met vijftien man wegrijdt, dan kan een sprinterploeg veel moeilijker controleren. Maar ik had tevergeefs gehoopt.
Het werd een saaie etappe. Gutierrez sprong weg en kreeg de Fransman El Fares en de Belg Van der Walle mee. Toen ze bijna waren ingelopen sprong Gutierrez nog een keer weg en kreeg dus de prijs voor de strijdlustigste renner. Ook hij werd natuurlijk ingelopen en het werd een massasprint.
Een massasprint is best leuk om naar te kijken, ook als ze niet vallen. Als je goed kijkt dan zie je ze gooien, smijten, elkaar wegdrukken, slaan, bijten, in de ballen knijpen, aan de oren trekken, karatetrappen uitdelen en aan het truitje trekken.
Dit keer werd het geen lange sprint en dus won de jeugd. Petacchi, McEwen en Hushovd waren in het nadeel omdat er op vijfhonderd meter van de streep een scherpe bocht was. Daar moet je afremmen en daarna is de afstand naar de finish nog maar zo’n tweehonderd meter. Dan komt het aan op explosiviteit en dat is in het voordeel van de jonge sprinters. Bovendien liep het laatste stuk vals plat omhoog en daar heeft vooral Petacchi een hekel aan. Cavendish was vandaag wel heel erg sterk en won met twee lengtes.


De lul van de dag:

In ieder geval was Grabsch de lul van de dag. Ik zag hem meer aan de kant staan met lekke banden dan op zijn fiets zitten. Maar ik heb ook nog een lul van de vorige avond. Mart Smeets. Nu is dat niets bijzonders, want dat is hij van zichzelf al, maar nu maakte hij toch weer een blunder.
Gert Steegmans, de Belgische sprinter, was te gast bij Mart en het gesprek kwam op de champagnestreek waar de renners op dat moment waren. Gert zei dat zijn vrouw had verteld dat er door de winnaar van de etappe niet met champagne werd gespoten bij de huldiging. Er was namelijk helemaal geen champagne. Zij wist dat omdat ze rondemiss is en de renners moet kussen en daarom is Gert er ook. Ik heb mevrouw Steegmans gezien en zou haar ook niet alleen met die geile renners laten. Maar Mart maakte toen de slimme opmerking dat de Fransen het natuurlijk zonde vonden van die lekkere champagne.
Nee lul. Er is een heel oud wetsartikel in Frankrijk waarin staat dat champagne in de eigen streek niet voor andere commerciële doeleinden mag worden gebruikt dan de eigen. Daarom mag er helemaal geen champagne worden gedronken door de winnaar, al zouden de Tourbazen het nog zo graag willen.
Van der Walle, die nu zo lang in de ontsnapping meereed, was vorig jaar in de tweede etappe de lul van de dag. Hij viel, brak zijn sleutelbeen en kreeg een klaplong, maar reed de hele etappe uit. Ja, wielrenners zijn geen watjes.

Nu even over morgen.
De rit naar Gueugnon is met 227,5 kilometer de langste etappe van dit jaar. Het is wel een hele mooie etappe, want hij voert de renners door de Bourgogne. Ik heb daar vorig jaar een fietsvakantie van een weekje gehouden en de route van die fietsvakantie was schitterend. We begonnen in Saulieu en fietsten vervolgens naar Montbard, Chablis en Avallon. Chablis ligt niet ver van de route die de renners dit jaar fietsen, maar ze zullen geen tijd hebben om daar in de buurt een van de wijnboeren te bezoeken om de beroemde Chablis te proeven. Ik heb dat natuurlijk wel gedaan, want ik hoefde niet als eerste binnen te zijn en bovendien gingen de renners uit mijn groep gewoon mee naar die wijnboeren.
We zaten ook midden in de Morvan, een uitloper van het Centraal Massief. Dat is het gebied van de Charolais, een zeer oud, maar sterk koeienras, geroemd om de vleeskwaliteit. De Charolais is het hardst groeiende koeienras ter wereld.
Als je in de Bourgogne bent, dan moet je beslist eens in een restaurant Boeuf Bourguignon bestellen. Een stoofschotel die gemaakt is met vlees van de Charolais runderen en de Bourgondische rode wijn. Je eet je vingers er bij op, tenzij je met vork en mes eet. Je kunt het ook thuis maken, maar dan moet je je behelpen met vlees van Fries stamboekvee of nog erger. De wijn kun je hier wel kopen. Eigenlijk moet je voor het koken dan wel een cocotte hebben voor de bereiding.

Al eeuwenlang is er wijnbouw in de Bourgogne. Vooral dankzij de monniken kon de wijnbouw zich daar goed ontwikkelen. Ze hadden toch niets anders te doen naast het bidden en in de kloosters waren kelders voor de opslag van wijn. Zodoende kon de wijn goed rijpen.
Tegenwoordig zijn vooral de Pinot Noir en de Chardonnay zeer bekend. Eigenlijk hadden ze wel een lekker leventje, die monniken. Uitslapen, bidden, wijn verbouwen en zuipen en af en toe een beetje met elkaar rollebollen. Ik ben niet echt een wijndrinker, behalve soms bij het eten of in een restaurant, maar ik ben wel een Bourgondiër.
Ik geniet van het leven en dat kan heel goed met een lekkere Boeuf Bourguignon en een Pinot Noir. Maar ook van muziek kun je genieten en in de stad waar wij onze fietstocht begonnen, Saulieu, is elke zomer in het eerste weekend van augustus muziek uit de oude tijd: Cajun.
Cajun stamt uit 1764 en is afkomstig uit Louisiana. Saulieu wordt dan ook tijdens het festival omgedoopt tot Louisiana. Tegenwoordig is de Cajun gemoderniseerd en wordt in plaats van de akoestische gitaar de elektrische gebruikt en zijn basgitaar en drums toegevoegd, terwijl het vroeger meer accordeon en viool was.

De rit naar Gueugnon zal waarschijnlijk wel weer uitmonden in een massasprint, maar helemaal zeker is dat niet, want de Bourgogne is echt niet vlak. Drieëntwintig kilometer voor de finish is er nog een bergje van de vierde categorie. Niet echt iets om je als sprinter druk om te maken, maar als er een groepje weg is, moeten de ploegen van de sprinters daar wel opletten. Bedenk ook dat het dik boven de dertig graden zal zijn. En dat is warm tijdens het fietsen. Ik kan er over meepraten.