Gireendjes

Ik was vastbesloten; vandaag ging ik mijn grote wens vervullen. Niemand wist hier iets van af.  Nóg niet! Ik bereidde me zo goed mogelijk voor en reed naar Artis. Ik zette mijn auto op de parkeerplaats waar de bussen mogen parkeren en liep naar het loket. ‘Eén kaartje?’ Het meisje achter het loket keek verveeld. ‘Géén kaartje’, antwoordde ik resoluut. ‘Ik wil de directeur spreken.’ Het kind haalde haar schouders op en pakte de telefoon. Even later zei ze: ‘Loop maar door naar het kantoor. Tweede pad rechts.’

Ze werd vriendelijk door mij bedankt en even later had ik het kantoor gevonden. De directeur kwam me al tegemoet. Een corpulente man van een jaar of zestig. Met een grote zakdoek wiste hij het zweet van zijn voorhoofd. ‘Warm,’ zei hij verontschuldigend en ik knikte. Hij bood me een stoel aan in zijn kantoor en vroeg: ‘Wat kan ik voor u betekenen, mevrouw?’ Ik haalde diep adem en zei: ‘ Ik kom een giraf kopen.’ De directeur knikte. ‘Zo zo, een giraf. Waarom?’ ‘Ik spaar giraffes. Ik heb ze van steen, hout, porselein en stof. Maar ik wil een echte.’ De directeur stond op en hees zijn broek op. ‘Het is niet de gewoonte om dieren te verkopen aan particulieren. Zo zijn de regels in een dierentuin. Maar ik kan wel wat geld gebruiken, want ik zit slecht bij kas. Wat wilt u betalen voor een giraf?’ Ik had een bedrag van vijftig euro in mijn hoofd en dat bedrag noemde ik hem. Zijn ogen begonnen te stralen. ‘Vijftig euro? Zo zo! Dat is niet niks.’ Hij keek me ineens streng aan. ‘U woont toch niet in een flat hè? Dat is niet goed voor zijn nek.’ ‘Ik heb een vrijstaand huis met een grasveld en bomen.’ Dat leek hem te overtuigen. ‘Zullen we dan maar naar de giraffes gaan? Dan kunt u op uw gemakje een leuke uitzoeken.’

Zo gezegd, zo gedaan. Het bleek nog niet zo eenvoudig om een giraf uit te zoeken. Ik vond ze allemáál zo lief! Uiteindelijk liet ik mijn keuze op de kleinste vallen. Ik heb dat altijd met klein; zó vertederend! ‘ Dit is Brutus,’ sprak de directeur. ‘Goede keuze, het is een alleraardigst dier met een prettig karakter.’ ‘Brutus?’ herhaalde ik. ‘Wat is dat nou voor een naam voor een giraf?’ De directeur haalde zijn schouders op. ‘Tja, het is een rare naam. Maar Brutus werd midden in de nacht geboren, dus we moesten, voordat SBS6 kwam met hun filmploeg, een naam hebben. Brutus, dat was het enige dat we konden verzinnen. Het is nog een meisje ook, dus die naam slaat inderdaad nergens op.’ ‘Geeft niet,’ zei ik. ‘Ik verzin wel een mooie nieuwe naam.’
‘We hebben wel een probleem,’ bedacht de directeur ineens. ‘Hoe komt u ongezien met Brutus de dierentuin uit? Iedereen gaat vragen wat u met de giraf gaat doen en dan word ik op het matje geroepen door de…o nee, directeur ben ik zelf. Weet u wat? Ik haal een halsband met een riem en dan bent u gewoon de mevrouw die de giraffes uit komt laten!’ Hij holde weg zo hard zijn kleine dikke beentjes hem konden dragen.

Brutus kwam naar het gaas toe. Ik aaide haar vriendelijke snuit terwijl de tranen mij over de wangen biggelden. Mijn eigen giraf! Als kind droomde ik er al van, maar ik dacht altijd dat het een onmogelijke droom was. Nu zou het realiteit worden. Brutus likte met zijn lange tong de tranen van mijn gezicht.
Helemaal buiten adem, het zweet gutsend van zijn gezicht, kwam de directeur na een poosje terug met een riem en halsband én de sleutel van het hek. Een paar minuten later had ik Brutus naast me lopen op het pad. Ik gaf de directeur de vijftig euro en terwijl hij schichtig om zich heen keek, stak hij het geld vlug in zijn binnenzak. Hij liep mee naar de uitgang. Opeens bleef hij staan en sloeg zichzelf met zijn vlakke hand tegen zijn voorhoofd. ‘Stom, stom, stom,’ kreunde hij. ‘Hoe krijg je Brutus ooit mee naar huis? Ben je met de tram?’ vroeg hij angstig. Ik straalde. ‘Kom maar mee,’ zei ik en we liepen naar het parkeervak waar mijn auto mét aanhanger stond. Ik haalde vier touwen uit de kofferbak en maakte de laadklep van de aanhanger open. ‘Kom maar Fifi,’ zei ik zachtjes en de giraf luisterde onmiddellijk naar haar nieuwe naam en stapte de aanhanger in. ‘Braaf, braaf,’ riep ik enthousiast en samen met de directeur maakte ik met de touwen de poten van Fifi aan de aanhanger vast. ‘Zo, die staat stevig,’ zei de directeur tevreden. ‘Haar nek zal wel wat heen en weer gaan wiebelen in die open bak, maar die kan wel tegen een stootje. Ik zou maar niet te hard rijden als ik u was.’

Hij overhandigde mij een map met de gegevens van Fifi. ‘ Ze is ontwormd, maar nog niet gesteriliseerd. Je zult haar dus in de paringstijd in de gaten moeten houden en weghouden bij de mannetjes,’ zei hij, als een bezorgde vader. ‘Gelukkig hebben wij niet veel mannetjes in de buurt, de giraffes zijn bij ons dun gezaaid,’ antwoordde ik lachend. De directeur schudde somber zijn hoofd. ‘ Het maakt niet uit wát voor mannetje. Als een vrouwtjesgiraffe het in haar bol krijgt, om het zo maar te zeggen, dan rust ze niet eerder voordat ze een mannetje heeft gevonden. Wij hebben hier zelfs flamingo’s met hele lange nekken én vlekken. Ik denk niet dat u blij wordt van een kruising van Bru, ik bedoel Fifi, met bijvoorbeeld een vlinder.’ Ik schoot in de lach. Ik wist veel van giraffes, maar hier had ik echt nog nooit van gehoord. Het leek wel alsof er een klein steekje los zat aan hem, maar ach, de man bedoelde het goed en ik beloofde hem dan ook, dat ik het in de gaten zou houden.

Ik verliet de dierentuin met een heerlijk gevoel. Het was gelukt! Mijn wens was in vervulling gegaan, dankzij mijn eigen doorzettingsvermogen. De directeur zwaaide mij nog lang na en al toeterend en nagestaard door mensen ging ik op weg naar huis.

Toen ik thuis kwam vroeg mijn vriend: ‘Ben je lekker wezen winkelen, schat? Wat heb je voor moois gekocht?’ ‘Een giraf,’ antwoordde ik blij. Mijn vriend zag hoe blij ik het met dier was en zei: ‘Een huisdier brengt altijd gezelligheid,’ en gaf me een dikke zoen.
De kinderen vonden Fifi erg lief en beslist de leukste giraf die ze ooit hadden gezien. Fifi was dan ook erg braaf. ’s Morgens voor ik naar mijn werk ging liet ik haar uit en als ik weer thuis kwam begroette ze me enthousiast met haar lange tong. Een lik in mijn nek, een lik over mijn hand, schattig was het. Ze knabbelde blaadjes van de bomen en leek het prima naar haar zin te hebben bij ons. De kinderen reden rondjes op haar rug, soms galoppeerde Fifi zelfs voor de gein en probeerde daarbij te hinniken als een paard!

Maar op een dag gebeurde het: Fifi was al een tijdje onrustig en kribbig. Ze gooide de kinderen van haar rug af en als ik haar uitliet probeerde ze zich los te rukken. Normaal deed ze nooit zo en ik snapte er dan ook niks van. Die bewuste dag kwam ik beneden en keek naar buiten. Het vertrouwde beeld van Fifi, knabbelend aan de boomblaadjes ontbrak op deze morgen! Het hek stond open en de tuin was leeg. Ik rende in mijn ochtendjas naar buiten en zocht Fifi overal. Ik riep haar naam en toen ik haar niet vond raakte ik in paniek. Mijn vriend en kinderen hielpen mee met zoeken, want ze waren allemaal gehecht geraakt aan het beest. We zochten overal en eindelijk, éindelijk vonden we Fifi in het park bij de vijver, waar ze dromerig en tevreden voor zich uit stond te staren.

We hebben gezinsuitbreiding gekregen. Omdat we zelf nog geen vijver hebben staat het opblaaszwembad zolang in de tuin. De zes kindjes van Fifi zwemmen er heerlijk in rond. De eendjes zijn bruin met geel gevlekt, kleine hoorntjes op hun kopjes en kwastjes aan het uiteinde van hun staartje. Zo nu en dan komen ze het zwembadje uit waggelen op hun kleine zwemvliezen om te eten. Ze kunnen precies bij de onderste takken van de bomen en knabbelen tevreden aan de blaadjes. Fifi is een trotse moeder en als ik haar ga uitlaten lopen de gireendjes in een rijtje achter ons aan.

De directeur van de dierentuin is op kraamvisite geweest, tegelijk met de cameraploeg van SBS6. Hij moest weer zijn grote zakdoek tevoorschijn halen, maar dit keer om de tranen van ontroering uit zijn ogen te vegen.