'Je groeit in het onderwijs!'

"Beste mensen, we gaan beginnen!" zei ik. De klas praatte gewoon door.
"Kom op, jongens! Tassen van tafel, draai je om, gezichten deze kant op. Dan gaan we starten."
Het leek er niet op dat de klas hoorde wat ik zei.
"Jij daar, ga eens rechtop zitten!" zei ik tegen een jongen. Hij hing met zijn onderrug op de zitting van de stoel, die hij een kwartslag gedraaid had.
"Zo zit ik meer ontspannen en kan ik beter luisteren," mompelde hij, zonder aanstalten te maken.
"Waarom moeten we dit vak eigenlijk doen, meneer?" vroeg een meisje met een naveltruitje en stekeltjeshaar. Ineens was het rustig in het lokaal. Alle ogen waren op mij gericht.
"Om het diploma te kunnen halen," zei ik. "Als je dit beroep wilt leren, zul je toch ook wat theorie moeten doen."
"Maar ik wíl dit beroep later helemaal niet uitoefenen!"
"Dan heb je een probleem." De klas ging weer door elkaar praten.
"Ik wil naar de politieacademie," zei het meisje.
"Eigenlijk had ik fysiotherapie willen gaan doen," riep een ander.
"Ik wilde naar het HBO," zei de enige andere jongen in de groep.
"Kijk," legde ik uit. "Je hebt ervoor gekozen om deze middelbare beroepsopleiding te gaan doen, en dan moet je ..."
"Ja!" riep weer een ander meisje erdoorheen. "We móésten wel naar het MBO, omdat we te jong zijn voor het HBO."
"Niettemin, mensen," zuchtte ik. "Nu ben je hier. Je hebt er voor gekozen om hier dit lesprogramma te volgen. En dus gaan we nu beginnen met de les."
"Even wachten hoor!" riep een meisje van helemaal achter uit de klas. Ze had een telefoon aan haar oor.
"Wil je die telefoon nú uitdoen?" vroeg ik. "Je weet wat de regels zijn. Géén telefoon aan in de les."
"Ja, maar dit is héél belangrijk!" riep ze terug.
"Als er een noodgeval is, kan men ook naar de receptie bellen. Dan krijg je ook snel bericht. Dit stoort verschrikkelijk! Kom op, doe hem uit."
"Ja, dahaaag! Zo gaat het veel sneller. Ik ben zo klaar!"
"Nee, je doet hem nú uit."
Ze stond op. "Ik ga buiten wel verder met bellen."
"Als je buiten bent, blijf je ook buiten."
"Duh! Boeiuh." Ze liep met de telefoon aan haar oor in de richting van de deur.
"Ik noteer je als afwezig."
"Man, da's lullig!" riep ineens weer een heel ander meisje. "Weet jij veel hoe belangrijk het is?"
"Dat kan me niets schelen. Ik ben hier aangenomen om les te geven en dat ga ik nu doen."
Het meisje met de telefoon liep het lokaal uit. De deur sloeg dicht met een enorme klap.
"Oh, meneer," klonk het ineens vanuit een andere hoek van de klas. Een meisje met lang blond haar had haar vinger opgestoken. "Ik heb mijn boek niet bij me."
"Ik ook niet," zeiden twee anderen.
"Moesten we opdrachten maken, eigenlijk?" vroeg wéér een ander. "Ik ben er niet aan toegekomen."
"Ik ook niet," zeiden drie anderen.
"Mijn computer deed het niet, gisteren."
"Ik was al zó druk met een ander vak. Daar moest een werkstuk van af. En dat was voor een punt dat meetelt op het rapport. Dat ging even voor. Ik kon dit vak er gisterenavond niet óók nog bij hebben, hoor."
"Ik heb het wel gemaakt, maar ik heb het vergeten. Het ligt thuis op de keukentafel."
"Mijn goudvis was dood, en daar was ik erg door van slag."
"Ik moet even naar de wc. Ben zo terug."
"Hadden we huiswerk dan? Ik was er vorige keer niet. Dus ik heb niets gemaakt."
"Ik ook niet."
"Vorig jaar heb ik deze module ook al gehad, dus voor mij is het allemaal herhaling. Ik heb de antwoorden opgezocht in mijn schrift van vorig jaar.
"Mijn printer was kapot."
"Wat heeft het voor zin om deze opdrachten te maken? Het telt toch niet voor je eindcijfer. En waarom leg je eigenlijk zo veel uit? Geef ons toch gewoon je aantekeningen, dan leren we die en dan doen we die toets. Dan kan dit vak vervallen, dit semester."
"Ik heb dit later toch écht niet nodig, dus voor mij is het toch zinloos."
"Hè, jongens," zei ineens een meisje dat tot nog toe niets gezegd had. "Zo schiet het niet op met de les. Geef meneer eens de kans om gewoon les te geven. Dit is ook sneu voor hem."
Ik keek eens voorzichtig rond op de vloer, alsof ik iets zocht. Langzaam kromp ik ineen. Terwijl de grond aan mijn voeten openscheurde, en ik in het gapende gat verdween, dacht ik:

"Kutpubers, dat is net zoiets als groen gras, een kromme banaan of een ronde cirkel.
Je gróéit in het onderwijs!"

Apeldoorn, juni 2007