Mag het licht uit?

Als ik in het midden van de nacht over de snelwegen van de Randstad zoef in mijn benzineslurper, heb ik niet echt het gevoel dat we in Nederland nou heel erg bezig zijn met energiebezuinigingen. Of bezuinigingen van wat voor soort dan ook. Welke mafketel heeft besloten dat ons volledige wegennet voor die paar auto's per uur zo fel verlicht moet worden dat het nauwelijks meer uitmaakt of je de lichten van je auto aan hebt of niet?

Ik heb het natuurlijk niet over een donkere winterse ochtend- of avondspits, maar over die vrijwel uitgestorven uren tussen middernacht en de ochtenddrukte. Hoeveel geld en energie moeten we besteden aan die praktisch verlaten wegen? Maar al zoevend over die verlaten wegen kom ik ook nog langs talloze kantoorgebouwen van overheidsinstellingen die de hele nacht zonder ook maar enige reden verlicht worden. En langs historische gebouwen die de hele nacht prachtig uitgelicht worden voor de toeristen die met gesloten ogen in hun hotel liggen. En aan de randen van de Randstad passeer ik kilometers tuinders met hun kassen. Geen enkele moeite wordt er gedaan om al het licht 's nachts efficiënter te gebruiken. De lamp schijnt op de planten en kaatst daarna nutteloos de kas uit, de volledige omgeving in een oranje gloed dompelend.

Voor alle duidelijkheid: ik ben zelf een groot voorstander van een 24-uurs economie en een echt nachtmens. Ik ben geen geitenwollensokken boomknuffelaar en of een vogeltje een goede nachtrust krijgt of niet interesseert me eigenlijk vrij weinig. Een mens heeft geen oneindige sympathie en op een gegeven moment moet je prioriteiten stellen. Sorry, vogeltje. Maar tijdens de ontwikkeling van al het leven op aarde is gedurende de afgelopen paar miljard jaar één ding altijd constant gebleven - de cyclus van dag en nacht. Het is dan ook niet verwonderlijk dat al het leven zo ontwikkeld is dat het niet alleen om kan gaan met die cyclus, maar ook optimaal functioneert in een ritme van 24 uur. En op het ogenblik helpen we die cyclus volledig de vernieling in. Dat heeft ook invloed op onszelf, en daarmee wordt de prioriteit wat hoger, egocentrisch als wij mensen zijn.

Het simpelste en tot nu toe het wetenschappelijk best bewezen voorbeeld is de groei van de ogen bij kuikens. Het blijkt dat kuikens die tijdens de groei niet voldoende duisternis krijgen, misvormde ogen krijgen. In de natuur is dit al lastig voor vogels, maar het blijkt dat kinderen die tijdens hun eerste levensjaren slapen in kamers die niet voldoende verduisterd zijn, veel vaker een bril nodig hebben. Negeer kletspraat over lezen in een schemerige kamer, de echte boosdoeners zijn nachtlampjes en de lantaarnpaal voor het slaapkamerraam.

Maar als het alleen om een tikkeltje bijziendheid zou gaan, zou 't me nog altijd weinig boeien. Laser erop en klaar. Maar het is zeker dat ons lichaam (en dat van vrijwel al het leven op aarde) de stof melatonine alleen aanmaakt tijdens vrijwel volledige duisternis en dat juist die stof een belangrijke rol wordt toegedicht bij het voorkomen en bestrijden van allerlei ziektes door het lichaam zelf. Onderzoekers die met kanker geïnjecteerde ratten bestudeerden, kwamen tot de conclusie dat de ratten waarvan de kooien 's nachts volledig verduisterd waren veel langer leefden dan ratten in kooien die dag en nacht verlicht werden.

Epidemiologische studies van blinde mensen (die dus geen licht waarnemen en hoge melatonine spiegels hebben) geven aan dat zij significant minder last hebben van bepaalde vormen van kanker. Studies van mensen die de nachtdienst werken (en dus 's nachts blootgesteld worden aan veel licht en weinig melatonine aanmaken), geven aan dat bij die mensen vaker kanker voorkomt. Onderzoekers zijn nog huiverig voor overhaaste conclusies - het gaat hier om statistische studies en dat er een relatie is, wil niet automatisch zeggen dat die relatie er één is van oorzaak en gevolg.

Is dit alles reden voor paniek? Nee, dat zeker niet, maar reden voor zorg is het wel. Bedenk het volgende: ondanks dat we de afgelopen decennia een enorme hoeveelheid kankerverwekkende stoffen hebben geïdentificeerd en uit ons dagelijks leven hebben verbannen, neemt het percentage kinderen met leukemie nog steeds toe. Hoewel nog absoluut niet is aangetoond dat lichtvervuiling de oorzaak is, is het wel één van de factoren in onze omgeving die alleen maar blijft toenemen, en daarmee een belangrijke verdachte.

Vast staat dat kunstlicht een reëel effect op ons lichaam heeft, vast staat dat veel van de lichten die we 's nachts zien overbodig zijn, en vast staat dat er alleen maar meer bij komen. Hoe lang gaan we daarmee door? Tot natuurlijke duisternis een herinnering is uit een ver verleden van de primitieve mens? Beter omgaan met verlichting spaart niet alleen energie, geld en de nachtrust van een obscure salamandersoort die de meeste mensen toch nooit tegen gaan komen. Een gebrek aan duisternis zou wel eens een bedreiging voor onze eigen gezondheid kunnen zijn. En mochten toekomstige onderzoeken uitwijzen dat we 's nachts best tegen een beetje licht kunnen, zal ik dan tijdens mijn nachtelijke tochten ooit nog van een mooie sterrenhemel kunnen genieten?