Einde van de Geschiedenis

Het zou kunnen dat het je ontgaan is, maar er woedt al een tijdje een verhitte discussie in het land van de filosofie. Twee eeuwen geleden voorspelde Hegel namelijk het einde van de geschiedenis, en in 1989 meende Fukuyama dat het dan eindelijk zo ver was. Dat de kranten sindsdien nog vrijwel dagelijks volstaan met belangrijke gebeurtenissen overal op de wereld, zal je waarschijnlijk niet ontgaan zijn.

Het einde van de geschiedenis moet je dan ook niet zien als het einde van de wereld of het einde van gebeurtenissen. Het ging Hegel en Fukuyama om het einde van de strijd tussen ideologieën, en na de overwinning op het fascisme en het communisme lijkt de liberale (lees: kapitalistische) democratie de eindoverwinning behaald te hebben. Uiteindelijk zal de hele wereld kapitalistisch en vrij zijn, en zal het oplossen van andere problemen als vervuiling en armoede slechts een kanttekening in de geschiedenis van de mensheid zijn. Tot zover hun standpunt.

Ik ben er niet zo van overtuigd dat de liberale democratie de eindoverwinning al binnen heeft. Het fascisme is tijdens de tweede wereldoorlog weliswaar verslagen, maar dit is bereikt met een militaire overwinning en niet met een ideologische. Hoewel de meeste mensen in onze westerse beschaving gruwen van Hitler’s idealen, is het zijn leger geweest dat de oorlog verloren heeft, niet per definitie zijn gedachtegoed. Nu nog wordt dat gedachtegoed vooral verboden en niet op intellectueel vlak bestreden. Aanhangers worden gezien als smeulende kooltjes in de as van de ideologie in plaats van een serieuze groep mensen met een andere mening.

In een tijd waarin democratie echter steeds meer synoniem begint te worden met bureaucratie, wordt de roep om sterk leiderschap juist luider. Op het moment dat mensen het gevoel hebben dat hun land ten onder gaat, blijken die smeulende kooltjes snel op te kunnen laaien tot een om zich heen grijpend vuur. Nationalistische partijen maken een opmars in heel Europa. Dat die nu nog niet heel extreem zijn wil weinig zeggen, de NSDAP van Hitler begon ook relatief onschuldig.

Een andere ideologie die mijns inziens nog niet volledig overwonnen is, is natuurlijk de theocratie, ofwel het fundamentalisme. Zoals het afgelopen decennium is gebleken, zit een flink aantal volkeren helemaal niet te wachten op democratie. Zij willen het liefst een dictatorschap, waarbij de rol van alleenheerser aan God of Allah gegund wordt. Natuurlijk kun je je afvragen of fundamentalisme wel een echte tegenstander van de democratie is, als het de wens van het volk is om God’s wil wet te maken.

Toch vind ik dat een essentieel deel van een democratie de gelijkheid tussen inwoners is. Gelijkheid tussen rijk en arm, gelijkheid tussen leiders en onderdanen, en ook gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Aangezien sommige van die gelijkheden in een fundamentalistische samenleving ver te zoeken zijn, beschouw ik, als agnost, het fundamentalisme als een ideologische tegenstander van de liberale democratie. Een tegenstander die, dat mag duidelijk zijn, verre van overwonnen is.

Zelfs bij de overwinning op het communisme zet ik mijn vraagtekens. Ik moet daar echter wel bij zeggen dat ik dan met communisme het economische systeem als tegenhanger van kapitalisme bedoel, en niet het dictatoriale communisme zoals dat in Oost Europa bedreven werd. Dat systeem ging immers mede ten onder aan hebzuchtig en paranoïde leiderschap. Innovatie stopte doordat frisse ideeën als bedreiging voor de leiders gezien werden, wat levensgevaarlijk voor de vooruitstrevende denker was. Dat neemt niet weg dat de economie ook vast liep, omdat mensen er achter kwamen dat de beloning gelijk was, ongeacht hoe hard er gewerkt werd. Propaganda probeerde dit op te lossen door harde werkers te verheerlijken, maar uiteindelijk deed iedereen toch zo weinig mogelijk.

Uit dat laatste blijkt ook een tegenstelling die misschien nog wel veel belangrijker is dan die van de verschillende ideologieën onder elkaar: die van het idealisme tegen het egoïsme. Egoïsten kunnen hebzuchtig zijn - ze zullen alles doen om datgene wat ze willen hebben te verwerven en te behouden. Maar ze kunnen ook juist lui zijn, en proberen met zo min mogelijk inspanning te voldoen aan de levensbehoeften. In beide gevallen draait het uiteindelijk alleen om het behartigen van de eigen behoefte, of dat nou macht, geld, succes of juist geborgenheid is.

In een wereld met alleen egoïsten is iedere ideologie gedoemd om ten onder te gaan, zelfs de liberale democratie. Politici doen alles wat ze kunnen om aan de macht te komen, en kiezers stemmen op diegene waarvan ze denken dat die ze het meest zal brengen, en komen keer op keer bedrogen uit. Als het democratische deel niet op een gegeven moment stukloopt (of vervangen wordt door een kabinet dat net zo slecht is), zal het kapitalistische deel wel zorgen dat de wereld verwoest, vervuild en leeggezogen van natuurlijke grondstoffen zal achterblijven.

De idealisten zullen hier tegenwicht aan moeten bieden. Zij zullen het grote geheel in de gaten moeten houden, en moeten proberen om een stabiele en voorspoedige wereld te creëren, voortdurend tegengewerkt door niet alleen de egoïsten, maar door hun eigen, menselijke inborst. Pas als iedere leider verder kan kijken dan zijn eigen behoeftes, als iedere kiezer het belang van de gemeenschap, van de mensheid en zelfs dat van de wereld boven zijn eigen egoïstische wensen kan plaatsen, zal er een einde komen aan de geschiedenis. Ik zie het voorlopig nog niet gebeuren.