De voetbalschilder

De prijzen worden straks weer verdeeld in het voetbal, want we naderen het einde van het kalenderjaar 2004. Uiteraard doel ik op de individuele prijzen, zoals de titels voor de beste voetballer van de wereld en Europa. De lijstjes met genomineerden rollen weer binnen en de kenners buigen zich weer over de kansen van de laatst overgeblevenen. Dikwijls zegt de naam meer dan het niveau waarop de speler het hele jaar heeft gespeeld. Er kan de laatste jaren geen verkiezing voorbij gaan, zonder dat de namen van Zidane, Beckham, Ronaldo, Figo en Roberto Carlos op de shortlist staan.

Wat mij betreft wint er dit jaar eens iemand anders, iemand die nog niet direct tot die gevestigde orde hoort. Daarbij denk ik aan een Portugese Braziliaan. Luis Anderson de Souza werd in 1977 geboren in Brazilië en verhuisde naar Portugal om naam te maken. Die stap, naar Europa gaan, maken vele landgenoten van hem. De echte toppers trekken direct naar Spanje en Italië, de nog wat minder bekende jongens trekken naar wat kleinere landen. Met name Portugal is dan in trek, simpelweg omdat men de taal spreekt. Luis deed het ook, hij trok de Atlantische Oceaan over als een omgekeerde ontdekkingsreiziger en streek neer in Portugal.

Daar kwam hij terecht bij een klein clubje, Alverca. Een seizoen later al speelde hij voor het even kleine Salgueiros. Naar goed Braziliaans gebruik nam hij een voetbalnaam aan. De zijne werd Deco. Deco had een plan. Via Salgueiros wilde hij een transfer naar één van de drie grote Portugese clubs afdwingen, zoals daar zijn Sporting Portugal, Benfica en FC Porto. Het was die laatste club die wel wat zag in de kleine spelmaker en toehapte. Deco trok naar de “draken” en bevocht er met zijn teammaats de ridders van de tegenpartij. Zij schuwden geen enkele strijd en spuwden de laatste jaren ook buiten Portugal vuur. In het door coach Mourinho zorgvuldig geknede elftal werd Deco een belangrijke pion. De ploeg won in 2003 de UEFA Cup en in 2004 de Champions League en was op nationaal niveau de rest ook al ver ontgroeid.

Binnen het uitgekiende systeem met een ruit op het middenveld, was Deco de nummer 10. De spelmaker, de man die de aanval van munitie moest voorzien. Hij was echter geen ouderwetse luie spelmaker, maar ook iemand die verdedigende arbeid leverde en veel meters maakte. Deze week kwamen de statistieken van de Champions League binnen en in één van de twee duels met Manchester United bleek Deco bijna dertien kilometer gelopen te hebben. Dertien kilometer! Genoeg forensen die er de auto voor pakken. Ook de Portugese ploeg profiteert van zijn kunnen, aangezien Deco het Portugees staatsburgerschap aannam en nu de vaste spelmaker van de nationale ploeg is.

Als voetballer is Deco vrij uniek. Hij is een schilder. De bal is zijn penseel, waarover hij heer en meester is. Deco schildert zijn passes. Dan weer via een voorzichtige en subtiele veeg, dan weer een scherp getrokken rechte lijn en dan weer een grillige en verrassende curve. Heel af en toe zie je ook een explosieve pegel ontstaan uit zijn voeten, als hij zelf het vijandelijke doel onder vuur neemt. Deco scoort misschien niet veel, maar heeft wel het vermogen om belangrijke goals te maken. Denk alleen maar aan de Champions League-finale met AS Monaco.

Het zijn echter zijn geschilderde passes die het doen. Deco bepaalt waar hij de bal wil hebben en krijgt hem daar dan ook. Bovendien is hij bereid om zelf aan zijn penselen te komen, al moet hij er vele kilometers voor lopen. Deco werkt niet alleen op bestelling, zijn wedstrijdmentaliteit is geweldig. Natuurlijk zullen zijn tegenstanders erop wijzen dat hij soms wat makkelijk valt, maar kent niet elke kunstenaar een zwakke plek?

Deco zien spelen is geloven dat Leonardo da Vinci voetbalschoenen draagt. Deco’s Mona Lisa moet de Gouden Bal worden. Okee, hij won met Portugal het EK net niet en bij Barcelona blinken er behalve Deco nog wel meer spelers uit, maar zie het als een eerbetoon aan de moderne spelmaker. Ronaldinho, Henry en Shevchenko moeten dan nog maar een jaartje wachten. Met Zidane mag je nu niet meer aankomen. Die koning is dood en zijn troonopvolgers staan klaar. Deco is er één van en wat mij betreft zelfs de beste pure nummer 10 in de wereld op dit moment.

Nu ben ik benieuwd wat de journalisten en bondscoaches gaan doen. Geven ze Deco waarop hij recht heeft of zal ook voor de voetbalschilder gelden wat voor zoveel kunstenaars geldt? Namelijk dat de echte waardering pas ver na hun actieve periode komt.