'Tekort aan regels verhoogt kans op nieuwe ramp'

Door een gebrek aan regels is het risico op een ramp met gevaarlijke stoffen is nog net zo groot als ten tijde van de vuurwerkramp in Enschede in 2000. De regelgeving voor vuurwerk is na de ramp aangescherpt, maar het gevaar voor een ramp met andere stoffen is nog onverminderd groot. Dat stelt een voormalig rijksambtenaar in De Groene Amsterdammer.

De vuurwerkramp is volgens het weekblad een direct gevolg van het vervallen van cruciale bepalingen in de wetgeving die de veiligheid moest garanderen. Daardoor kon SE Fireworks, net als de hele vuurwerkbranche, ongestraft illegaal Chinees vuurwerk in Nederland vervoeren, opslaan en verhandelen. Dat zou blijken uit verklaringen en documenten van de ambtenaar.

Deze 'klokkenluider' was als specialist op het gebied van gevaarlijke stoffen betrokken bij regelgeving voor professioneel vuurwerk. Hij zou in 2004 uit 'gewetensnood' met zijn werk zijn gestopt. Hij is niet gehoord door de commissie-Oosting, die de ramp onderzocht. Hij wil anoniem blijven.

Eind jaren tachtig begon volgens het blad een juridisch steekspel tussen het toenmalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. VROM moest het dossier professioneel vuurwerk overnemen, maar weigerde.

Beide ministeries kenden namelijk de risico's die uit de gebrekkige wetgeving voortkwamen, concludeert het blad uit een toelichting op wetgeving die vijf maanden voor de ramp in de Staatscourant werd gepubliceerd. Bij de vuurwerkramp kwamen op 13 mei 2000 23 mensen om het leven. Bijna duizend mensen raakten gewond. De complete wijk Roombeek werd door de explosie weggevaagd.

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu kon woensdag niet direct reageren op het artikel.