Oorzaak vuurwerkramp blijft onduidelijk

De oorzaak van de vuurwerkramp in Enschede in 2000 blijft onduidelijk. Er zijn geen nieuwe feiten aan het licht gekomen die duidelijkheid geven over de oorzaak of die een nieuw strafrechtelijk onderzoek rechtvaardigen. Dat heeft de hoofdofficier van justitie in Almelo woensdag bekendgemaakt tijdens een persconferentie.

Wel wordt er opnieuw gekeken naar de rol van de voormalig hoofdverdachte André de V. Hij werd verdacht van brandstichting, maar is in 2003 vrijgesproken. Hij zat toen bijna tweeënhalf jaar vast.

Volgens de hoofdofficier is er een nieuw feitenonderzoek nodig om de twijfels die zijn ontstaan over de rol van De V. weg te nemen. Er is onder meer onduidelijkheid over de sporen op de sportbroek van De V. Het nieuwe onderzoek wordt geleid door het Openbaar Ministerie in Rotterdam.

Het onderzoeksteam concludeerde verder dat het dossier niet intact is en moeilijk toegankelijk is. Dat komt door de vele onderzoeken die tot nu toe zijn gehouden. Ook is er sporenmateriaal vernietigd. Het dossier moet opnieuw worden geordend zodat de waarde van nieuwe getuigenverklaringen in de toekomst sneller kan worden gecontroleerd.

Burgemeester van Enschede Peter den Oudsten heeft minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) gevraagd om een onafhankelijk oordeel te vellen over het dossier rond de vuurwerkramp. Er moet onder meer duidelijkheid komen of er juist is gehandeld en of er nader onderzoek nodig is. Opstelten neemt het verzoek in overweging.

De vuurwerkramp ontstond op 13 mei 2000 in het vuurwerkbedrijf SE Fireworks in de wijk Roombeek. In totaal 23 mensen kwamen om het leven. Bijna duizend mensen raakten gewond. De complete wijk werd bij de explosie weggevaagd.