Grote biljetten ineens populair

'Stop de persen!' riep het journaille wereldwijd toen zakenbank Lehman Brothers op 15 september 2008 viel en daarmee de kredietcrisis in een overdonderende stroomversnelling bracht.

'Start de persen!' zei de directie van de Europese Centrale Bank (ECB) niet lang daarna. Uit het vorige week verschenen jaarverslag van de ECB blijkt dat in de eerste helft van oktober een ware run is ontstaan op grote eurobiljetten.

"In reactie op de toegenomen spanningen op de financiële markten", schrijft de ECB, "werd in de eerste helft van oktober 2008 een sterke toename van het aantal eurobankbiljetten in omloop genoteerd, met een tegenwaarde van 35 tot 40 miljard euro."

Opvallend genoeg steeg met name de vraag naar biljetten van 100 en 500 euro. Van laatstgenoemde briefje waren er eind 2008 maar liefst 17,1 procent meer dan een jaar eerder. De stijging van grote eurocoupures werd volgens de ECB "in belangrijke mate veroorzaakt door vraag van buiten het eurogebied."

Hoe kan dat? De verklaring laat zich gemakkelijk raden. Toen Lehman Brothers de financiële wereld op zijn grondvesten deed schudden, zochten zenuwachtig geworden meer en minder welgestelden op grote schaal zekerheid in euro's. Niet op een bankrekening, maar gewoon als geld in het handje. De bankrekeningen werden geplunderd en 35 tot 40 miljard euro verdween in kluizen en onder matrassen. Met name niet-Europeanen verkozen de euro (waarschijnlijk) boven die tot voor kort andere harde munt, de dollar.

Eind 2008 waren er overigens 13,1 miljard eurobankbiljetten in omloop, met een waarde van 762,8 miljard euro. Dit is een toename van 8,3 procent in aantal en van 12,7 procent in waarde ten opzichte van eind 2007.

Al jaren stijgt het aantal eurobiljetten, maar in 2008 was de toename groter dan ooit. Met dank aan het financiële gegoochel van Lehman Brothers.


Grote biljetten ineens populair  (foto: DAG)