Gezanik achter de dijken

Thako van den Heuvel

“Nederland is niet de regel, maar de uitzondering.”

Dit is een zin die ik afgelopen weekend door een Nederlandse vrouw, die al twintig jaar in Moskou woont, hoorde uitspreken. Zij doelde hiermee met name op het gezeur, gezever en gezanik in Nederland, terwijl er weinig landen zijn waar zo weinig te klagen is. We moeten bijna verzinnen waar we over moeten klagen, maar dat hebben Nederlanders dan wel weer tot een topsport verheven. En als ik daar dan wat dieper over nadenk, begin ik me ook echt wel een beetje te schamen voor dat gezeik en gezanik. Dat oeverloze gezwam over zaken die er gewoon niet echt toe doen.

Oké. Waar staan we dan precies als Nederland? Even de pluspunten in vogelvlucht.
Onze staatsschuld is in deze wereldwijde financiële crisis relatief laag. We hebben bijna de laagste werkeloosheid van Europa. Het is ondenkbaar dat iemand geen medische hulp krijgt in Nederland. Voor zover we de laatste zestig jaar oorlog hebben gekend, zijn daar minder slachtoffers bij gevallen dan tijdens de grote NAVO-oefeningen, toen we nog dienstplicht kenden. Honger is letterlijk bijna onmogelijk achter onze dijken. En er is dan nog wel een onderlaag in de samenleving, die het verdomde slecht heeft, maar vergeleken met ontelbaar veel andere plekken in de wereld, valt dat ook nog wel mee en is Nederland zelfs voor een dakloze nog een paradijs.

Nog een paar praktische zaken. In Nederland valt de stroom zelden of nooit uit. Er is altijd stromend water. Telefoon- of internetstoringen zijn meestal zeer lokaal en na een uurtje opgelost. Onze wegen worden hooguit door de Duitse snelwegen overtroffen. Vertragingen van een half uurtje in de ochtendspits, op zo'n dichtbevolkt stukje aarde, zijn een lachertje als je het internationaal gaat bekijken. Een overgroot deel van de Nederlanders gaat minimaal één keer per jaar op vakantie, en dat dan nog wel in crisistijd.
We kunnen hooguit nog een beetje schelden op de NS. Maar zelfs daarin zijn we nog altijd verre van onderontwikkeld.

Nederland heeft 16 miljoen inwoners op een betrekkelijk klein stukje land. Met een stevige concentratie in de Randstad. Maar er zijn wereldsteden, die daar gewoon dik overheen gaan. Moskou 8 miljoen inwoners. New York ruim 8 miljoen inwoners. Peking 17,5 miljoen inwoners. Caïro 8 miljoen inwoners. Rio de Janeiro 18 miljoen inwoners. Washington 6 miljoen inwoners. Londen 7,3 miljoen inwoners. In deze steden wonen soms de helft en vaak zelfs meer mensen dan in heel Nederland, en dat dan enkel in stedelijk gebied. In Nederland hebben we in een paar steden, enkele tientallen wijken, waar je een concentratie van problemen ziet. In alle genoemde wereldsteden heb je concentraties van vele tienduizenden mensen in wijken, waar je absoluut niet veilig over straat kunt en waar abslolute anarchie heerst. Dus dan valt ook dat hier weer heel erg mee.

Wat Nederland nu nog eens extra speciaal maakt is, dat deze situatie eigenlijk al een jaar of zestig bestaat. Na de oorlog en na de Watersnoodramp is ons land in rap tempo weer opgekalefaterd en er beter dan ooit uitgekomen. Daarna hebben we in feite niet zo vreselijk veel ellende meer meegemaakt. Van een goed leven zijn we naar een betere leven gegaan, om uiteindelijk tot één van de rijkste volkjes ter wereld uit te groeien. Een score van 100% geluk gaan we echt niet bereiken. 100% tevreden krijg je 16 miljoen mensen ook nooit. Maar leven in Nederland kan onmogelijk slecht worden genoemd.

Oké. Waar maakt de Nederlander zich dan wel druk over?
Men strijdt voor vrijheid van meningsuiting, zolang die mening maar die van henzelf is. Alles moet kunnen, zolang je maar geen gekke dingen doet. Criminaliteit moet worden bestreden, maar sommige criminelen moet je harder aanpakken. Je moet jezelf kunnen zijn, maar die ander mag dan niet teveel van jou verschillen. Een pet is een recht, maar andere hoofdbedekking een bedreiging. Hufters in het verkeer zijn fout, maar we willen allemaal nog veel harder kunnen rijden. Er wordt gescholden op files, maar in die file zie je amper een auto met medereizigers. Iedereen moet een topbaan krijgen, maar het onderwijs wordt naar beneden bijgesteld, omdat studenten steeds luier worden. Drugsrunners- en dealers afschieten, maar af en toe een pilletje of een joint moet kunnen. Gezeik over de winnaar van Idols. Gezeur over een kwartje extra voor sigaretten. Gezanik over een zeilmeisje. Zielig doen over de heg van de buren, die 10 centimeter naar de verkeerde kant groeit. Discussies over het Eurovisie Songfestival! Een lallende FC Den Haag voetballer! Waarom Mark Rutte nog niet aan de vrouw is! Wie neukt de strak getrokken kut van Linda de Mol nu?

Nederland is de uitzondering op de regel. De uitzondering waar het zo verdomde goed wonen is, dat er uit verveling wordt geklaagd. Waar problemen worden verzonnen om nog wat te zeiken te hebben. Waar intussen haast niemand nog wil werken om daadwerkelijke problemen opgelost te krijgen. Een land waar niemand tevreden lijkt te kunnen zijn.

Af en toe zou ik zo weer een dijkje of twee door willen prikken, bij de volgende springvloed. Gewoon om te zien of we nog in staat zijn om er samen de schouders onder te zetten. Ik bedoel: je kunt de buurman nooit de schuld geven van een natuurramp en je hebt die buurman dan maar wat hard nodig, om zandzakken te sjouwen. En tijd om te zaniken is er dan even niet meer.

Oké. Ik heb die dijk dan wel doorgeprikt en zal daar beslist gezeik mee krijgen. Maar ik kan onmogelijk verantwoordelijk worden gehouden voor een natuurramp.