Pokkén Tournament
Bandai Namco heeft al een aardig trackrecord. Tekken, Smash Bros., Soulcalibur en de meer op anime gerichte fighters in de werelden van Naruto, Dragon Ball en JoJo’s Bizarre Adventure zijn op zich prima vechtspellen. Nu mag de ontwikkelaar bezig met een van de meest iconische franchises van afgelopen decennia: Pokémon.
Pokémon heeft dan weer een wat wisselender trackrecord, als het om spin-offs gaat. Nu zou een vechtspel met 150+ vechtersbazen wat teveel zijn, maar je snapt dat mijn verwachtingen van Pokkén Tournament hoog waren qua aantal Pokémon en unieke vechtstijlen. Bij games als Tekken zijn er dan meestal nog veel alternatieve modi om andere gameplay of doelen te krijgen, dus ik verwacht heel wat avonden donder en bliksem van onze Pikachu. Laat ik meteen met de deur in huis vallen: de hoeveelheid content valt tegen. Er is een oefenmodus, een tutorialmodus, een singleplayer-modus en er is multiplayer. Dat is wat mager.
Het is ook jammer dat er maar zestien personages zijn. Pikachu is er natuurlijk bij, maar waarom twee keer? Er is een normale versie en een Mexicaanse worstelaar in de vorm van de Pikachu Libre-versie. Zelf ben ik nog het meest gecharmeerd van de oude generatie, maar Squirtle of Bulbasaur zijn foetsie als personages. Er zijn nog dertig andere Pokémon in het spel, maar die zijn niet direct speelbaar. Voor elke match kies je een set van twee support-personages. Je kunt er per vechtronde maar één gebruiken, dus voor een ronde begint kies je dan één van de twee uit die set. Door te vechten speel je meer sets vrij, om op die manier tot dertig extra ondersteunende Pokémon te komen. Hetgeen je vrij kunt spelen met het toernooigeld dat je wint zijn allerlei kledingstukken voor jouw trainer, of voor de gids die je begeleidt op je Pokémon-avontuur. Daanaast zijn er allerlei vereisten om titels om je trainerskaart vrij te spelen, zoals het winnen van een x-aantal wedstrijden, of het doen van een x-aantal succesvolle speciale aanvallen. Je kunt ook spullen of titels vrij spelen met de Amiibo.
Goed, weinig content dus, maar wat er is, is wel erg over nagedacht. De makers van Pokkén Tournament weten weten ook wel dat de doelgroep ietsje anders is dan de gemiddelde Tekken. Dus is er allereerst een vrij uitgebreide tutorial-reeks in het menu te vinden. Van de basis-bewegingen tot combo’s en de meer geavanceerde mechanieken: het zit er allemaal in. Dus ook voor de gamers die nog nooit een vechtspel hebben aangeraakt is het makkelijk op te pakken, de leercurve is niet erg hoog. En met de nogal brede doelgroep die Pokémon trekt is dat goed. Maar wat kan je gids praten. In elke game, in elk menu babbelt ze raak. Gelukkig is dat in de opties te minderen of zelfs uit te zetten. En als je game in de originele taal wil spelen kan dat ook, mocht je je Japans willen oefenen.
In singleplayer begin je met je gekozen Pokémon alsof je in een echt toernooi bent, maar dan in een nieuwe league, die speciaal voor deze game is ontwikkeld. Het vechten is door te weinig variërende movesets erg makkelijk om voor iedereen te begrijpen, maar er is nog wel wat diepgang in andere mechanieken te vinden. Allereerst werkt het in de arena met fases. Je hebt een 3D-fase, waarin je Pokémon alle hoeken van de arena kan bereiken. Een heel mooi subtiel detail: de kamerhoek die je in deze modus hebt is zoals die al jaren staat in de echte Pokémon-games. Je kijkt dus als de trainer net achter de schouder van je gekozen Pokémon. Door speciale aanvallen te doen kom je in een fase-shift, waarin de game 2D wordt. Hierin word je in je bewegingsvrijheid beperkt en doen aanvallen meer schade. Op tijd in- en uitfaseren is dus de kunst.