Assassin's Creed III
Desmond gaat weer terug in de tijd en strandt in de Amerikaanse burgeroorlog waar hij als de indiaan Connor wraak neemt op de Britten en Tempeliers, die zijn dorp en het grondgebied eromheen willen hebben omdat daar een schat verborgen ligt. Indiaantje spelen was nog nooit zo leuk. En nog nooit zo bloederig.
Conner zit verstopt in een boom terwijl er een patrouille van vier soldaten onder hem voorbij komt lopen. Met een touwspeer trekt hij de achterste soldaat de boom in en laat hem hangen. De verstikkingsdood doet de rest, terwijl de overige soldaten achter Connor aan rennen om hem mores te leren. Een van de soldaten pakt zijn geweer en legt aan. De indiaan pakt een van de overige vijanden als levend schild en zijn schietgrage makker regelt onbedoeld de rest. Met de gevallen bajonet van het slachtoffer spietst hij de andere soldaat dood en rent op de soldaat af die aan het herladen is. Met een tijgersprong slaat hij met een tomahawk de schedel van de onfortuinlijke in. Ik kijk naar mijn gamepad. Dat was zo ongelofelijk tof dat ze er een film van moesten maken.
Seizoensgebonden
En dat gevoel komt wel vaker voor tijdens Assassin’s Creed III. Ubisoft heeft de laatste drie jaar drie Assassin’s Creed II-games uitgebracht met Ezio in de hoofdrol, maar ondertussen een team op dit deel gezet om meer te kunnen doen dan een paar gameplayelementen toe te voegen. En dat is ze dan ook gelukt. De motor van dit spel is AnvilNext, en deze engine zorgt voor indrukwekkende beelden op je scherm. De dag- en nachtcyclus zat al in de vorige games, maar dynamisch weer is nieuw. In de nacht door de bomen vluchten voor een patrouille terwijl het begint te regenen en te onweren geeft zo veel sfeer mee, prachtig gewoon. Daarnaast zijn er seizoenen, een ijzige vlakte verandert in de zomer in een drassig moeras waarin voortbewegen nog lastiger wordt. Het geeft net dat beetje meer variatie in het terrein, zodat het nieuw blijft aanvoelen, ook al ben je er al eens geweest.
Size does matter
Ubisoft heeft gezegd dat Assassin’s Creed III het tot nu grootste deel zou zijn en daar hebben ze helemaal gelijk in. Vergeet Italië. Vergeet Turkije. Boston, New York en de omgeving zijn bizar groot. Niet alleen de steden zorgen al voor aardig wat klim-, klauter- en loopwerk, maar de nederzettingen eromheen en de tijd die je nodig hebt om er te voet te komen zijn mindblowing. Het lopen met Connor is ook gemakkelijk: dit keer hoef je alleen maar een schouderknop ingedrukt te houden om te free-runnen, of dat nu in de stad is of door de bomen om sneaky langs patrouilles te gaan.
Gelukkig heb je de mogelijkheid om snel te reizen door op de kaart op specifieke plekken te klikken. Dit zorgt ervoor dat je in een paar minuten met een missie verder kunt gaan, in plaats van eerst een kwartier naar je bestemming te lopen. Wil je toch een kwartiertje tijd kwijt zijn, dan worden het er vast meer, want in de enorme valleien en bossen wemelt het van de wilde beesten.
Jagen loont
In die bossen en op die vlaktes kun je op wild jagen en dat gaat diepgaander dan alleen even je geweer te pakken. Je kunt vallen zetten, ze met pijl en boog neerschieten of bijvoorbeeld door op een tak aas naar beneden te gooien om beesten te lokken. Bevers, hazen en herten vluchten voor je weg, terwijl wolven, poema’s en beren de confrontatie wel aan willen gaan. Als dat gebeurt wordt het opgelost met quicktime events, dus er verschijnt op het scherm welke knop je moet indrukken. Reageer je te laat, dan krijg je aardig wat klappen of beten van zo’n beest. Heb je een dier doodgemaakt, dan vil je het. Met de spullen als klauwen en huiden zijn dan weer items te maken, of je verkoopt ze.
Veel te doen
Het begin van Assassin’s Creed III is verrassend genoeg om verder niets meer over het verhaal te vertellen. Je kunt nog niet alles doen in het begin, veel van de extra opdrachten komen pas als je verder bent in het verhaal. In het begin gaat het dus vrij lineair, maar na een paar hoofdstukken van het verhaal wordt het open wereld en kun je bijna overal gaan en staan waar je wil.
Je kunt het verhaal even vergeten en een gast met houten been gevonden schatten bezorgen. Hij geeft je na een bepaald aantal een locatie om een stuk van een schatkaart te vinden. Deze schatten liggen niet zo raar en veelvuldig verspreid als in eerdere delen. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je om de haverklap weer een icoontje ziet. Dit keer liggen ze dus op plekken waarvan je zegt 'oké, daarom heeft niemand deze gevonden'. Denk aan zwaar bewaakt in een fort, of in een geheime grot in de wildernis.
Naast het verhaal, het jagen en het schatten zoeken is er nog veel meer te doen. Assassins rekruteren bijvoorbeeld. Deze opdrachten duren nu wat langer en de mensen die je vindt zijn veel gevarieerder. Zo heb je een brute slager en een rebel die goed is met het geweer. Hierdoor heb je veel meer een band met de mensen. Als je dit keer fluit om hulp van je broeders zie je wie het is en ken je hem en zijn motieven.