Dark Souls-dagboek deel #3
Deel #1 van het dagboek:
Lief dagboek,
School was niet veel aan, de docenten leken er ook geen zin in te hebben. Linda heeft het uitgemaakt met Frank, maar ach, iedereen zag het al aankomen. Saaiheid en voorspelbaarheid leken de thema's van de dag. Dat veranderde toen de recensie-exemplaar van Dark Souls binnenkwam. Eerste gedachtes na een paar uur spelen: gruwelijk en $#^@%!
Demon's Souls was an sich geen moeilijke game. De snelheid waarmee je zelf steeds beter wordt is hoger dan de snelheid van de oplopende moeilijkheidsgraad van dat spel. Zodoende wordt de game steeds makkelijker. Demon's Souls vereist alleen wel een mentale switch van je, dat is het blok waar de meeste mensen tegenaan zijn gelopen. Als je eenmaal de spelregels leert valt het spel echter best mee. Rambo-strategieën werken niet en af en toe heb je het geduld nodig van een monk, maar als je de switch hebt kunnen maken is Demon's Souls ‘slechts' een heerlijke uitdagende game. Dit alles lijkt echter niet voor Dark Souls te gelden.
Bij de character creator heb ik voor de Pyromancer-klasse gekozen. Het is mijn bedoeling om van hem een battlemage te maken; vaardig met magie, maar als het moet ook sterk in close-combat. Eenmaal begonnen vallen een paar veranderingen ten opzichte van Demon's Souls gelijk op. Als je doodgaat, iets dat me al beschamend snel overkwam, word je personage een ‘Hallow' in plaats van een geest. Of het uiteindelijk op hetzelfde neerkomt, is op dit moment moeilijk vast te stellen, Dark Souls legt net als zijn voorganger bijna niets uit. Er zijn ook nieuwe controls, je kunt nu springen en een trap geven (handig om vijanden de afgrond in te schoppen).
De grootste verandering is echter hoe magie werkt. In plaats van een magic-bar die zichzelf langzaam bijvult moet je nu gebruik maken van spreuken die je slechts een aantal keer kunt gebruiken. Zo kan ik mijn Fireball-spreuk maar acht keer afvuren, hierdoor moet je een stuk zuiniger zijn dan in Demon's Souls. Je spreuken kunnen weer opgeladen worden als je bij een bonfire (checkpoint) rust, maar dan komen alle vijanden ook weer tot leven.
Na de tutorial word je overgevlogen door een enorme kraai naar de wereld van Dark Souls. In het begingebied hangen er een paar NPC's en is het redelijk veilig. Vanaf daar kun je ook gelijk drie totaal verschillende kanten op lopen. Je krijgt in eerste instantie het gevoel dat de wereld helemaal open is, maar al snel blijkt het ongeveer net zo lineair te zijn als zijn voorganger. Van de drie paden is namelijk alleen een ervan realistisch om te nemen, omdat je anders bijna onmiddellijk wordt afgeslacht. De andere 'lastige' paden twee simpelweg veel te sterke of zelfs onoverwinnelijke vijanden (geesten die je niet kunt aanraken). Verder beletten afgesloten deuren dat je te veel kunt rondneuzen.
Dark Souls is zoals beloofd een stuk meedogenlozer, in tegen stelling tot zijn voorganger wordt het niet echt makkelijker. De eerste vijanden zijn gelijk redelijk pittig. Verder kom je af en toe ‘unieke vijanden' tegen. Dit zijn optionele mini-bosses die meestal een item bewaken. Als je ze eenmaal hebt verslagen komen ze nooit meer terug. Ze lopen gewoon rond in de wereld en zijn niet in afgesloten gebieden zoals normale bosses. Het is verleidelijk om het gevecht met ze aan te gaan, helaas heeft die gretigheid mij al een paar keer het leven gekost. Ze zijn neergezet om je progressie te vernietigen en je slecht te laten voelen, heerlijk.
Na vele uren zweten, vloeken en genieten heb ik de eerste bel boven aan een toren laten rinkelen. Nu moet ik naar de tweede bel, een NPC vertelt mij dat het heel diep ondergronds ligt. Inmiddels ben ik dus weg van het zonnige dorp en bevind ik me in een donkere riool vol gigantische ratten en andere narigheid. De monsters zijn in ieder geval steeds meer misvormd, als een vrouw die steeds ouder wordt. Het ziet er naar uit dat de kracht van een monster direct gerelateerd is aan zijn lelijkheid, als een zaad-opslagplaats die steeds grijzer wordt. Ik ga morgen nog veel dieper ondergronds, waar waarschijnlijk nog weerzinwekkendere monsters wachten, net als bejaarde vrouwen die op een stille dood wachten.
Oh lief dagboek, wat is dit spel moeilijk.