Zorgen om groeiend tekort aan recreatieruimte

De ruimte voor recreatie staat in heel Nederland onder druk. Uit onderzoek dat de ANWB liet uitvoeren blijkt dat de groene ruimte per inwoner sinds 1900 met 80% is verminderd. Deze situatie zal in de toekomst nog nijpender worden als gevolg van de groeiende bevolking en toename van het toerisme.

Extra ruimte nodig
Om de hoeveelheid groen op peil te houden moet er tot 2030 ongeveer 27.000 hectare bij komen en is er tot 2050 zelfs zo’n 63.000 hectare extra nodig. Recreatieve ruimte is van groot belang voor de fysieke en mentale gezondheid en voor de leefbaarheid van Nederland. De ANWB vindt dat provincies en gemeenten recreatief groen daarom structureel moet opnemen in hun beleidsplannen.

In veel recreatie- en natuurgebieden is nu al sprake van recreatiedruk door een tekort aan recreatieruimte. Dit leidt tot spanningen tussen recreanten onderling en verstoring van de natuur. Anno 2023 is er gemiddeld in Nederland 308 m² groen per inwoner beschikbaar. Daarmee is de hoeveelheid recreatief groen in 100 jaar tijd met een factor 5 afgenomen.

Nieuwe wetgeving voor natuur herstel
Nieuwe Europese wetgeving moet ervoor zorgen dat beschadigde natuur wordt hersteld. Het voorstel houdt in dat tot 2030 geen nettoverlies aan groene stedelijke ruimte mag optreden en dat er in 2050 zelfs een toename van 5% groen moet zijn gerealiseerd. In het onderzoek zijn deze nieuwe richtlijnen vertaald naar concrete hectaren per provincie. Om het huidige tekort te compenseren, is in totaal ongeveer 27.000 hectare extra nodig tot 2030 en zo’n 63.000 hectare tot 2050. Wordt de gewenste toename van 5% meegerekend, dan moet er zelfs bijna 66.000 hectare bijkomen aan groene ruimte, een gebied ongeveer ter grootte van de Veluwe. Het onderzoek biedt allerlei aanbevelingen om tot de benodigde uitbreiding te komen en zal worden gedeeld met de provincies en de landelijke politiek.

Provincies staan de komende periode voor grote ruimtelijke opgaven, zoals woningbouw, infrastructuur en landbouw. De ANWB constateert dat recreatie en toerisme in de plannen onvoldoende aan bod komen.