Toeslagenaffaire trof vooral eenoudergezinnen

De toeslagenaffaire heeft vooral veel eenoudergezinnen getroffen, veel gezinnen met een migratieachtergrond en veel gezinnen met een laag inkomen. Dat blijkt uit gegevens die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft verzameld in opdracht van de Inspectie Justitie en Veiligheid.

De Inspectie JenV onderzoekt nu verder waarom gezinnen die slachtoffer zijn van de kinderopvangtoeslagaffaire te maken hebben gekregen met kinderbeschermingsmaatregelen. Zij publiceert vandaag de opzet hiervoor. Zij wil nagaan of en hoe het falen van de overheid in de toeslagenaffaire doorwerkte in de jeugdbescherming.

De CBS-tabellen vermelden kenmerken van gedupeerde gezinnen als de samenstelling van het huishouden, opleidingsniveau, herkomst, herkomstland, belangrijkste inkomstenbron, huishoudinkomen en vermogen. Daarmee is voor het eerst een feitelijk beeld opgesteld van de tot nu toe (on)bekende groep gedupeerden van de toeslagenaffaire.

Daarin werden tienduizenden ouders vanaf 2005 onterecht verdacht van fraude met kinderopvangtoeslag. Zij kwamen in financiële problemen omdat zij veel geld moesten terugbetalen aan de Belastingdienst. Overheid en rechtspraak beschermden hen hier niet tegen. De grondbeginselen van de rechtstaat zijn hierdoor geschonden.

Eerste beeld gedupeerde ouders
De CBS-tabellen laten zien dat de toeslagenaffaire vooral veel eenoudergezinnen trof, veel gezinnen met een migratieachtergrond, veel gezinnen met een laag inkomen, veel gezinnen met een bijstandsuitkering en veel gezinnen met een laag of negatief eigen vermogen.

De Inspectie JenV wil ook weten of toeslagouders mogelijk ongelijk behandeld zijn. Om de inspectievraag te beantwoorden, is het CBS nu de kenmerken aan het verzamelen van gezinnen die niet gedupeerd zijn door de toeslagenaffaire. Om zo te achterhalen of gedupeerde toeslaggezinnen een grotere kans hadden om te maken te krijgen met een kinderbeschermingsmaatregel (met of zonder een uithuisplaatsing) dan niet-gedupeerde gezinnen in overigens zo vergelijkbaar mogelijke kenmerken en omstandigheden.

Tweede deelonderzoek
Het tweede deelonderzoek dat de Inspectie JenV uitvoert, is onder meer een verdieping van de CBS-resultaten. Het moet bijvoorbeeld duidelijk maken waarom gedupeerde gezinnen te maken kregen met kinderbeschermingsmaatregelen, of de toeslagenaffaire bij hen mogelijk de maatregel in gang zette of dat proces versnelde. De bevindingen moeten verder aangeven welke factoren een rol speelden en wat de verbeterpunten zijn.

De Inspectie JenV betrekt bij dit onderzoek ouders, externe deskundigen en medewerkers uit de jeugdbeschermingsketen. Zij wil bijvoorbeeld gedupeerde gezinnen interviewen over hun ervaringen.

De Inspectie JenV is niet bevoegd om te bepalen of een kind terecht uit huis is geplaatst of niet.