NASCAR-coureur Hamlin wint in Last Great Colosseum en voorkomt superstunt

NASCAR-coureur Denny Hamlin heeft op de Bristol Motor Speedway zijn vierde zege van het jaar geboekt. In The Last Great Colosseum moest hij het uit de tenen trekken, want hij kende wel wat problemen gedurende de race, van schade tot ongelukkig getimede pitstops.

Met Hamlin en Kyle Larson voorop werd het veld op gang gevlagd voor 500 ronden in Thunder Valley. Het werd zoals gewoonlijk al snel onoverzichtelijk: binnen een ronde of vijftien werden de eerste achterblijvers op een ronde gezet en vanaf dat moment moesten de leiders constant om het 'verkeer' heen rijden.

De eerste caution volgde na tachtig ronden: Jimmie Johnson en Austin Dillon doken gezamenlijk de muur in. Hamlin leverde wat plekken in bij de pitstops, Larson pakte zo de leiding. Het einde van de stage leverde flink wat getouwtrek op tussen Larson en Chase Elliott, maar Larson hield vol en pakte de stage, voor Elliott en Martin Truex Jr.

Bij de pitstops pakte Elliott de leiding en hij vertrok dan ook als eerste bij de herstart, voor Kevin Harvick. De volgende caution liet niet lang op zich wachten: Aric Almirola kreeg een tikje van achterblijver JJ Yeley. Dat was ook balen voor Hamlin en zijn pitcrew, want hij was net onder groen naar binnen geweest voor een stop.

Truex en Blaney kwamen tijdens de pitstops naar voren en namen de leiding, tot Almirola spinde en samen met BJ McLeod stil kwam te staan: caution, die daarna werd opgevolgd door een volgende caution dankzij een spin van Clint Bowyer. Voor Harvick was dat het eindpunt van de race, want de winnaar van een week eerder gaf er met technische problemen de brui aan.

Kurt Busch en Daniel Suarez stopten tijdens de caution niet, om zo te strijden om de stagewinst, met succes: Busch won de stage, voor Suarez, Ryan Newman, Kyle Busch en William Byron. Dit keer werkte Kyle Busch zich via de pitstops naar de leiding, hoewel hij bij de herstart aan werd gevallen door Brad Keselowski en Elliott, waarbij Keselowski hem passeerde.

Chaos in Bristol (Bron: YouTube)

Met zo'n 150 ronden te gaan ontstond een duel tussen Keselowski en Kyle Busch, die elkaar vooral dankzij het verkeer continu inhaalden. De volgende caution kwam er al snel weer aan: Alex Bowman ging met een klapband rechtdoor tegen de muur, waarna Joey Logano en Byron daar tegenop reden, gelukkig wel zonder al te grote schade.

Na een caution volgt een herstart....en gelijk weer een caution: onder meer Michael McDowell, Jimmie Johnson en David Ragan hadden flinke schade, nadat Blaney Rickey Stenhouse de muur in duwde. Een sterk optreden van twee pitcrews zorgde voor een bijzondere startvolgorde bij de herstart, waar Erik Jones ineens de leiding had, voor Matt DiBenedetto en Elliott.

Hamlin kwam in de slotfase met rasse schreden naar voren en dus begon het spannend te worden voor underdog DiBenedetto. Met minder dan twintig ronden te rijden zat Hamlin vol op zijn achterbumper en een paar ronden later nam hij de leiding definitief over. DiBenedetto bleef nog knap in de buurt, maar werd twee achter Hamlin en voor Keselowski, waarmee hij zichzelf wel in de kijker reed - DiBenedetto heeft nog geen zitje voor volgend jaar en haalde nu zijn beste resultaat ooit.

Hamlin's allereerste reactie na afloop was overigens duidelijk genoeg wat betreft de prestatie van DiBenedetto: "Het spijt me zó enorm voor Matt, dit was zo'n gigantisch moment geweest voor hem en zijn team..hij heeft écht geweldig gereden", aldus de winnaar, die zijn 35e Cup Series-zege boekte.

Hamlin na afloop (Bron: YouTube)