De Mos adviseert Keizer nieuw systeem

Ajax-trainer Marcel Keizer gaf na het duel met VVV-Venlo aan dat hij niet om Klaas-Jan Huntelaar heen kan en hem op wil stellen met Kasper Dolberg.

De coach zei de interlandperiode te gaan gebruiken om te bedenken hoe hij met zowel Huntelaar als Kasper Dolberg in de ploeg kon spelen. Aad de Mos denkt de oplossing te hebben. Hij adviseert Keizer om over te stappen naar een 3-4-3-systeem.

De Mos gaat ervan uit dat een achterhoede bestaande uit Joël Veltman, Matthijs de Ligt en Maximilian Wöber goed met veel ruimte in de rug kan spelen. Voor de verdediging kiest hij voor Frenkie de Jong. “Het is niet alleen maar Dolberg en Huntelaar, je moet de spelers op de goede plaats zetten, zodat je een geoliede machine krijgt”, laat De Mos weten in gesprek met Ajax Showtime.

“Iedereen speelt in deze 3-4-3 in balbezit in een positie waar hij zijn ei kwijt kan. Met deze formatie kun je domineren, omdat het middenveld heel sterk is. Natuurlijk kan het ook tegen Feyenoord en PSV. Je domineert de wedstrijd met een extra mannetje op het middenveld en Veltman, De Ligt en Wöber kunnen makkelijk met die ruimtes in de rug spelen.”

De ex-trainer van onder meer Ajax, KV Mechelen en PSV verwacht dat de Amsterdammers de tegenstanders kunnen gaan verrassen met Dolberg en Huntelaar afwisselend in de punt van de aanval.

“Je kunt bijvoorbeeld ook twintig minuten met Huntelaar op tien spelen, dan weet de tegenstander ook niet wie er in de punt komt. Dat is prettig en als één van de twee op is, dan zet je Siem de Jong erbij”, klinkt het. “Keizer is wel een vaardig iemand die dit wel zou durven. Hij heeft een beetje geluk nodig dat alles in de plooi valt en dat hij punten gaat pakken, dan komt het vertrouwen vanzelf.”

Tegen ploegen met drie aanvallers, zal er volgens De Mos verdedigend meer gevraagd worden van Frenkie de Jong. “Dan kan hij voor of naast De Ligt gaan spelen, dat moet hij zelf uitzoeken. Ik zou willen dat Ajax de wedstrijd domineert en dan moet de tegenstander zich aanpassen. Dat is geen pretje voor de tegenstander, met een De Jong die steeds inschuift.”