G7 wil nog dit jaar TTIP invoeren
De zeven belangrijkste industrielanden willen nog voor het eind van het jaar een raamovereenkomst voor het draconische handelsverdrag tussen de VS en Europa. Dat werd maandag bekendgemaakt bij het slot van de G7-top in het Duitse Elmau. Aan het verdrag wordt al sinds 2013 gewerkt.
Het gaat om het zogeheten Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP), ofwel het trans-Atlantisch handels- en investeringsverdrag, dat moet zorgen voor een goedkoper en eenvoudiger handel. In Elmau werd afgesproken dat haast wordt gemaakt met het aanpakken van de resterende pijnpunten.
TTIP is in essentie een verdrag dat het landen onmogelijk maakt wetten te maken en in te voeren die de inkomsten schaden van - vooral Amerikaanse - multinationals. Zo kunnen er Amerikaanse producten op de Europese markt verschijnen die ingrediënten bevatten die hier verboden zijn. Ook krijgen bedrijven de mogelijkheid schadevergoedingen te eisen van overheden en regeringen voor de rechter te dagen als hun inkomsten worden geschonden door wetgeving.
TTIP zet ook de deur wijd open voor het indienen van miljoenenclaims tegen bijvoorbeeld downloaders van films, series of muziek, naar Amerikaanse stijl. TTIP was voorheen bekend onder onder andere de naam SOPA. TTIP gaat echter veel verder en geeft Amerikaanse bedrijven veel juridische mogelijkheden om wetgeving mbt milieu of gezondheid tegen te houden.