Idsinga profiteerde van belastingtruc met dubieuze fiscale constructie

De gisteren per direct afgetreden staatssecretaris van Financiën, Folkert Idsinga (NSC), gebruikte een fiscale constructie waardoor hij vermoedelijk meer belastingvoordeel genoot dan de totale waarde van zijn initiële investering. Zijn belang in een bedrijf dat algen produceert, leverde hem een forse belastingteruggave op, wat bij experts vragen oproept. Zij bestempelen deze opzet als een ‘fiscaal agressieve’ constructie.

De voormalige Zuidas-belastingadviseur Idsinga heeft een flink vermogen opgebouwd tijdens zijn carrière en bezit nu ruim zes miljoen euro aan aandelen en spaargeld. Tot nu toe weigerde hij details te geven over specifieke investeringen, wat voor journalisten en het publiek reden was om door te vragen. Een onderzoeksjournalistieke samenwerking tussen NOS en Nieuwsuur bracht vervolgens aan het licht dat Idsinga een meerderheidsaandeel bezit in Algaerator 906 B.V., een bedrijf dat machines beheert voor de productie van plantaardige eiwitten uit algen. Idsinga deed deze investering in 2019, enige tijd voordat hij in 2021 Kamerlid werd voor de VVD. In 2023 stapte hij over naar NSC.

Algaerator 906 komt door de productie van plantaardige eiwitten in aanmerking voor belastingvoordelen. Maar fiscaal experts twijfelen of Idsinga hier als ondernemer handelde of als belegger, wat essentieel is voor het al dan niet verkrijgen van belastingvoordeel. Het belastingvoordeel is namelijk bedoeld om duurzaam ondernemerschap aan te jagen en niet om grote sommen belastinggeld aan beleggers uit te keren.

In zijn reactie op de recente ophef omschreef Idsinga zichzelf als ondernemer, wat hem volgens belastingwetgeving recht gaf op de erg gunstige aftrekpost. "Bij dit soort fiscale constructies zien we vaak dat belastingvoordelen voor ondernemers door beleggers worden gebruikt," zegt Martijn Nouwen, universitair docent belastingrecht aan de Universiteit Leiden. "Dit stelt hen in staat om een aanzienlijk belastingvoordeel te ontvangen." Door zichzelf ondernemer te noemen, heeft Idsinga recht op aftrekposten die beleggers doorgaans niet krijgen, wat bij experts overkomt als een bewuste belastingtruc.

Belastingconstructies zoals die van Idsinga zorgen al jaren voor hoofdbrekens bij de Belastingdienst, zeker wanneer het onderscheid tussen ondernemerschap en beleggen moeilijk is vast te stellen. Volgens hoogleraar belastingrecht Jan Vleggeert zouden bewindspersonen niet betrokken moeten zijn bij dergelijke belastingtrucs. Hij noemt het gebruik van aftrekposten door particulieren met vermogen belastingontwijking en stelt dat deze voordelen bedoeld zijn om milieuvriendelijke ondernemers te stimuleren.

In de aanloop naar zijn aanstelling als staatssecretaris, benaderden de NOS en Nieuwsuur Idsinga met vragen over de fiscale constructie. Idsinga gaf aan dat hij vooraf overleg had gevoerd met de Belastingdienst, die bevestigde dat zijn fiscale opzet binnen de regels viel. Deze afspraak, een ‘ruling’ genaamd, kreeg echter kritiek van belastingexpert Vleggeert, die zich afvraagt waarom de Belastingdienst hiermee instemt en welke andere belastingconstructies wellicht op dezelfde manier worden goedgekeurd.

Na zijn aftreden ontkende Idsinga dat zijn beslissing iets te maken had met de controversiële belastingtruc. Hij noemde de beschuldiging van belastingontwijking ‘onzin’ en benadrukte dat zijn constructie wettelijk correct is. Daarmee negeert hij dat zaken die juridisch correct zijn, nog steeds immoreel kunnen zijn. Een staatsecretaris van Financiën die zichzelf verrijkte door te profiteren van een belastingtruc lijkt daar een duidelijk voorbeeld van.