Radicaal rechts is de vijand van de wetenschap

De opkomst van radicaal-rechtse partijen in Europese regeringen leidt tot grote zorgen bij wetenschappers. Deze partijen, die zich voornamelijk richten op immigratie, lijken weinig interesse te hebben in onderzoek en innovatie, aldus experts. Ook in Nederland, waar de Partij voor de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders sinds juli deel uitmaakt van de coalitie, worden onderzoekers geconfronteerd met een bezuiniging van maar liefst 1 miljard euro op de onderzoeksbegroting de grootste in decennia.

Caspar van den Berg, voorzitter van de koepelorganisatie Universiteiten van Nederland, spreekt van ‘historische bezuinigingen’. “Het is opvallend dat juist onderzoek, onderwijs en innovatie het hardst worden getroffen van alle sectoren,” aldus van den Berg. Ook in landen als Italië, Hongarije, Slowakije en Kroatië hebben rechts-populistische partijen voet aan de grond gekregen in de regering. In juni maakten populistische partijen bovendien winst tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement en in september stond de extreemrechtse Vrijheidspartij van Oostenrijk bovenaan in de peilingen bij de wetgevende verkiezingen.

Nederland, dat internationaal gezien een sterke positie heeft in de wetenschap, ziet ingrijpende veranderingen in het onderzoeksstelsel. In september presenteerde de overheid een begroting waarin jaarlijks bijna 1 miljard euro wordt gekort op universiteiten en onderzoek. Dit betekent een forse vermindering van steun voor onderzoeksbeurzen, open wetenschap en internationale studenten. Volgens van den Berg staat de omvang van de bezuinigingen gelijk aan het sluiten van één grote universiteit in een land met slechts veertien universiteiten.

De Universiteit van Amsterdam noemt de bezuinigingen de grootste sinds de jaren 80, en verschillende universiteiten hebben hun wervingsbeleid al bevroren. Een van de grootste slachtoffers zijn de zogenoemde starter- en stimuleringsbeurzen, die in 2022 werden geïntroduceerd om jonge onderzoekers en laboratoriumassistenten aan te nemen.

“Het doel van die beurzen was om ruimte te creëren voor onafhankelijk, nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek, maar ook om de werkdruk te verlagen,” zegt Eddie Brummelman, voorzitter van de Jonge Akademie in Amsterdam. Met de bezuinigingen zijn jonge wetenschappers echter nog meer afhankelijk van concurrerende subsidies uit de industrie en het al overbelaste Nederlandse Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Naast deze bezuinigingen verliest NWO jaarlijks 30 miljoen euro aan financiering voor wetenschappelijke infrastructuur en worden de middelen voor open wetenschap gehalveerd. Bovendien heeft de nieuwe regering de laatste termijnen van het Nationaal Groeifonds geschrapt, waarmee onder andere projecten rond groene waterstof en medisch onderzoek werden ondersteund, om zo 6,8 miljard euro te besparen.

Internationale studenten krijgen eveneens te maken met maatregelen. De coalitie wil het aantal inschrijvingen van internationale studenten terugdringen en bezuinigt bijna 300 miljoen euro op universiteitsbudgetten om dit te realiseren. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kiest de regering ervoor om de focus te leggen op veiligheid, gezondheidszorg en belastingverlaging. “Om dat mogelijk te maken, zijn helaas bezuinigingen nodig in verschillende gebieden, waaronder onderwijs en wetenschap,” aldus de woordvoerder.

Er ligt een wetsvoorstel bij het Nederlandse parlement, de ‘Wet op Evenwichtige Internationalisering’, dat gericht is op het terugdringen van het aantal Engelstalige opleidingen en onderzoeken. Dit heeft de alarmbellen doen rinkelen bij universiteiten, omdat buitenlandse academici mogelijk massaal vertrekken als ze gedwongen worden in het Nederlands te onderwijzen.

De beleidsmaatregelen komen overeen met de doelstellingen van partijen die immigratie als speerpunt hebben, stelt Léonie de Jonge, die aan de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek doet naar extreemrechtse partijen. “Aan het einde van de dag is dat hun belangrijkste zorg,” zegt ze. “Hun kiezers geven niet om innovatie.”

In Italië heeft de rechtse regering onder leiding van Giorgia Meloni’s Fratelli d’Italia dit jaar de universiteitsfinanciering effectief met 500 miljoen euro gekort, wat neerkomt op een budget van ongeveer 9 miljard euro. In Frankrijk, waar een centrumrechtse regering aan de macht is, zijn wetenschappers teleurgesteld door de stopzetting van langetermijnbudgetverhogingen.

Het toenemende aantal extreemrechtse partijen met een eenzijdige focus op immigratie voorspelt weinig goeds voor het wetenschappelijk onderzoek, zegt Robert-Jan Smits, voorzitter van het College van Bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven. “Dit zijn single-issue partijen,” zegt hij. “Ze lijken geen interesse in wetenschap te hebben en ze hebben geen beleid op dit gebied.”