VN veroordeelt Botswana wegens slechte behandeling Bosjesmannen

Rapporteur van de VN inzake culturele rechten Farida Shaheed heeft haar zorgen geuit over de manier waarop de overheid van Botswana met haar Bosjesmannen omgaat. Hierbij maakt Shaheed zich vooral zorgen over de restricties waaronder de ongeveer 5.000 Gana, Gwi en Tsila Bosjesmannen in het Centraal Kalahari Natuurreservaat moeten leven. Ook worden de mensen uit hun woongebied verdreven onder het mom van behoud van de natuur. Ondertussen laat de Botswaanse overheid het wel toe dat er in datzelfde gebied diamanten worden opgegraven en ook het aanlokken van toeristen is schijnbaar geen enkel probleem voor het bedreigde natuurgebied.

In haar rapportage schrijft Shaheed onder meer dat de oorspronkelijke bevolking van het Kalaharigebied vreest dat ze uit het reservaat zullen worden gezet als hun stamoudsten zijn overleden. Ook staat het verplaatsen van mensen buiten het reservaat vanwege natuurbehoud op gespannen voet met de voortzetting van de mijnbouw en toeristische activiteiten. De rapporteur van de VN eist dan ook een verklaring hiervoor van het Botswaanse bewind.

Nadat aan het begin van de jaren tachtig diamanten werden ontdekt in Botswana werden bijna alle Bosjesmannen die in het natuurreservaat leefden bij een drietal grote ontruimingen in 1997, 2002 en 2005 uitgezet. Mensen werden onder bedreiging afgevoerd, hun huizen werden gesloopt en ook de watervoorziening voor de mensen werd vernietigd. Ze werden verplaatst naar kunstmatige dorpen buiten het reservaat, waar ze ook nog maar nauwelijks kunnen jagen. Ondanks het feit dat de Bosjesmannen in 2006 een rechtszaak tegen de overheid van Botswana wonnen, blijft deze het de mensen zo moeilijk mogelijk maken. Zo werd de enige boorput in de omgeving afgesloten, waardoor het voor de lokale bevolking een zware strijd werd om water te kunnen vinden om te overleven.

Ondertussen had de regering wel nieuwe putten laten boren om de wilde dieren uit het gebied van water te voorzien en werd er ook toestemming gegeven voor de exploitatie van een safarikamp in het gebied. Hierbij werd uiteraard geen rekening gehouden met de Bosjesmannen, op wiens voorouderlijke land het safarikamp werd gevestigd, noch werden zij hierover geraadpleegd. Ook moeten mensen een vergunning aanvragen om familie in het reservaat te kunnen bezoeken. Deze zijn slechts een maand geldig.

Ondanks het vonnis van het hooggerechtshof dat het weigeren van jachtvergunningen aan de Bosjesmannen onwettig is, heeft de regering geen enkele jachtvergunning aan de mensen verstrekt. Wel werden meer dan 50 Bosjesmannen opgepakt voor stropen het jagen op wild om hun gezinnen te kunnen voeden. Roy Sesana, leider van de Botswaanse Bosjesmannen vroeg onlangs nog aan prins Harry, hoofd van de stichting United for Wildlife, om erkenning voor het feit dat Bosjesmannen geen stropers zijn. In een gesprek met het Duitse persbureau DPA zegt Jumanda Gakelebone, woordvoerder van de Bosjesmannen: "Als wij niet terug kunnen keren naar het land van onze voorouders zullen er spoedig geen Bosjesmannen meer bestaan in Botswana".