Ploumen: arm land profiteert meest van WTO-akkoord

Vooral de minst ontwikkelde landen profiteren van de overeenkomst die de Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft bereikt over de wereldwijde douaneafhandeling. Juist bij die landen worden de barrières bij de grenzen verlaagd, waardoor de handel tussen deze landen toeneemt, stelt minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen (PvdA) in een reactie. Zij was bij de onderhandelingen op Bali aanwezig.

Door het akkoord wordt de wereldwijde handel volgens Ploumen eerlijker en dalen de kosten voor internationale handel. Vooral de minst ontwikkelde landen zouden daar van profiteren. "Ook krijgen deze landen betere toegang tot de Europese en Amerikaanse markt", constateert Ploumen.

De arme landen zelf hadden zo hun twijfels of het akkoord voor hen voordelig uitpakt. India verzette zich aanvankelijk omdat het de bedoeling was dat het geen graan meer voor het armste deel van de bevolking mocht kopen. Volgens tegenstanders verstoort India zo de handel. Uiteindelijk is afgesproken dat ontwikkelingslanden de komende vier jaar nog wel binnenlands voedsel mogen opkopen. In die tijd wordt onderhandeld over een definitieve oplossing.

Het is de eerste keer in het bestaan van de WTO dat alle deelnemende landen instemmen met een akkoord. Ploumen spreekt van een 'grote stap voorwaarts' die de geloofwaardigheid van de WTO versterkt. De onderhandelingen moeten uiteindelijk leiden tot het doorbreken van handelsbarrières en het openbreken van de internationale agrarische en industriële markten. "Hiermee is een belangrijk obstakel voor internationale handel weggenomen', stelt Ploumen.