Grote tsunami Indonesië lijkt onwaarschijnlijk

De 'tsunami watch' die van kracht was voor alle landen aan en in de Indische Oceaan is goeddeels opgeheven. Alleen in Indonesië, India en op een aantal eilanden moet nog rekening worden gehouden met een vloedgolf. Een 'tsunami watch' houdt in dat de autoriteiten in dat gebied alert moeten zijn op de mogelijkheid van een tsunami, niet dat er een dreigt.

De 'watch' werd uitgevaardigd na een zware zeebeving voor de kust van Atjeh. De beving had een magnitude van 8,6 en voltrok zich op 33 kilometer diepte onder het wateroppervlak op een kleine 450 kilometer afstand van de provinciehoofdstad Banda Atjeh. De beving werd niet alleen in Atjeh gevoeld, maar ook in Singapore, Thailand, Maleisië, Bangladesh en India en werd gevolgd door enkele krachtige naschokken, waaronder een met een magnitude van 8,2.

Een zware tsunami lijkt onwaarschijnlijk. Omdat de beving van woensdag 'horizontaal' was, waarbij aardschollen langs elkaar schuiven, kwam de zeebodem niet omhoog. Als er sprake is van een verticale beving, zoals in Japan vorig jaar, dan wordt een deel van de zeebodem wel omhoog gestuwd. Dit heeft een enorme waterverplaatsing tot gevolg en dit leidt weer tot een tsunami.

Indonesië werd in 2004 getroffen door een aardbeving met een magnitude van 9,1. Dit leidde tot een vloedgolf die het leven van 230 duizend opeiste. Deze beving was echter vijf keer krachtiger dan de beving van woensdag.