Rechtszaak tegen leiders coup Turkije van start

Het proces tegen twee bejaarde Turkse legerleiders die in 1980 leiding gaven aan een militaire staatsgreep is woensdag begonnen. De zaak tegen de 94-jarige oud-president Kenan Evren en voormalig luchtmachtcommandant Tahsin Sahinkaya confronteert Turkije met de spagaat waarin het land verkeert. Hoewel Turkije stappen heeft gezet richting democratie, wordt het nog steeds bestuurd op basis van de grondwet die door de militaire leiders van Turkije werd ingevoerd. Die grondwet geeft het leger een belangrijke rol in de politiek.

De Turkse president Abdullah Gül zei woensdag dat de rechtszaak tegen de twee 'leidt tot een uiterst belangrijke mentaliteitsverandering' die ervoor zorgt dat er geen coups meer plaatsvinden. Hij erkende echter wel dat het land nog steeds wordt bestuurd 'op basis van een grondwet die stamt uit een tijdperk die we bekritiseren'.

De procedure voor het lidmaatschap van Turkije van de Europese Unie is stil komen te liggen en het land heeft moeite om autoritaire trekjes, voortkomend uit de oude grondwet, van zich af te schudden. Met het proces wil Turkije, een rijzende ster in het Midden-Oosten, voor eens en voor altijd afrekenen met de invloed van het leger op de politiek en laten zien dat het land moderniseert.

Evren werd na de coup in eerste instantie door veel Turken beschouwd als een held omdat de staatsgreep een einde maakte aan geweld tussen linkse en rechtse groeperingen. Dat geweld had volgens sommigen kunnen uitlopen op een burgeroorlog.

Evren werd er later echter van beschuldigd niets te hebben gedaan tegen het geweld en de chaos in de jaren voorafgaand aan de staatsgreep, zodat hij dit als excuus kon gebruiken voor de militaire staatsgreep. De toenmalige generaal ontbond het parlement, schortte de grondwet op, zette het burgerbestuur achter de tralies en liet politieke partijen ontbinden. Vervolgens was hij zelf tot 1989 president.

In totaal verdwenen tijdens de staatsgreep zo'n 650 duizend mensen achter de tralies en meer dan 230 duizend mensen werden door militaire rechtbanken vervolgd. Ruim driehonderd mensen lieten het leven in de gevangenis, van wie 171 als gevolg van marteling.

Evren en Sahinkaya (86) zijn de enige twee leden van de groep militairen die destijds de macht grepen die nog in leven zijn. Ze zijn aangeklaagd voor misdaden tegen de staat. Het tweetal hangt een levenslange gevangenisstraf boven het hoofd. De vraag is echter of deze straf kan worden opgelegd, gezien hun slechte gezondheidstoestand.