Overheidstekort was vorig jaar 4,7 procent

De Nederlandse overheid had vorig jaar een tekort van 4,7 procent van het bruto binnenlands product. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekend. De schuld van de Nederlandse overheid nam daarnaast toe tot 65,2 procent van het bbp.

Zowel de schuld als het tekort is hiermee voor het derde opeenvolgende jaar uitgekomen boven de normen uit het Europese stabiliteitspact. Daarin wordt een maximum gesteld van zestig procent schuld en drie procent tekort. De coalitiepartijen VVD en CDA en de gedoogpartner PVV onderhandelen momenteel in het Catshuis over bezuinigingen om het tekort in de toekomst terug te dringen.

Het tekort was vorig jaar lager dan in 2010, toen het 5,1 procent bedroeg. Het tekort is bovendien lager uitgekomen dan eerdere ramingen van de rijksoverheid. Het rijk becijferde in februari nog een tekort van 4,8 procent. Het uiteindelijke tekort is wel hoger uitgekomen dan wat in de najaarsnota was berekend (4,6 procent) en waarmee de regering rekende bij het maken van de begroting in november 2010 (4,0 procent).

Reden achter de daling van het begrotingstekort op jaarbasis was dat de inkomsten harder stegen dan de uitgaven. De overheidsinkomsten namen met 0,8 procent toe ten opzichte van een jaar eerder. De uitgaven kwamen 0,2 procent hoger uit. Uitgedrukt in euro's kwam het tekort hiermee uit op 28 miljard euro.

Het lagere begrotingstekort van de overheid was voor een belangrijk deel te danken aan de gemeenten. Door forse bezuinigingen nam het gemeentelijke tekort met één miljard af tot net boven de drie miljard.

De rijksoverheid kwam zeventien miljard euro tekort. Extra uitgaven had het rijk onder meer aan de zorgtoeslag. Ook kreeg het minder dividend van De Nederlandsche Bank en minder opbrengsten uit de btw. Het rijk wist de lagere inkomsten wel te compenseren door minder uitgaven te doen.

De sociale fondsen noteerden een tekort van zeven miljard euro. De fondsen voor de werkloosheidsuitkeringen en de AWBZ hadden grote tekorten. Het zorgverzekeringsfonds daarentegen liet een licht overschot zien door de sterk gestegen zorgpremies.

Door de stijging van de overheidsschuld van omgerekend 23 miljard euro kwam de staatsschuld eind 2011 uit op 393 miljard euro. De schuld nam minder hard toe dan het begrotingstekort, doordat de overheid extra schuld kon aflossen door de verkoop van deelnemingen. Zo ontving het rijk ruim vijf miljard aan terugbetalingen van de staatssteun aan ING en Aegon. Wel had de steun aan noodlijdende EU-lidstaten een verhogende effect van bijna drie miljard euro.